radio LIVE
meer NPO start

'In de taal geef je je overleden kind weer kans om te spreken'

'In de taal geef je je overleden kind weer kans om te spreken'

Van Vondels Constantijntje tot Van der Heijdens Tonio. Al eeuwenlang schrijven Nederlandse kunstenaars, auteurs en dichters over hun overleden kinderen. Leidse letterkundigen onderzochten de rol van stervende kinderen in de Nederlandse literatuur.

In de Gouden Eeuw voert de worsteling met het geloof de boventoon. Dat ontdekten Olga van Marion en Tim Vergeer samen met mede-onderzoekers tijdens hun studie. “Geloof speelt een grote rol. We zien veel twijfel in de literatuur over dode kinderen”, vertelt Van Marion.

Olga van Marion en Tim Vergeer bij EenVandaag

Vondel schreef het bekende gedicht Kinder-lyck over Constantijntje. Het is duidelijk te merken dat hij en zijn vrouw vragen hadden aan God. “Ze worstelden met vragen, zoals: wat gebeurt er met ons kind? Waar is ons kind nu? Dat was in het midden van de 17e eeuw een heel belangrijke kwestie. Er waren Calvinisten die zeiden dat God van tevoren al had bepaald of een kind naar de hemel of naar de hel zou gaan. Het antwoord van Vondel was daarop: God is geen krokodil die onze kinderen opeet. We kunnen er vanuit gaan dat al die kinderen in de hemel komen.”

Een gedicht voor elk kind

In de loop van de 18e eeuw komt de nadruk steeds meer te liggen op de ouders. Eerst werd er voornamelijk geschreven over het gestorven kind, later maakte dat plaats voor de rouw van de ouders. “In de 19e eeuw zie je bij Bilderdijk dat hij naar buiten treedt met zijn verdriet. Bilderdijk verloor elf kinderen. Voor elk kind schreef hij een gedicht”, vertelt Tim Vergeer.  

De huidige tijd kent veel romans over dit onderwerp. Zo schreef Anna Enquist uitgebreid over haar overleden dochter. De schrijfster zelf zei in een eerder interview dat het haar schrijvende hand heeft gericht. Van Marion: “Dat is prachtig uitgedrukt. We herkennen het op verschillende momenten in de geschiedenis. Op deze manier proberen schrijvers hun verdriet vorm te geven.”

Kritieken en verdriet 

Misschien wel het bekendste voorbeeld uit de hedendaagse literatuur is Tonio, geschreven door A.F.Th. van der Heijden. Het boek over zijn verongelukte zoon won de Libris Literatuurprijs en de NS Publieksprijs. Een groot publiek voelde het verdriet van Van der Heijden en zijn vrouw mee. “Tonio heeft veel media-aandacht gekregen. Schrijvers van nu zijn zich daar bewust van zijn. Daar moeten ze zich ook toe verhouden. Ze krijgen veel kritieken, waardoor ze een balans moeten vinden tussen literair bezig zijn met de dood van hun kind en de aandacht van de media. Soms krijg een schrijver het verwijt dat hij of zij er een boek mee wil verkopen en dat moet verschrikkelijk zijn”, aldus Olga van Marion.  

'Schrijven is de manier om je kind levend te houden'

Promovendus Tim Vergeer is diep onder de indruk van het onderzoek dat hij heeft gedaan. Het lezen van andermans verdriet heeft impact. Maar tegelijkertijd is het een troostende vorm: “Schrijven is dé manier om een kind levend te houden. In de taal geef je je kind vorm en krijgt het de kans om weer te spreken. Iets wat de dood onmogelijk maakt. Door de jaren heen is er altijd verdriet. Het wordt alleen anders uitgedrukt. Het geeft troost dat onze voorouders met dezelfde problemen worstelden.”

