radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

'Artsen moeten vaker naar seksleven patiënt vragen'

'Artsen moeten vaker naar seksleven patiënt vragen'

Luisteren

Het is misschien niet het makkelijkste onderwerp om in de spreekkamer over te praten, maar als het aan seksuoloog Ellen Laan ligt vragen artsen vaker naar het seksleven van patiënten. Ziektes of medicijngebruik kunnen zorgen voor minder activiteit tussen de lakens, terwijl seks ons zo gelukkig kan maken.

Ellen Laan is benoemd als hoogleraar en in haar oratie spreekt ze haar vakgenoten aan. Artsen moeten geen drempel voelen om met patiënten over hun seksleven te praten. “Seks is belangrijk, het maakt ons gelukkig. En seks is belangrijk voor relaties”, zegt Laan. “Er kan alleen nogal wat misgaan als je ziek bent of bepaalde medicijnen slikt." Dan is het volgens Laan belangrijk dat een arts daar ook naar vraagt. "Patiënten stellen vertrouwen in de dokter en willen graag dat er naar gevraagd wordt. Het zorgt ervoor dat hun zorgen gevoeld worden.”

Huisarts Edwin de Vaal voelt zich aangesproken door het pleidooi van Laan. Al zijn er al zeker gevallen waarin hij dit onderwerp bespreekbaar maakt. “Als mensen met een geslachtsziekte komen, dan vraag ik 'wat heb je gedaan en met wie?'. Maar ik vraag het ook aan mensen die ik ga behandelen voor hun bloeddruk, want sommige medicijnen kunnen een bloeddrukdaling geven en daarmee ook een erectieprobleem." Ook bij patiënten met suikerziekte besteedt De Vaal aandacht aan seks."Seksualiteit hoort daar ook altijd bij. Maar ik ga niet naar het seksleven vragen als iemand met oorpijn op mijn spreekuur komt. De focus van huisartsen ligt niet op seksualiteit. Het is een taboe.”

'Meestal zijn problemen patiënt groter'

Met name kankerpatiënten hebben veel baat bij het bespreken van seksuele problemen. Het is dan echter wel zaak om het onderwerp op een gepaste manier bespreekbaar te maken. “Een oncoloog kan zeggen: ‘met uw behandeling horen wij vaak dat mensen seksuele problemen hebben. Is dat ook voor u zo?’ Dan hoeft een dokter niet eens zoveel te weten van seks of behandelingen, maar je bewijst de patiënt hiermee wel een belangrijke dienst”, aldus hoogleraar Laan.

Voor huisarts De Vaal is het belangrijk om zich hier meer bewust van te zijn: “Bij oncologische klachten vergeet ik dat een beetje. Meestal zijn de problemen van de patiënt groter. Zo’n patiënt vraagt zich af hoe hij het gaat overleven. Dan ligt de focus niet op seksualiteit.” 

'Gebrek aan testosteron leidt tot opwindingsprobleem'

De timing is volgens Laan ook erg belangrijk. Als iemand net een diagnose heeft gekregen dan is het niet gepast om direct dit onderwerp aan te stippen, maar in vervolgafspraken is het zeker wel gewenst. “Vrouwelijke seksualiteit wordt minder vaak besproken. Terwijl vrouwen veel last kunnen hebben van verlies van testosteron. Bij het wegnemen van de eierstokken, chemotherapie of bestraling in het bekkengebied kan dat voorkomen. De eierstokken zijn dan aangetast, waardoor er minder testosteron wordt aangemaakt. Bij artsen is het probleem met oestrogeen wel bekend. Maar daar wordt de seks voor vrouwen niet aantrekkelijker van. Verlies van testosteron geeft opwindingsproblemen. Artsen moeten vragen of de vrouw nog plezier heeft tijdens de seks, niet alleen vragen of het überhaupt lukt.”

Eén van de moeilijke zaken van het bespreekbaar maken is het gebrek aan oplossingen, zo vertelt huisarts Edwin de Vaal. “Glijmiddel of oestrogeen, daar kan ik advies in geven. Maar ik ben geen expert. Als mensen geen geld hebben voor een seksuoloog, omdat het niet in het basispakket zit, dan vraag ik aan onze psychologen of zij nog tips of tricks hebben.”

Ellen Laan hoopt dat artsen en psychologen geen drempel voelen om seksualiteit bespreekbaar te maken in de behandelkamer. “Je bewijst je patiënt een belangrijke dienst. Je laat zien dat het heel gewoon is om over seks te praten."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Directeur Nationaal Archief reageert op ophef over 'foute namen' in oorlogsarchief: 'Niet iedereen die erin staat is schuldig'

Er heerst veel boosheid onder nabestaanden over de openbaarmaking van het oorlogsarchief. Door een gebrek aan context is niet duidelijk of iemand 'fout' was in de Tweede Wereldoorlog. Afelonne Doek van het Nationaal Archief begrijpt dat dit pijnlijk is.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Loonkloof tussen CEO en werknemers nog altijd groot: 'Bedrijven moeten kritisch naar zichzelf kijken'

Loonkloof tussen CEO en werknemers nog altijd groot: 'Bedrijven moeten kritisch naar zichzelf kijken'
FNV gebruikt Fat Cat Day om te pleiten voor een wettelijk minimumloon van 16 euro per uur.
Bron: ANP

Vandaag is het 'Fat Cat Day'. Dat is de dag waarop de meest invloedrijke CEO's in Nederland en daarbuiten al een beloning op zak hebben waar iemand met een minimumloon nog het hele jaar voor moet werken.

Vakbond FNV gebruikt deze dag als aanleiding om te pleiten voor een wettelijk minimumloon van 16 euro per uur. Sinds 1 januari is dat 14,06 euro. Tegelijkertijd waarschuwt werkgeversvereniging AWVN dat de lonen in Nederland harder stijgen dan in de rest van de Europa. Daardoor zouden we onszelf uit de markt prijzen, is hun kritiek.

Krappe arbeidsmarkt

Dat de lonen in Nederland harder stijgen dan in veel andere Europese landen klopt, bevestigt econoom en Telegraaf-journalist Martin Visser. "Dat is ook een van de redenen dat de prijzen hier harder stijgen."

Maar het is ook wel logisch, vervolgt hij. "We hebben een hele krappe arbeidsmarkt en een extreem lage werkloosheid. Arbeid is schaars, dus daar staat een prijs tegenover."

Kansen voor bedrijven

Het gevolg van die relatief hoge lonen kan zijn dat Nederland in verhouding een duur land wordt, zegt Visser. "Nederland is heel afhankelijk van export. Een groot deel van onze economie draait daarop."

Toch ziet hij juist ook kansen voor bedrijven. "Je kunt zeggen dat dit het moment is om te gaan investeren in andere productiemethodes. Het zou een enorme stimulans moeten zijn om op een andere manier innovatiever te gaan werken, zodat we met de hoge loon ook meer gaan produceren."

Bekijk ook

'Niet per se slecht'

Of een wettelijk minimumloon van 16 euro per uur een reeële optie is, naar Vissers idee? "Lang werd gedacht, ook door economen, dat het verhogen van het minimumloon heel slecht zou zijn voor de economie. Maar in die theorie zijn inmiddels wel nuanceringen aangebracht", vertelt hij.

"Als je het minimumloon van een heel laag niveau ophoogt naar een beter niveau, waarmee je ervoor zorgt dat mensen een beter bestaan kunnen opbouwen, dan valt het eigenlijk wel mee met die negatieve consequenties."

info

Fat Cat Day

Dit is de dag waarop topbestuurders - de fat cats - in 2025 nu al net zoveel hebben verdiend als waar werknemers met een minimumloon een heel jaar voor moeten werken. Dat is ze dus in 7 dagen gelukt.

Frans Muller, de CEO van Ahold Delhaize, spant dit jaar de kroon. Hij had afgelopen donderdag rond de lunch al net zoveel verdiend als iemand met het minimumloon in een jaar.

Maatschappelijk issue

Wat Visser betreft gaat Fat Cat Day in eerste instantie over een maatschappelijk issue, niet over een economisch probleem. "Volgens mij is de vraag: wat vind je een redelijke en faire verhouding tussen het salaris van een topman en dat van een gemiddelde werknemer in een bedrijf?"

Hij vindt het terecht dat vakbonden dat op tafel leggen. "Dat moeten ze ook blijven doen. Dat kunnen ze gebruiken bij CAO-onderhandelingen en dergelijke."

'Niet goed voor onderlinge verhoudingen'

Het feit is in elk geval dat er sprake is van een groeiende loonkloof, bevestigt Visser. "En dat is denk ik niet goed voor de onderlinge verhoudingen. Hoewel het geen specifiek Nederlands probleem is, zie je in Nederland wel dat het sentiment richting het grote bedrijfsleven sterk verslechterd is in afgelopen jaren", ziet hij.

"Dat ging niet alleen over topsalarissen, maar ook over de dividendbelasting een aantal jaar geleden. Over belastingdeals die gesloten konden worden met de fiscus. Het is niet voor niks dat daar de afgelopen jaren allerlei adviezen over naar buiten zijn gekomen. En codes waaraan bedrijven zich moeten houden. Maar nog steeds zie je dat de loonkloof tussen de top en de basis van het bedrijf heel groot is."

'Zwakke argumentatie'

Visser: "Ik denk dat een bedrijf zijn eigen argumentatie erg verzwakt als een CEO 7 miljoen euro verdient en er elk jaar een paar procent bijkrijgt, als je tegelijkertijd zegt dat het minimumloon beperkt moet blijven. En als je ervoor pleit dat de CAO-loonstijging omlaag moet. Dat is waar de werkgevers via de AWVN nu toe oproepen."

"Als je zegt: 'Het is mooi geweest met al die loonsverhogingen in tijden van inflatie. We moeten pas op de plaats maken.' Dat argument wordt onderuit gehaald zodra dat niet geldt voor de CEO en andere mensen aan de top."

Kritisch kijken

De econoom en journalist vindt het dan ook terecht dat er op dagen als 'Fat Cat Day' aandacht gaat naar het feit dat topbeloningen over de volle linie behoorlijk zijn gestegen de afgelopen jaren. "Het moet wel met elkaar in verhouding blijven. Over de loonkloof wordt al heel lang gesproken. Maar die blijft heel erg groot."

"Het is daarom belangrijk voor bedrijven om heel kritisch te kijken naar wat ze zelf betalen aan de top van hun bedrijf", besluit hij.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant