meer NPO start

Had de Inspectie voldoende aandacht voor signalen rond VMBO Maastricht?

Luisteren

Leerlingen van het VMBO Maastricht kregen zaterdag te horen dat alle 354 diploma’s ongeldig zijn verklaard vanwege grote onregelmatigheden op de school. Minister Slob van Onderwijs greep in toen op 14 juni een klokkenluider meldde dat een leerling voor een vak het grootste deel van het schoolexamen niet had afgerond, maar wel had deelgenomen aan het centraal examen in dat vak. 

Ouders trokken al jaren aan de bel over de grote uitval van lesuren, afwezigheid van leraren en toetsen die niet gemaakt werden. In het najaar van 2016 gebeurde dat voor het eerst, maar ook vorig jaar en dit jaar kwamen er bij de Inspectie van het Onderwijs signalen binnen over lesuitval, bevestigt de toezichthouder zelf. 

Inspectie vond de kwaliteit in orde

De signalen waren aanleiding voor een kwaliteitsonderzoek dat de Inspectie op vier dagen verspreid over 2016 en 2017 uitvoerde. Conclusie in het op 2 oktober 2017 verschenen rapport: de school biedt voldoende onderwijstijd en de kwaliteit van het onderwijs is in orde. Wel ontbreekt het aan beleid bij lesuitval. 

Toch blijven de klachten aanhouden, en blijft ook de school in het vizier van de Onderwijsinspectie. Zo praat leerlinge Britney Sliepen (16) op verzoek van een leerkracht in december 2017 met een inspecteur. Ze vertelt hem dat zij en haar klasgenoten meer in de aula zitten dan in de les, dat ze grote delen van Nederlands en Engels gemist heeft en dat lessen niet doorgaan terwijl docenten in de koffiekamer zitten. Volgens Britney zit de inspecteur “met de oren te klapperen” en zegt hij dat hij “zoiets nog nooit eerder heeft gehoord”. Hij belooft actie. 

Richard hoort niks meer over zijn klachten

Ook Richard Otten, vader van vier kinderen die allemaal op het VMBO in Maastricht zaten of nog zitten, zegt begin dit jaar nog het ministerie van Onderwijs te hebben ingeseind nadat hij in het computersysteem van school ontdekte dat er veel te weinig toetsmomenten waren geweest. Het ministerie reageert volgens hem verbaasd, maar verwijst Otten naar de klachtencommissie van de school. Over de klacht die hij daar indient heeft hij sindsdien nooit meer iets gehoord, op één telefoontje na: het verzoek van de school om de klacht in te trekken. Otten weigert.  

Hoe kan het dat de fouten met de schoolexamens na alle signalen door de Inspectie niet zijn ontdekt? “Daar verbaas ik me ook hogelijk over”, zegt Bert Jongen, wethouder Onderwijs van de gemeente Maastricht. “Ik weet niet precies wat de bevoegdheden van de inspectie zijn, en ik hoor ook dat ze weinig mankracht hebben, maar ik vraag me toch af of ze hier wel adequaat op hebben gereageerd.” 

De Inspectie moet toezien op wettelijke voorschriften

Hoogleraar Onderwijsrecht Miek Laemers begrijpt dat de kritiek zich ook op de Inspectie richt, ook al is de school zelf primair verantwoordelijk voor de fouten. “Als uw vraag is of de Inspectie voldoende middelen heeft om dit op te sporen dan is mijn antwoord: ja. De school moet haar Plan van Toetsing en Afsluiting én het examenreglement aan de inspectie sturen. Het is een wettelijk voorschrift dat de resultaten van schoolexamens goed moeten worden geadministreerd. En het is de taak van de Inspectie om op wettelijke voorschriften toe te zien. Je weet natuurlijk nooit of de school de inspecteurs heeft misleid en het is achteraf altijd makkelijk te zeggen, maar ik denk dat de Inspectie de ernst toch onvoldoende heeft onderkend.” 

Ook haar collega Pieter Huisman van de Erasmus Universiteit vraagt zich af of er een 'fipronil-moment' is geweest, verwijzend naar het eierschandaal van vorig jaar zomer. Toezichthouder NVWA bleek al eind 2016 te zijn getipt over het gebruik van een illegaal middel in pluimveehouderen, maar greep pas maanden later in. ”De vraag die je toch hebt is: wie wist wat wanneer? Had de Inspectie eerder kunnen optreden? Het zou goed zijn als dat wordt onderzocht.”

