Na jaren van discussie maakte Koning Willem-Alexander excuses voor het slavernijverleden van Nederland. Voor EenVandaag Vraagt vroegen we wat jullie wilden weten over dit slavernijverleden. Historicus Pepijn Brandon geeft antwoord op vier vragen.

Het is 150 jaar geleden dat de slavernij in het Nederlands Koninkrijk stopte. Op 1 juli 1863 werd de slavernij bij wet afgeschaft in Suriname en de Caraïbische eilanden, toen nog koloniën. Een deel van de tot slaafgemaakten moest alleen nog tien jaar onder staatstoezicht blijven werken op de plantages, tot 1873. Daarom werd gisteren 150 jaar afschaffing van de slavernij herdacht en gevierd.

1. Waarom maken we ons slavernijverleden nu pas bespreekbaar?

Er is in Nederland steeds meer aandacht voor het slavernijverleden, ziet professor mondiale economie en sociale geschiedenis aan de Vrije Universiteit (VU) Pepijn Brandon. "Sinds 20 jaar groeit de aandacht. Voor die tijd was er wel kennis over het slavernijverleden, maar werd het niet gezien als zo'n belangrijk onderdeel van de Nederlandse geschiedenis. Onterecht, blijkt inmiddels uit vele onderzoeken."

"Het slavernijverleden krijgt nu meer aandacht, onder andere doordat nabestaanden van tot slaafgemaakten mondiger zijn geworden. Zij spreken zich uit: waarom is er weinig ruimte voor dit deel van de Nederlandse geschiedenis?"

Dit gaat samen met het debat over racisme in onze huidige samenleving, vertelt Brandon. "De discussie gaat natuurlijk over het slavernijverleden zelf, maar ook over de doorwerking daarvan in het nu. Over de ongelijkheid waarvan nog altijd sprake is. Verleden en heden worden in de schijnwerpers gezet, bijvoorbeeld door de opkomst van de beweging 'Zwarte Piet is racisme' en door Black Lives Matter."

Bekijk ook

2. Hoe kan het slavernijverleden nu nog voelbaar zijn voor nabestaanden van tot slaafgemaakten?

"Het slavernijverleden is tastbaar, je ziet de verwijzingen ernaar bijvoorbeeld in gevelstenen en gebouwen. Maar de doorwerking ervan is ook psychologisch", zegt de historicus. "Geschiedenis speelt altijd een rol in het menselijk bewustzijn. Als jouw voorouders als slaven op een plantage zijn geboren, heeft dat invloed op jouw persoonlijke geschiedenis. Het heeft invloed op hoe je naar je eigen geschiedenis en identiteit kijkt."

"De ongelijkheid die nakomelingen van tot slaafgemaakten vandaag de dag ervaren, is verweven met de ongelijkheid die generaties teruggaat. De slavernij werd afgeschaft in de 19de eeuw, maar het systeem van ongelijkheid niet. De bewoners van een kolonie werden na de afschaffing nog steeds als tweederangs burgers gezien."

Een andere manier waarop het slavernijverleden nog voelbaar is voor velen, is hun naam, vertelt Brandon. "Een van de gruwelijkheden van de slavernij was dat mensen die tot slaaf werden gemaakt, hun naam kwijtraakten. Bij aankomst op de plantages kregen ze een naam van de plantagehouder. Ook na de afschaffing van de slavernij behielden veel tot slaafgemaakten noodgedwongen die naam."

Brandon vindt het begrijpelijk dat mensen vandaag de dag niet langer herinnerd willen worden aan hun pijnlijke persoonlijke geschiedenis en daarom hun naam willen veranderen. Er ligt een wetsvoorstel om vanaf 2024 naamsverandering gratis mogelijk te maken voor nakomelingen van tot slaafgemaakten.

Pepijn Brandon
Bron: Anne van Gelder
Pepijn Brandon

3. Wat kunnen witte Nederlanders doen om nabestaanden van tot slaafgemaakten zich erkend te laten voelen?

Het debat over het slavernijverleden wil weleens omslaan in het oproepen van schuldgevoel. "Niemand zegt dat mensen die nu leven verantwoordelijk zijn voor de daden van slavenhouders, plantagebezitters en slavenhandelaren", zegt Brandon. "Ik denk dat je daadwerkelijk verdiepen in het verleden en je openstellen voor de verhalen over het verleden ontzettend belangrijk is."

Historisch bewustzijn is een manier om erkenning te geven aan de nakomelingen van tot slaafgemaakten, volgens de historicus. "Daarmee laat je zien hoe jij omgaat met dat stukje geschiedenis van Nederland en hoe jij naar de wereld kijkt. Je laat zien dat je verantwoordelijkheid wil dragen."

Over het aanbieden van excuses door de politiek zegt hij het volgende: "Goede excuses zijn een vorm van erkenning. Twee jaar geleden zei premier Mark Rutte nog dat excuses polariserend werken, maar een duidelijke erkenning van de autoriteiten voor het slavernijverleden werkt juist depolariserend", weet Brandon. "Het bevordert de voortgang van de discussie."

Bekijk ook

4. Is het niet voldoende als vanaf nu een duidelijk lespakket wordt aangeboden op scholen?

Goed onderwijs helpt zeker bij het historisch besef, zegt Brandon. "Heel lang werden mensen nauwelijks onderwezen over het slavernijverleden. Om te weten wat er is gebeurd, zijn goede lespakketten belangrijk. Meer kennis over het slavernijverleden draagt ook bij aan discussie over hoe we het hardnekkige patroon van ongelijkheid kunnen bestrijden. Het slavernijverleden is niet de enige oorzaak van hedendaags racisme, maar wel een belangrijk aspect in het creëren van racistische patronen, denkwijze en taal."

Om ongelijkheid die voortkomt uit het slavernijverleden te bestrijden, is volgens Brandon meer nodig. "Het is bijvoorbeeld belangrijk dat we actief nadenken over de rol van standbeelden en straatnamen die verwijzen naar historische figuren uit het slavernijverleden", vindt hij.

"Vaak wordt beweerd dat het aanpassen daarvan neerkomt op het censureren van het verleden. Maar dat is niet juist. De straatnamen en standbeelden die ter discussie staan, stammen namelijk niet uit de tijd van de slavernij, maar zijn opgericht aan het einde van de 19de en 20ste eeuw. Een voorbeeld hiervan zijn de twee tunnels in Amsterdam die vernoemd zijn naar Jan Pieterszoon Coen, een van de beruchtste koloniale figuren uit de Nederlandse geschiedenis."

"Steeds meer steden omarmen het initiatief om straten nu juist te vernoemen naar personen die een rol hebben gespeeld in de antikoloniale strijd of die zich hebben verzet tegen slavernij. Een recent voorbeeld van deze erkenning is het eerherstel voor Anton de Kom, een invloedrijke Surinaamse antikoloniale denker. Dit initiatief markeert een verschuiving van de trotse VOC-mentaliteit naar een grotere bewustwording van onze geschiedenis."

De discussie over het slavernijverleden maakt duidelijk dat de overheid een rol heeft in ons historisch besef, ziet Brandon. "Lange tijd heeft de overheid erkenning over het slavernijverleden tegengehouden. Oud-minister-president Jan Peter Balkenende noemde de VOC-mentaliteit zelfs 'iets goeds'. Met excuses en voorstellen voor lespakketten, schadevergoedingen en naamsveranderingen, worden nu stappen gezet richting erkenning."

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.