Het overzichtswerk ‘Van Constantijntje tot Tonio’ is verkrijgbaar in de boekwinkel en online.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Gesprek over seksueel misbruik moet blijvend gevoerd worden, vindt ervaringsdeskundige Mandy

Gesprek over seksueel misbruik moet blijvend gevoerd worden, vindt ervaringsdeskundige Mandy
Mandy Sleijpen van stichting Wij zijn M
Bron: EenVandaag

Met grote zedenzaken voor de rechter wordt er meer over seksueel misbruik gesproken. Van Gisèle Pelicot tot de vrouwen in de zaak-Ali B, waarin het hoger beroep start. "Het feit dat zij opstaan, inspireert mensen", zegt ervaringsdeskundige Mandy Sleijpen.

Met haar stichting Wij zijn M wil Sleijpen het taboe rond seksueel misbruik doorbreken. Ze ziet dat de afgelopen jaren meer gesproken wordt over het onderwerp, maar er moet volgens haar ook nog veel gebeuren. "We moeten het debat blijven voeren en het blijven bespreken, omdat het ook heel gemakkelijk weer kan wegzakken."

Gisèle Pelicot als voorbeeld

Het delen van verhalen over misbruik kan anderen vooruit helpen. Ze noemt als voorbeeld de zaak rond Gisèle Pelicot, de Franse vrouw die gedrogeerd door zeventig mannen misbruikt werd. Hoe Pelicot in de rechtszaal stond werd wereldwijd geroemd.

"Zij stond daar en zei: 'Ik hoef me niet te schamen'", vertelt Sleijpen. Volgens haar een krachtig voorbeeld: "Als zij zo durft te staan, durven anderen ook te gaan denken van: misschien was het dan ook wel niet mijn schuld."

'Bevriezen is logische reactie'

Eerder deze maand kwamen uitspraken van strafrechtadvocaat Gerard Spong in het nieuws. In een documentaire over seksueel geweld zei hij dat hij denkt dat 'een goed weerbare vrouw het aantal verkrachtingen drastisch doet afnemen'.

Dat terwijl de meest logische reactie op seksueel geweld 'bevriezen' is: niets kunnen doen en het ondergaan, legt Sleijpen uit. "Ik dacht: misschien moeten we meneer Spong een keer op een stoel zetten en dat uitleggen, want de meest voorkomende reactie is freeze."

Bekijk ook

'Nog lange weg te gaan'

"We hebben nog een lange weg te gaan om dit te veranderen", bedacht ze na de uitspraken van Spong. "En aan de andere kant ben ik ook bang dat er altijd mensen zijn die zo denken." Met haar stichting reist Sleijpen het hele land door om misbruik bespreekbaar te maken. Want dat gebeurt volgens haar vaker dan wij denken. Seksueel misbruik kan iedereen overkomen, benadrukt ze.

Sleijpen wordt gedreven door haar eigen ervaring na jaren te zijn misbruikt door haar opa. Ze was doodsbang om over het misbruik te vertellen, maar deed het uiteindelijk toch. Haar opa bekende alles en werd veroordeeld. Toch kreeg ook zij met victim blaming te maken. "Hij zei: 'Ja maar goed, ze kwam zelf op schoot zitten", vertelt ze. "We moeten ervan af dat het te maken heeft met dat vrouwen weerbaar moeten worden."

Hoger beroep in zaak-Ali B

Komende week speelt de rechtszaak tegen mediapersoonlijkheid en rapper Ali B in hoger beroep. Afgelopen zomer werd hij veroordeeld tot 2 jaar cel voor verkrachting en poging tot verkrachting. Volgens de rechter had Ali B een grote inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en liet hij zich leiden door zijn eigen seksuele behoeftes.

De rechter noemde Ali B 'een dwingend persoon', die 'geen 'nee' accepteert, weinig inlevingsvermogen toont en uitgaat van zijn eigen visie op zaken'. Zowel de rapper zelf als het Openbaar Ministerie gingen tegen de uitspraak in hoger beroep. Ali B zegt onschuldig te zijn en nooit signalen te hebben opgepikt. Hij zal donderdag niet bij de eerste zitting aanwezig zijn.

Bekijk ook

Rechtszaak maakt veel los

De rechtszaak maakte vorig jaar ontzettend veel negatieve reacties los. De vrouwen zouden het over zichzelf afgeroepen hebben of 'sletten' zijn. "Als je alleen maar negatieve reacties leest, dan denk je als slachtoffer: ik ga niets meer delen", zegt Sleijpen over de impact. Haar stichting kreeg 'heel veel' reacties binnen naar aanleiding van de zaak.

Er zitten bovendien mensen tussen die na alle negatieve aandacht niet meer naar buiten durven te treden met hun misbruikverhaal: "Die zeggen: 'Ik ga het niet delen, want kijk naar de reacties. Als ik dit ooit ga vertellen, krijg ik ook hele negatieve reacties.' Zij zijn daar heel erg bang voor." Al zijn de slachtoffers in de zaak volgens haar ook inspirerend: "Het feit dat zij opstaan, dat inspireert mensen."

'Schadelijke' reacties

De rechtszaak tegen Ali B kon door cameraploegen van showbizzprogramma's én andere media stap voor stap worden gevolgd. Sleijpen heeft een dubbel gevoel bij deze openheid, vertelt ze. "Aan de ene kant is het goed, want zo komt er meer openheid over en wordt ook gezien dat het - helaas - veel gebeurt."

"Aan de andere kant is het heel ingewikkeld nu met alle social media en iedereen die er wat van vindt", zegt ze erbij. Al denkt Sleijpen dat mensen die zich schuldig maken aan victim blaming het vooral ongemakkelijk vinden. "Mensen doen dat ook om het een soort van weg te houden van zichzelf", zegt ze. "Als zij sletten zijn, dan wordt het al iets meer op afstand. Dat maakt dat mensen dat doen, maar het is heel schadelijk voor de slachtoffers."

Bekijk ook

'Erover blijven praten'

Ondanks de schijnwerpers die er op zo'n rechtszaak staan hoopt Sleijpen dat nieuwe slachtoffers naar buiten durven te treden. Daarvoor is het nodig dat we er samen over blijven praten. "Dat we laten zien, met een hele groep: we vinden het niet jullie schuld."

Volgens haar moeten we inzien dat seksueel geweld heel vaak gebeurt. "Dus ook bij mensen die we kennen", benadrukt ze. "Nu gaat het over Ali B, maar er zijn ook heel veel kinderen die ook iedere dag misbruikt worden."

Keuze altijd respecteren

Slachtoffers die naar buiten zijn getreden met hun misbruikverhaal wil Sleijpen tot slot een hart onder de riem steken: "Ik vind het onwijs knap dat ze het verteld hebben."

En wat wil ze zeggen tegen slachtoffers die deze stap (nog) niet gezet hebben? Ze legt uit dat het van belang is om te respecteren dat 'zij daar dus nog niet aan toe zijn'. Maar, voegt ze daaraan toe: "Het is ook belangrijk dat ze wel voelen dat het nooit hun schuld is geweest. Nooit."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

'Nationale investeringsbank' voor grote overheidsuitgaven een goed idee? 'In Den Haag is veel te weinig geld'

'Nationale investeringsbank' voor grote overheidsuitgaven een goed idee? 'In Den Haag is veel te weinig geld'
Oud-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem
Bron: EenVandaag

Voor grote investeringen in defensie, technologie en energie moet er een Nederlandse overheidsbank komen. Dat is de oproep van vijftig prominenten uit het bestuurs- en bedrijfsleven. Dit is waarom Nederland volgens deskundigen zo'n bank nodig heeft.

Een bank waar de overheid vermogen in stopt en waarmee die bank vervolgens extra geld kan aantrekken op de kapitaalmarkt. Geld waarmee investeringen gedaan kunnen worden, die goed zijn voor Nederland. Dat is volgens econoom aan Tilburg University Harald Benink de bedoeling van een 'nationale investeringsbank'.

'Niet doen via lopende uitgaven'

Benink vindt het een slim plan. "We weten allemaal dat we massaal moeten investeren in de economie, in veiligheid. Dat moet je niet gaan doen via de lopende overheidsuitgaven."

Dat beaamt oud-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem. Hij is een van de prominenten die de oproep van een nationale investeringsbank heeft ondertekend. "Je ziet op dit moment dat er veel te weinig geld is in Den Haag. En moeilijke discussies over de voorjaarsnota. Onze stelling is eigenlijk: trek nou je uitgaven voor de zorg en inkomensondersteuning los van investeringen die nodig zijn."