Externen onderzoeken het examendrama

De Onderwijsinspectie bevestigt dat ze haar eigen rol in het examendrama door externen tegen het licht laat houden. Een woordvoerder laat weten dat hij daarom terughoudend is met reageren. Wel wijst hij er op dat scholen grotendeels vrij zijn in hoe ze hun schoolexamens en Plan van Toetsing en Afsluiting inrichten. De school hoeft slechts gemiddelde cijfers te verstrekken aan de Inspectie. Ook is er wettelijk niets geregeld over het instellen van een examencommissie in het voortgezet onderwijs en op welke wijze deze toezicht houdt. 

Huisman beaamt dat. “De Inspectie is sinds een aantal jaar sowieso op meer afstand toezicht gaan houden. Inspecteurs komen minder in de scholen. Rond de Centrale Examens bestaan strakke protocollen, maar bij de schoolexamens wordt er voor een groot deel vertrouwd op de school.” Mogelijk dat deze affaire aanleiding geeft tot aanscherping, aldus Huisman. "Want ik denk wel dat iedereen zich nu afvraagt of het VMBO in Maastricht een uitzondering is of dat dit op meer plekken voorkomt. Dat laatste zou me niet verbazen.” De koepel van middelbare scholen, de VO-raad, liet gisteren al weten een onderzoek te laten uitvoeren naar de schoolexamens.  

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Moet de chemische industrie in Nederland bewaard blijven? 'Overal zijn chemicaliën voor nodig'

Moet de chemische industrie in Nederland bewaard blijven? 'Overal zijn chemicaliën voor nodig'
Chemiefabriek LyondellBasell gaat na 21 jaar sluiten in Nederland
Bron: EenVandaag

De chemische industrie in de Rotterdamse haven heeft het zwaar door hoge energieprijzen en belasting op CO2. Moet het kabinet extra geld uittrekken om bedrijven tegemoet te komen? "Een complete waardevernietiging als we dit weggooien met z'n allen."

Veel producten die we dagelijks gebruiken komen uit de chemische industrie. Denk bijvoorbeeld aan shampoo en schoonmaakmiddelen, maar ook isolatiemateriaal en leidingen voor in huis. Die industrie heeft het nu dus heel moeilijk in Nederland.

Na 21 jaar sluiten

In de Rotterdamse haven sluit binnenkort de Amerikaanse chemiefabriek LyondellBasell. "21 jaar geleden hebben we deze fabriek met trots opgestart. Dit kostte ons een miljard euro", vertelt vicepresident Ronald van Klaveren.

Vijf jaar geleden werd nog eens 250 miljoen euro geïnvesteerd om de fabriek te vergroenen. "En nu komt er helaas een einde aan. Dit is een fabriek die je normaal 80 tot 100 jaar laat draaien. Nu moeten we die al na 21 jaar sluiten. Financieel komen we er gewoon niet uit."

Vier keer hogere energieprijzen

Ook chemiebedrijf Huntsman Holland merkt dat het moeilijk is om chemische producten te blijven maken in Nederland. De Amerikaanse directie heeft besloten alleen nog maar het minimale te produceren en geen investeringen meer te doen. "We zitten hier meer dan 50 jaar, maar het is gewoon heel moeilijk om hier geld te verdienen", vertelt directeur Kal Khogali.

Dat komt vooral door onze hoge energieprijzen vergeleken met andere landen, zegt hij. "De energieprijs in Nederland is drie tot vier keer duurder dan in de rest van Europa." Daar komt voor hem ook nog een extra toeslag voor groene energie bovenop: de fabriek draait daar volledig op.

Bekijk ook

'Niks dat niet uit chemicaliën bestaat'

De vraag is of Nederland meer moet doen om de chemie-industrie hier te behouden. Beide bedrijven hameren in elk geval op het belang ervan. "Er is niks om je heen dat niet uit chemicaliën bestaat", zegt Khogali.

"Dat is de naïviteit in Nederland en andere landen in Europa: dat we alles in de toekomst kunnen doen met nieuwe technologie. Maar dan vergeten we dat daar chemicaliën voor nodig zijn." Van Klaveren benadrukt dat: "Zonder chemische industrie is er geen defensie en verduurzaming mogelijk."

Hoge energieprijzen verjagen industrie uit Rotterdamse haven, maar hoe erg is dat?

Niet aantrekkelijk

Hoofdeconoom Marieke Blom van ING vertelt dat Nederland altijd aantrekkelijk was voor de chemie. Vroeger werd energie voor grote energieverbruikers goedkoop gehouden met regelingen, maar die zijn in de afgelopen jaren afgeschaft.

"Daarnaast komt er ook een extra CO2-heffing aan", zegt Blom. Dit is een belasting die industriële bedrijven moeten betalen per ton CO2 dat wordt uitgestoten. "Dat maakt de kostprijs voor bedrijven hoger."

Europese onafhankelijkheid

Toch weet ze niet of geld investeren in de industrie, om deze in Nederland te behouden, zich uiteindelijk gaat uitbetalen. "Op lange termijn verwacht ik dat deze industrie kleiner wordt. Ik verwacht dat steun die je nu geeft aan de industrie, uiteindelijk niet rendeert", zegt Blom.

"Ik kan daar ook geen zekerheid over geven, want er zullen ook delen van de chemische industrie wel blijven bestaan."

Bekijk ook

Afhankelijkheid

Ronald van Klaveren noemt het vooral onverstandig dat Nederland zichzelf afhankelijk maakt van landen buiten Europa. Bijvoorbeeld China heeft een gigantische chemie-industrie. "Het is een complete waardevernietiging als we dit weggooien met z'n allen en daarmee afhankelijkheid creëren elders."

"We hebben laten zien dat we hier concurrerend kunnen produceren. Als de energiekosten omlaag gaan, hebben we nog steeds een heel goed waardemodel om hier industrie te behouden. Daarmee houden we een stukje onafhankelijkheid in stand voor Europa."

Minister wil industrie behouden

Minister Hermans van Klimaat en Groene Energie ziet ook dat chemische bedrijven het in Nederland moeilijk hebben. "Ik ben samen met andere collega's in het kabinet voor de voorjaarsnota van volgende maand aan het kijken wat we kunnen doen om de druk te verlichten."

Hermans wil de industrie graag in Nederland houden. "We hebben de bedrijven keihard nodig voor een sterke, veilige en weerbare economie. Waarin we producten hier maken en we die niet uit andere landen moeten halen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Vanaf maandag alleen nog legale wiet in coffeeshops in sommige gemeenten, maar is dat te snel? 'Kwaliteit nog niet genoeg'

Vanaf maandag alleen nog legale wiet in coffeeshops in sommige gemeenten, maar is dat te snel? 'Kwaliteit nog niet genoeg'
Coffeeshopeigenaar Willem Vugs denkt dat het nog te vroeg is voor de volgende fase van de wietproef
Bron: EenVandaag

Vanaf 7 april mogen coffeeshops in tien gemeenten alleen nog maar gereguleerde cannabis verkopen. Maar ondanks uitstel en vertraging komt de nieuwe fase van de 'wietproef' volgens veel coffeeshophouders tóch te snel. "De markt is hier niet klaar voor."

Maandag is het zover: dan gaat de nieuwe fase van het wietexperiment van start. In tien gemeenten door het land mogen coffeeshops alleen nog maar legaal geproduceerde wiet verkopen, om zo te kijken of de keten gereguleerd kan worden. Maar er klinkt veel kritiek. Coffeeshophouders maken zich zorgen en pleiten ervoor de startdatum uit te stellen.

Menukaart beperkt

Willem Vugs is eigenaar van coffeeshop Toermalijn in Tilburg, en heeft zijn twijfels over de startdatum. "Het is een dubbel gevoel. De coffeeshops staan aan de kant van het experiment. Maar ik heb wel de vrees dat een deel van ons assortiment niet meer aangeboden kan worden aan de klanten die daarvoor komen. En dat is toch zeker zo'n kwart van onze klanten."

Volgens hem is het door de Staat gereguleerde aanbod nog niet voldoende, zowel in kwantiteit als kwaliteit. "We zijn bang dat onze menukaart dermate beperkt wordt, dat je eigenlijk in de marge aan het werken bent. Dat houdt in dat de dingen die je hebt snel op gaan, en niet alles wat je hebt aan de kwaliteit voldoet."

De geschiedenis van de coffeeshop

Nederland en cannabis. In de jaren 60 ontstond er in Nederland een nieuwe jongerencultuur: hasj en wiet werden steeds populairder, mede door de hippiebeweging. Dit leidde tot een groeiende zwarte markt en meer politie-ingrijpen. Om de overlast en criminaliteit te verminderen, introduceerde Dries van Agt als minister van Justitie in 1976 het gedoogbeleid.

Deze veranderingen maakten Nederland wereldwijd bekend om zijn liberale drugsbeleid en legden de basis voor het huidige systeem van coffeeshops. In de jaren 90 worden de regels verder aangescherpt, onder andere met strengere controles en afstandsregels voor coffeeshops.

Bekijk ook

'Legaliseren keten noodzakelijk'

Het zorgt er alleen ook voor dat er een systeem ontstaat dat criminaliteit in de hand werkt, zegt expert cannabisbeleid Nicole Maalsté. "Het grote probleem is dat je een illegale achterdeur in stand houdt waarbij je niet kunt letten op kwaliteit en op de omstandigheden, maar waarbij ook de betrokken mensen allerlei risico's lopen. "

Volgens haar is het legaliseren van de keten noodzakelijk. "Deze gedoog-situatie duurt al tientallen jaren en dat is nooit de bedoeling geweest. Er worden hier producten gekocht waarvan niemand weet hoe ze hier naar binnen zijn gekomen." Ze gaat verder: "Er zijn allerlei mensen aan het werk aan de achterkant van een coffeeshop, die in feite niet bestaan. Maar daar zit natuurlijk een hele organisatie achter, en daar wil je grip op krijgen."

'Gesloten coffeshopketen'

Daarom startte de overheid het experiment 'gesloten coffeeshopketen'. Een compleet gecontroleerde keten van de teelt naar het gebruik, zonder illegale kweek. Een product bovendien waarvan je als consument weet wat erin zit. Daartoe selecteerde de overheid tien producenten om staatswiet en -hasj te telen.

In 2017 wordt het experiment aangekondigd, maar liep meermaals vertraging op. Eind 2023 werd de eerste legale wiet in Brabantse gemeentes verkocht, naast het illegale spul. Vanaf maandag begint de experimenteerfase.

Bekijk ook

Breda tevreden

Paul Depla, burgemeester van Breda, pleit al lang voor een legale keten. Volgens hem had de startdatum dan ook niet eerder kunnen komen. "Met het huidige systeem, dan blijf je een volstrekt hypocriet systeem houden. Je weet totaal niets van de manier waarop het geproduceerd wordt. Dus als we daarmee doorgaan, dan is de volksgezondheid de dupe en de criminaliteit de lachende derde. Dat wil ik niet."

Breda is een van de eerste steden geweest waar in 2023 legale wiet over de toonbank ging. Een succes, volgens Depla: "Ik hoor namelijk van de grote coffeeshops dat ze echt tevreden zijn, ook over de kwaliteit van de spullen die worden geleverd. Je ziet dat ze heel erg blij zijn dat ze afscheid kunnen nemen van de illegale achterdeur."

Tijd nodig

Hoewel onderzoeker Maalsté positief is over het experiment als geheel vindt ook zij, in tegenstelling tot de burgemeester, de startdatum te snel. "Je hebt een bestaande markt en die ben je helemaal anders aan het organiseren. Alles verandert."

"Ik denk dat het goed is dat dit gebeurt, alleen dat kun je niet zomaar op data vastpinnen, dus je moet dat langzaam maar zeker die kant op laten groeien. Het gaat de goede kant op, maar mensen hebben gewoon tijd nodig om eraan te wennen en de telers hebben tijd nodig om de producten te maken waar de consument om vraagt."

Bekijk ook

Hobbels logisch in experiment

Toch is er geen ontkomen aan, volgens burgemeester Depla. "Want op dit moment houd je elkaar gevangen. Telers gaan pas telen omdat ze zeker weten dat er coffeeshops zijn die het afnemen, en shops gaan pas afnemen als ze zekerheid hebben dat ze niet meer afhankelijk van die illegale teelt zijn. En dat is de reden waarom ik nu heb gezegd: laten we gewoon een datum pakken, dan weet iedereen waar ze aan toe zijn."

Hoewel hij erkent dat er hobbels op de weg zijn, is dat volgens hem ook de bedoeling. "Dat het een experiment is geeft ook aan dat je dingen tegenkomt dat je van tevoren niet had bedacht. Anders noem je het geen experiment."

Illegaal betere kwaliteit

Willem Vugs heeft nog zo zijn twijfels. "Er is wel hasj momenteel verkrijgbaar, alleen de kwaliteit daarvan is nog niet op het niveau wat de consument acceptabel vindt. De hasj die legaal is en wel goed is, is van een dermate beperkte voorraad dat die heel snel is uitverkocht.

Hij is bang dat zijn klanten de illegale markt zullen opzoeken. "Dan heb je de kans dat die klanten uit zicht verdwijnen, dan óf de illegaliteit ingaan, of naar een stad waar nog wel gedoogde producten verkopen. Wij zijn daar wel bang voor."

Veel onzekerheid

De coffeeshophouders uiten hun zorgen, en het leidt ertoe dat er de eerste 2 maanden van het experiment nog niet op hasj wordt gehandhaafd. Er zou nog te veel onzekerheid zijn of er voldoende hasj aanwezig is om de coffeeshops te bevoorraden. Op het moment komt de meeste illegale hasj uit Marokko.

Een goede stap, zegt Vugs. Maar of die 2 maanden voldoende zijn? "Dat is de vraag. Zoiets zou meer organisch moeten kunnen in plaats van daar echt een strenge tijd aan te hangen."

Volgende fase van wietproef begint, maar volgens coffeeshophouders en experts is het te snel

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant