Er is veel draagvlak om mensen in de bijstand verplicht te laten werken voor hun uitkering, ook als het om veel uren en laag geschoolde arbeid gaat. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder 24.000 mensen. In de gemeente Rotterdam moeten bijstandsgerechtigden twintig uur per week verplicht werken in ruil voor hun uitkering. Als ze dat weigeren worden ze gekort.

Deze Rotterdamse variant kan op veel steun rekenen:  60 procent vindt dit een goede zaak.  In het onderzoek werden verschillende onconventionele plannen voorgelegd die de afgelopen jaren in de gemeente Rotterdam zijn doorgevoerd. 

Volgens de Participatiewet kunnen gemeenten mensen met een bijstandsuitkering verplichten om een ‘tegenprestatie naar vermogen’ te leveren voor hun uitkering, zoals koffie schenken in een verpleeghuis, verkeersborden schoonmaken of een talencursus volgen. De tegenprestatie zou mede bedoeld zijn om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. In de praktijk zijn er grote verschillen in de manier waarop gemeentes hier invulling aan geven. Rotterdam gaat hierin verder dan de meeste andere gemeentes. 

Onder niveau?

Voorstanders zien liever dat mensen werken dan alleen 'hun hand ophouden’. Dat het werk vaak onder het niveau van de bijstandsgerechtigden is vinden zij meestal geen probleem (61%). Zij hopen dat het hen juist zal prikkelen om een echte baan te zoeken. 

Een derde (31%) vindt het niet acceptabel om mensen twintig uur per week verplicht te laten werken, zoals in Rotterdam gebeurt. Ze denken dat ze zo geen tijd meer over houden om serieus te solliciteren en het laaggeschoolde werk zal hen ook niet helpen om terug te keren naar de arbeidsmarkt. Ze zien het als stigmatiserend en misbruik maken van goedkope arbeidskrachten. 

Wasgoed controleren

Veel bijstandsgerechtigden die meededen aan het onderzoek zien bezwaren voor zichzelf: 'Ik ben 61 en zware hartpatiënt. Ik heb een IQ van 130 maar ik moet werken op het laagste niveau: controleren of het wasgoed wel schoon genoeg is in het verpleeghuis’, zo zegt een deelnemer. Een andere bijstandsgerechtigde schrijft: ‘Ik was bedrijfsleider bij een grote supermarkt met € 500.000,- omzet per week en zo'n 225 medewerkers. Ik ga geen spijkertjes in een doosje stoppen, idioot dat ze dat durven vragen.’ Toch zijn ze niet allemaal negatief. Een deel ziet ook wel voordelen van het hebben van het deelnemen aan het arbeidsproces en het in contact komen met nieuwe mensen. 'Als bijstander werk ik als vrijwilliger bij diverse sociale en culturele instanties. Ik vind dat ik hier veel voor terug krijg. Helaas nog niet de nieuwe baan maar wel een groter netwerk. Zo blijf ik hoop houden.’ 

Lage inkomens weren uit wijken 

Afgelopen jaren zijn in Rotterdam meer onconventionele plannen doorgevoerd. Deze vallen over het algemeen goed bij de deelnemers aan het onderzoek. Zo krijgen mensen met laag inkomen, vooral uitkeringsgerechtigden, in bepaalde wijken geen woning, terwijl mensen met een baan wel toegelaten worden, de zogenaamde ‘Rotterdamwet'. Doel is om de leefbaarheid van buurten met veel problemen te verbeteren. Ook hier vindt de grootste groep (53%) dit een goed idee. Zij geloven dat meer diversiteit de leefbaarheid inderdaad ten goede komt. Tegenstanders (24%) betwijfelen dit, volgens hen betekent een laag inkomen niet automatisch dat iemand problemen veroorzaakt. 

‘Asowijken'

Rotterdam nam ook het initiatief om aparte wijken in te richten voor huurders die extreem veel overlast geven. In de volksmond worden deze ook wel ‘asowijken' genoemd. De helft van de ondervraagden ziet dit wel zitten (51%). Een derde vindt het een slecht idee, zij denken dat het weinig zin heeft omdat de overlast zich alleen maar verplaatst. 

Over het onderzoek

Aan het onderzoek deden 24.040  leden van het EenVandaag Opiniepanel mee.

Het onderzoek is gehouden van 21 tot en met 25 augustus 2017.

Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 55.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de peilingen onder het EenVandaag Opiniepanel zijn na weging representatief voor zes variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2017.

Panelleden krijgen ongeveer één keer per week een uitnodiging om aan een peiling mee te doen. Op de meeste onderzoeken respondeert 50 tot 60 procent van de panelleden.

Download

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.