Strijd om belastinggeld

Het gaat om investeringen in de energietransitie, grote veranderingen in de landbouw die nodig zijn, in defensie en bijvoorbeeld de uitbreiding van het electriciteitsnet. "Die investeringen kunnen we namelijk niet uitstellen."

De lopende overheidsbegroting lostrekken van grootschalige investeringen is volgens Dijsselbloem hard nodig om de jaarlijkse strijd om belastinggeld te voorkomen. "Er zit heel veel druk op de dagelijkse overheidsuitgaven. Dus hoe vind je nu ruimte om op korte termijn grote investeringen te doen die Nederland er in deze lastige tijd doorheen sleept? Onze staatsschuld is laag, dus daar zit echt ruimte om extra investeringen te doen."

Bekijk ook

Meer betalen aan de NAVO

Het is volgens econoom Benink echt een investering in de toekomstige stabiliteit en economische concurrentiekracht van Nederland. "We zien allemaal dat op het gebied van defensie, dat president Trump in ieder geval wil dat Europa meer gaat betalen voor zijn eigen functie binnen de NAVO."

"Europa moet verder gaan investeren in de concurrentiekracht, in nieuwe technologieën, in chips, in digitalisering. Vooral ook omdat China en Amerika dat ook doen. Anders zou Europa daar ook achterblijven."

Financieringen tot 100 miljard

Voor de start van de bank is zo'n 10 miljard euro nodig. Dat bedrag zou dan weer andere investeerders aantrekken. "Het is echt een bank, en een bank kan financiering aantrekken. Je moet natuurlijk wel zorgen dat die bank in staat is om op basis van het rendement die leningen op termijn terug te betalen."

En met een startkapitaal, kan de bank weer extra geld aantrekken, zegt Dijsselbloem. "Met een impuls van een eigen vermogen in de bank van 10 miljard kan de bank financieringen aangaan tot 100 miljard op de grote thema's en uitdagingen van dit moment. En daarmee haal je dus een grote investering naar voren, zonder dat het de uitgaven op de zorg of het onderwijs of inkomensondersteuning wegdrukt."

Bekijk ook

Duitsland en Frankrijk doen het al

Die 100 miljard euro komt uit de financiële markt, zegt Dijsselbloem. "Nederland is natuurlijk zeer kredietwaardig. Een overheidsbank zou dus ook zeer kredietwaardig zijn. Eigenlijk doen we gewoon wat Duitsland en Frankrijk al veel langer doen. Die hebben hele grote overheidsbanken", legt hij uit.

"Nationale investeringsbanken werken daarnaast veel samen met de Europese Investeringsbank, dus dat is ook nog een voordeel. Je kunt ook nog Europese middelen bijtrekken om mee te investeren."

Te risicovol

Kunnen gewone banken die investeringen niet doen? Die zouden zich volgens Benink kunnen aansluiten, maar zouden dat nooit alleen doen, omdat het te risicovol is.

"En als zo'n 'nationale investeringsbank' richting geeft en zegt: 'Dit gaan we doen, wij als overheid committeren ons daaraan. En wij dragen ook een deel van het risico.' Dan gaan daarmee ook andere banken meedoen. Wat niet het geval zou zijn op het moment dat de overheid die rol niet zou vervullen."

Bekijk ook

'Veel meer power'

In Nederland bestaat ook Invest-NL en het Nationale Groeifonds, beide zijn investeringsmaatschappijen van de overheid. Dijsselbloem wil dat die samengevoegd worden met deze nog op te richten 'nationale investeringsbank'.

"Door ze samen te voegen, te vergroten, geef je ze veel meer power. We hebben al goede stapjes gezet, maar het heeft nog lang niet de power die bijvoorbeeld die grote investeringsbanken in Duitsland en Frankrijk hebben. Nederland blijft daarin achter, dus laten we nu gewoon die grote stap zetten."

Waarom hebben we een Nederlandse investeringsbank nodig?

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant