We zijn allergisch voor koemelk, pinda’s, gluten, e-nummers of zelfs voor water. 12 procent van alle Nederlanders zegt een voedselallergie te hebben. Nu blijkt dat minder dan een derde van deze mensen ook echt de medische symptomen van een allergie hebben.
We rekenen onszelf dus massaal allergischer dan we eigenlijk zijn. Dat blijkt uit onderzoek van Dorien Westerlaken, die daar inmiddels op is gepromoveerd.
Allergisch of intolerant?
Hoe kan het dat zoveel mensen denken dat ze allergisch zijn, terwijl dat niet zo is? “Mensen gebruiken die diagnose graag om meer controle te voelen. Of ze verwarren een intolerantie met een allergie”, vertelt Dorien Westerlaken. Bij een allergie zijn er antistoffen in het lichaam aanwezig tegen bepaalde soorten voedsel. Bij een intolerantie is dat niet het geval en ben je dus niet allergisch.
“Anderen hebben weer last van het placebo-effect”, zegt Westerlaken. “Die geloven zo erg in hun allergie, dat er daadwerkelijk reacties plaatsvinden.”
De huisarts
Toosje Valkenburg is huisarts in De Bilt. Ze is niet verbaasd dat veel mensen onterecht denken dat ze een allergie hebben. “Ik denk vooral dat het een taalkundig probleem is. Mensen vegen alle klachten die ze van voedsel kunnen krijgen op één hoop: die van een allergie.” De medische wereld gebruikt alleen in specifieke gevallen de term allergie. Via een bloedtest wordt bepaald of iemand antistoffen voor een bepaald soort voedsel heeft.
Valkenburg zou nooit zomaar tegen mensen zeggen dat hun allergie is ingebeeld. “De problemen die mensen hebben zijn subjectief. Ik kan alleen een behandeling geven. Die is voor een voedselintolerantie anders dan voor een allergie.”
'Niet te licht over echte allergie denken'
Onderzoeker Dorien Westerlaken wijst op het gevaar dat kan ontstaan als veel mensen onterecht een allergie zeggen te hebben. “Het kan gebeuren dat we te licht over allergie gaan denken. Echte allergieën dragen gevaarlijke risico’s met zich mee en daar moeten we heel serieus mee omgaan.” Verschillende voedselallergieën kunnen ernstige gevolgen hebben. “Nu zie je dat in een restaurant de croutons nog snel uit de salade gevist worden, voordat die naar een allergische tafelgast gaat, niet wetende dat die gast daarvan in een potentieel dodelijke shock kan komen.”
Westerlaken wijst ook op de rol van de huisarts in het geven van voorlichting. “Veel te weinig mensen weten dat er een speciale pen bestaat waarmee mensen met een allergie zichzelf een eerste injectie kunnen geven als ze toch iets verkeerds eten.” Huisarts Toosje Valkenburg is het daar volledig mee eens. “Het verbaast me wel dat weinig mensen zo’n pen hebben. Die is namelijk heel erg belangrijk.”
Een adrenaline auto‐injector, ook wel 'epipen', is een voorgevulde injectiespuit waarmee je jezelf in het geval van een ernstige allergische reactie kunt injecteren. Bij zo'n 'anafylactische reactie' reageert het lichaam in korte tijd met een overmatige afweerreactie op prikkels van voeding, geneesmiddelen of een insectensteek. De verschijnselen of symptomen treden op in verschillende organen, zoals de ogen, de huid, maag, darmen en de longen, en meestal in meerdere organen tegelijk. In het ergste geval treedt een bloeddrukdaling op, waardoor de persoon het bewustzijn kwijt kan raken en in shock belandt.
De epipen dient adrenaline toe, waardoor de bloeddruk omhoog gaat, de hartslag versnelt en de luchtwegen zich weer kunnen verwijden. Na het gebruik van de pen moet iemand alsnog snel 112 bellen, of richting de huisarts.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.