Oud-secretaris generaal Joris Demmink van Justitie ziet het strafrechtelijk onderzoek dat naar hem wordt gedaan “met vertrouwen tegemoet” en kwalificeert het onderzoek als ‘diepgravend.’ Dat laat hij via zijn raadsman mr. Knijff weten aan Dossier EenVandaag.
Het Openbaar Ministerie werd in januari van dit jaar door het Gerechtshof gedwongen onderzoek te doen naar beschuldigingen aan Demmink van seksueel misbruik van minderjarigen, gepleegd in Turkije in de jaren ’90. Daarbij wordt gekeken naar de aangifte van twee Turkse mannen die stellen als minderjarige misbruikt te zijn door de voormalig topambtenaar.
Agenda’s Demmink
Het Openbaar Ministerie zelf wilde geen strafrechtelijk onderzoek doen. Dat gebeurde op basis van oriënterende feitenonderzoeken bij de Rijksrecherche, waarvan Dossier EenVandaag de verslagen heeft. Demmink werd drie keer als getuige gehoord, twee keer in 2011 en één keer in 2013.
Demmink stelt in de jaren ’90 niet in Turkije te zijn geweest en stelt daarmee dat de Turkse beschuldigingen niet kunnen kloppen. Agenda’s van Demmink zouden dit kunnen ondersteunen maar die vindt Demmink niet in 2011. Hij antwoordt op de vraag van de Rijksrecherche of hij nog agenda’s thuis heeft bewaard met: “Het zou misschien wel kunnen dat er ergens op zolder een doos met oude agenda’s staat, maar daar ga ik niet van uit. Waar ik gezocht heb, heb ik ze niet gevonden.” Er wordt verder niet op doorgevraagd.
In 2013 duiken de agenda’s alsnog op uit een dekenkist bij Demmink in de serre. Vraag van de Rijksrecherche: Wanneer speelt zich dit af? Demmink: “Het was toen die nieuwe publiciteit kwam, toen dat nieuwe document op dook dat ik wel degelijk in Turkije zou zijn geweest en toen dacht ik, donders, nu ga ik echt nog een keer goed zoeken. En ziet. Ik heb nog veel meer agenda’s teruggevonden maar die zijn in dit verband niet interessant.”
Oorsprong beschuldigingen Demmink
De beschuldigingen aan het adres van Demmink komen volgens Demmink voort uit 2003. Demmink via mr. Knijff: “Het vertrekpunt van publieke beschuldigingen ten aanzien van de persoon van de heer Demmink ligt bij de publicatie uit 2003 in Panorama en de Gay Krant. De hoofdredacteuren van beide organen hebben kort na het verschijnen van de betreffende publicatie in een hoofdredactioneel commentaar aangegeven dat hun bronnen onbetrouwbaar bleken te zijn. Dat heeft niet verhinderd dat een aantal van de onbewezen beschuldigingen zich in diverse vormen daarna hebben herhaald.”
Het Openbaar Ministerie liet afgelopen donderdag aan Dossier EenVandaag weten dat het Nederlandse deel van het strafonderzoek naar Demmink in de afrondende fase zit. Het Turkse deel laat nog op zich wachten omdat er nog geen toestemming is van de Turkse autoriteiten om daar onderzoek te doen.