In de jaren 80 zaten op het Zwin College in Oostburg 1800 leerlingen. Nu zijn er nog 800 over. Het kleine aantal leerlingen maakt de situatie op de school er niet makkelijker op. Een speciale Zeeuws Vlaanderen-wet moet definitief uitkomst bieden.
Net als meer scholen in de Zeeuws-Vlaamse regio doet het Zwin College nu al veel om de kwaliteit van het onderwijs op niveau te houden. Dat vraagt om creatieve oplossingen.
Vier niveaus, één klas
Martijn Hoek is docent natuurkunde op het college. Omdat er niet genoeg leerlingen zijn die het vak volgen, worden groepen samengevoegd. "Ik geef les aan verschillende leerjaren en niveaus door elkaar. Soms met wel vier verschillende groepen in één klas."
Hij noemt het uitdagend, maar soms ook lastig. "Als je verschillende klassen op hetzelfde niveau hebt, dan hoef je maar een les voor te bereiden. Die kan je aan meerdere klassen geven. Nu moet ik vijf verschillende lessen voorbereiden, op allerlei verschillende niveaus."
Naar Terneuzen of België
Eva en Sophie zitten in 4 VWO op het Zwin College. Als de school er niet meer zou zijn, dan zou ze anderhalf uur moeten fietsen of drie kwartier met de bus reizen naar de dichtstbijzijnde school. "Dat zou in Terneuzen, maar ook in België kunnen zijn", zegt Eva. Ze is dan ook blij dat de school in Oostburg nog bestaat. Sophie is dat ook: "Voor mij is België geen optie, want ik woon best ver in het binnenland. Maar voor veel andere leerlingen zou dat anders wel een oplossing kunnen zijn."
Ook bij het leren levert het onderwijs in Zeeuws Vlaanderen soms uitdagingen op. "Ik heb een natuurprofiel, maar heb ook geschiedenis gekozen", vertelt Eva. "Doordat er te weinig leraren zijn, zijn er ook minder lessen. Er is daardoor geen geschiedenisles waar ik bij kan zijn." Geschiedenis doet ze daarom helemaal zelf, zonder leraar. "Ik krijg wel Powerpoint-presentaties toegestuurd en mag altijd vragen stellen, maar ik moet het allemaal zelf leren."
Samen dure techniekles
Rector Frank Neef staat bij het leiden van de school vaak voor een uitdaging. Hij probeert steeds nieuwe manieren te vinden om de school draaiende te houden. "We zijn aan het experimenteren met e-learning, maar de mogelijkheden daarvan moeten ook niet overschat worden. Jongere leerlingen kunnen niet alles zelf leren, zij hebben toch een bepaalde structuur nodig."
Veel oplossingen zoekt hij in samenwerking met andere scholen. "Onze techniekopleidingen geven we samen met het ROC in Terneuzen." Twee dagen per week gaan de leerlingen met een bus daarnaartoe, waar ze allemaal samen de relatief dure technieklessen volgen. "Die bus rijdt niet voor niets, en de technische apparaten zijn ook duur. We zijn daar meer geld aan kwijt, maar door het samen te doen hebben we de lessen wel overeind weten te houden."
Lees ook
Wet voor krimpgebieden
Om het de regio makkelijker te maken, ligt een voorstel in de Tweede Kamer voor een speciale Zeeuws-Vlaanderenwet. Harry van der Maas, SGP-gedeputeerde in Zeeland vertelt erover. "Het zou betekenen dat er structureel extra geld komt en meer regelruimte voor de scholen. Dan kunnen we onze jongeren dezelfde kwaliteit bieden als ergens anders in ons land, en zorgen dat ze in de regio blijven."
De problemen in Zeeuws-Vlaanderen zijn zo specifiek, dat een speciale wet ook echt nodig was. "We grenzen aan Vlaanderen en zien heel veel wegtrek naar scholen en naar de arbeidsmarkt daar. Dat is nu precies wat we niet willen." Een specifieke wet kan per regio de juiste oplossing bieden. "Het is niet goed dat we één norm gebruiken in Nederland. We moeten juist recht doen aan onze dunbevolkte gebieden", zegt Van der Maas.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.