Ongeveer 11.000 mensen die in Nederland tot een gevangenisstraf zijn veroordeeld zijn nog voortvluchtig. Zij worden niet altijd actief opgespoord. Dat blijkt uit onderzoek van Politie en Wetenschap.
Bijna de helft van de veroordeelden op die lijst is al langer dan vijf jaar voortvluchtig. Driekwart van de voortvluchtigen hebben een relatief korte straf staan, bijvoorbeeld twee maanden voor vermogenscriminaliteit. Het opsporen van deze mensen heeft geen hoge prioriteit bij de politie, concludeert Politie en Wetenschap.
De zwaardere criminelen staan op de lijst van het landelijke politieteam FASTNL, dat voortvluchtige criminelen actief opspoort. Een vrij grote groep in de middenmoot loopt de kans om aan de aandacht van de politie te ontsnappen. Volgens het onderzoek zou een deel van de voortvluchtigen ‘vindbaar’ zijn, als er maar gericht gezocht zou worden. Uit analyse van 27 strafdossiers van opgespoorde criminelen blijkt dat een aanzienlijk deel thuis, bij een partner, familie of vrienden verbleef.
Uit cijfers die EenVandaag vorig jaar in handen kreeg blijkt dat ook het aantal zware criminelen dat zijn straf ontloopt toeneemt. Het gaat om moordenaars, zedendelinquenten en fraudeurs. Ook meldde EenVandaag dat het speciale FAST-team zo’n duizend zaken in behandeling heeft van criminelen die nog een gevangenisstraf hebben uitstaan van tien maanden of meer.
Diefstal
Mannen zijn zwaar oververtegenwoordigd bij de voortvluchtigen. Zij vertegenwoordigen 87% van de 11.000 mensen op de lijst. Meer dan de helft van de voortvluchtigen is veroordeeld voor diefstal zonder geweld. Daaronder volgen mensen die drugsmisdrijven hebben gepleegd of mensen die veroordeeld zijn voor een ‘overtreding’, zoals het niet volgen van de APV of het overtreden van de leerplichtwet.
De groep is gevarieerd en bestaat uit allerlei voortvluchtigen. De helft heeft een openstaande strafduur van een maand, een kwart heeft nog een tot twee maanden te zitten. Een kleine tien procent moet nog meer dan 120 dagen de cel in.
Kijkend naar die laatste groep is 12 procent geboren in Nederland. Andere landen die hoog terugkomen in de top-10 van mensen die nog een langere strafduur hebben openstaan zijn de Nederlandse Antillen en Aruba en Turkije. Een deel van de zwaardere criminelen lijkt volgens het onderzoek in het buitenland te verblijven.
Snelrecht
De politie en het ministerie van Veiligheid en Justitie laten in een reactie weten het probleem te herkennen en maatregelen te hebben genomen om de opsporing van veroordeelden te verbeteren. Zo zijn ICT-systemen aan elkaar gekoppeld en zijn er speciale teams gevormd die achter voortvluchtigen aan jagen. “Wie veroordeeld is moet zijn straf ondergaan”, aldus het ministerie. “In 90 procent van de gevallen gebeurt dat binnen twee jaar.”
Diverse fracties in de Tweede Kamer dringen aan op extra maatregelen. Zo pleit het CDA voor meer snelrecht waarbij veroordeelden direct na het vonnis hun straf uitzitten. De VVD en PVV dringen aan op een verschijningsplicht voor verdachten: criminelen moeten verplicht bij het vonnis aanwezig zijn en hun straf bij een veroordeling direct ondergaan. Ook willen ze van demissionair minister Blok van Veiligheid en Justitie weten wat hij gaat doen om verjaring van opgelegde celstraffen te voorkomen.
In EenVandaag voorzitter Jan Struijs van de Nederlandse Politiebond (NPB) en CDA-Kamerlid Chris van Dam, zelf ex-agent en oud-officier van justitie.
In Berlicum werd afgelopen maand verhit gesproken over een mogelijk azc, met een intimiderend protest tijdens een raadsvergadering als kookpunt. Het plan lijkt hierna in de koelkast gezet: is de gemeenteraad gezwicht voor geweld? "Het is heel complex."
Om het overvolle stroomnetwerk te ontlasten, wordt gezocht naar creatieve oplossingen. Minister Sophie Hermans en staatssecretaris Chris Jansen sluiten vandaag een 'netcongestiedeal' met de ov-sector om netcongestie tegen te gaan.
Elektrische auto's, zonnepanelen, warmtepompen: ons stroomnetwerk is overvol. Netcongestie wordt dat genoemd.
File op het net
"We kunnen spreken van file op het elektriciteitsnet", zegt energieanalist Sanne de Boer van de Rabobank. "Vergelijk het met de de snelweg. Als iedereen tegelijk wil invoegen, dan kan dat niet."
"Hetzelfde gebeurt op het stroomnet. De afgelopen jaren heeft iedereen meer elektriciteit verbruikt, en vaker op hetzelfde moment. Dat past niet."
Deal met de ov-sector
Om deze zogenoemde netcongestie te bestrijden, is de komende 15 jaar een investering van 195 miljard euro nodig, volgens het Rijk. In de tussentijd wordt er gezocht naar creatieve oplossingen.
Minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei en staatssecretaris Chris Jansen van Openbaar Vervoer en Milieu sluiten daarom vandaag een 'netcongestiedeal' met de openbaar vervoerssector. Het idee is dat het openbaar vervoer gaat helpen om de druk op het elektriciteitsnet te verminderen.
"Op deze manier kunnen we efficiënter gebruikmaken van de infrastructuur die er al is", legt De Boer uit. "Openbare vervoersbedrijven maken gebruik van hun eigen elektriciteitsnetten. Op sommige momenten zijn die kabels hard nodig, bijvoorbeeld in de ochtend- en avondspits", legt ze uit.
"Maar wanneer er minder openbaar vervoer rijdt, kunnen de kabels gebruikt worden om auto's of elektrische bussen op te laden. Hier hoef je dus geen extra kabels voor in de grond te leggen."
Idee op een bierviltje
Het Rotterdamse ov-bedrijf RET is al volop bezig met duurzaam gebruik van energie. "Naast het delen van ons stroomnet, hebben we nu ook een batterij in de buurt van de Erasmusbrug geplaatst", vertelt technicus Leo Vliegenthart van de RET.
"5 jaar geleden heb ik het idee op een bierviltje geschreven. Het woord 'netcongestie' bestond toen nog niet eens."
"Op het moment dat er een tram voorbij rijdt, en die remt, dan levert die tram energie terug aan de batterij. De batterij wordt op deze manier continu opgeladen en werkt kostenefficiënt", legt Vliegenthart uit. "De batterij fungeert als powerbank."
De opgeslagen stroom kan weer gebruikt worden om andere voertuigen op te laden. "Op deze manier proberen wij de 'file' op het stroomnet te omzeilen en dragen wij 20 tot 25 procent bij aan de laadsector van Rotterdam."
Alleen geschikt voor kleine hoeveelheden
Maar ondanks de voordelen van zo'n batterij blijft energieanalist De Boer sceptisch. "Batterijen zijn zeker functioneel", zegt ze. "Maar ze nemen ook veel ruimte in."
"Bovendien zijn batterijen alleen geschikt om kleine hoeveelheden energie voor korte tijd op te slaan", vervolgt ze. "Helaas kunnen we de overtollige zonnestroom van de zomer niet bewaren tot aan de winter."
Volgens De Boer is het getekende convenant tussen het Rijk en de ov-sector niet de hele oplossing voor netcongestie. "We moeten niet verwachten dat we hierdoor uit de problemen zijn. Het is ook nodig om de netten te verzwaren, maar dit kost veel tijd en geld."
"Slimmer gebruikmaken van de infrastructuur die we hebben, is een 'no-brainer'. Maar het blijft een klein deel van de oplossing."
'Overgebleven' stroom van trams en metro's ergens anders gebruiken om elektriciteitsnet te ontlasten? 'Deel van oplossing'