"Er is maar één persoon in deze Kamer die destijds is veroordeeld vanwege rassendiscriminatie. Dat was de heer Rutte en niet de heer Wilders", zei Pieter Omtzigt deze week in een Kamerdebat. Maar die bewering klopt niet, zeggen experts.

Omtzigt deed de bewering aan het einde van zijn bijdrage in het Kamerdebat over de verkiezingsuitslag. Politiek commentator Joost Vullings is snel klaar met de uitspraak van de NSC-leider: "Het is heel flauw, maar Mark Rutte zit niet eens in de Tweede Kamer. Dus wat Omtzigt zegt klopt niet."

Brief over Somaliërs

Dat Geert Wilders nooit veroordeeld is wegens rassendiscriminatie klopt, legt de politiek commentator uit. Maar hij is wél veroordeeld voor groepsbelediging vanwege de beruchte 'Minder Marokkanen'-uitspraken die hij in 2014 deed. De PVV-leider ging in beroep tegen de uitspraak, maar twee jaar geleden besloot de Hoge Raad dat het vonnis blijft staan.

De zaak rond Rutte is al wat langer geleden en stamt uit 2003, toen hij nog staatssecretaris van Sociale Zaken was, vertelt Vullings. "Rutte heeft gemeenten toen een brief gestuurd met de boodschap dat men Somaliërs extra moest controleren op bijstandsfraude, omdat hij meende aanwijzingen te hebben dat deze groep vaker zou frauderen. De gemeente Haarlem heeft dat toen opgevolgd."

Rutte op de vingers getikt

Een man uit Haarlem heeft vervolgens een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente. "Hij heeft deze zaak gewonnen. In het vonnis is wel te lezen dat die brief van Rutte een rol heeft gespeeld. Dus je kan zeggen dat de rechter toenmalig staatssecretaris Rutte wel op de vingers heeft getikt", zegt Vullings.

"Maar echt een persoonlijke veroordeling wegens rassendiscriminatie of aanzetten tot de rassendiscriminatie, dat is niet het geval", voegt de politiek commentator daaraan toe.

Bekijk ook

Aanzetten tot discriminatie

In Nederland is nog nooit een politicus veroordeeld wegens rassendiscriminatie, weet parlementair historicus Bert van den Braak. Wel is er ooit een politicus veroordeeld voor het aanzetten tot discriminatie. Dat was Theo Joekes, VVD-Tweede Kamerlid tussen 1963 en 1989.

"Hij had na de gijzelingen door Molukkers in Drenthe eind jaren 70 gezegd dat hij vond dat als dat nog een keer zou gebeuren, 'alle Molukkers het land uit zouden moeten worden gezet'. Daar is hij toen voor veroordeeld", vertelt Van den Braak. Joekes kreeg een boete van 1.000 gulden, maar mocht wel in de Kamer blijven zitten.

Wat staat er in het strafrecht?

Iemand veroordelen voor discriminatie is volgens Geert-Jan Knoops, advocaat van Wilders in de 'Minder Marokkanen'-zaak, dan ook erg ingewikkeld. Daarvoor moet je volgens hem eerst scherp hebben wat discriminatie is volgens het strafrecht.

"Discriminatie in strafrechtelijke zin is aan de orde als er sprake is van een ongelijke behandeling van mensen die haar grond vindt in een persoonlijke status, waardoor die personen of groepen van personen van elkaar worden onderscheiden", legt de advocaat uit.

Bekijk ook

Onderscheid en uitsluiting

En dat onderscheid moet dan voortkomen uit ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, verduidelijkt hij. "Maar daaronder kan ook worden verstaan: uitsluiting op grond van levensovertuiging, hetero- of homoseksualiteit en zelfs ook lichamelijke of verstandelijke handicap."

Die uitsluiting moet dan weer tot gevolg hebben dat personen beperkt worden in de uitoefening van hun burgerlijke rechten, vertelt de advocaat. " Dan moet je denken aan politieke, economische, sociale en culturele rechten die iemand in het maatschappelijk verkeer kan uitoefenen of de handeling heeft tot gevolg dat zo iemand die rechten niet meer gelijk aan een ander kan uitoefenen."

'Bewijsrechtelijk niet gemakkelijk'

Het is volgens Knoops ook ingewikkeld om aan te tonen of ongelijke behandeling ook het doel is. Bovendien moet het gericht zijn en in het openbaar gebeuren. "Het is overigens zo dat voor het bewijzen van rassendiscriminatie het resultaat niet hoeft te worden aangetoond. Dus je hoeft niet daadwerkelijk aan te tonen dat je inderdaad ongelijk bent behandeld."

Het aanzetten tot discriminatie is al een strafbaar feit, zegt de advocaat. "Alleen strafrechtelijk is er dan ook nog noodzakelijk dat iemand het opzettelijk gedaan heeft. Opzet moet namelijk ook gericht zijn. En dat het in het openbaar gebeurt. Dus in die zin is dat soms bewijsrechtelijk niet gemakkelijk."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.