Van toprechercheur tot crimineel

Hij was een van de onbetwiste kopstukken van de Nederlandse recherche en leek een toonbeeld van onkreukbaarheid. Maar toprechercheur Jan Petter eindigde als de man achter de moorden in Kekerdom. Een avontuur in de criminele hennepteelt eindigde in een bloedbad waarbij Petter twee zakenpartners en zichzelf doodschoot.

Het drama in Kekerdom roept vragen op over de integriteit binnen de politie. Hoe kan een hoge politiefunctionaris zo ernstig onstporen? In EenVandaag reageert korpschef Henk van Zwam van de politie Gelderland-Zuid, waar Petter werkte als recherchebaas. Het bloedbad in Kekerdom en de ontknoping van het drama is er ingeslagen als een bom. Ook reageert hoogleraar integriteit Leo Huberts. Hij doet met een team wetenschappers aan de Vrije Universiteit Amsterdam als jaren onderzoek naar integriteitsschendingen bij de politie. Hij pleit voor een diepgravend onderzoek naar de oorzaken achter misstappen van agenten.

Moorden Kekerdom

Vorige week zondag deed de politie in het Gelderse grensdorp Kekerdom een bizarre vondst: in de woning van hoofdrechercheur Jan Petter lagen drie lichamen met schotwonden. De 59-jarige politieman en bouwondernemer Rene van de Wijdeven en sportinstructrice Inge Kee uit het naburige dorp Millingen. In het huis van Petter werd een flinke hennepplantage aangetroffen. En ook bij de andere slachtoffers thuis vinden rechercheurs spullen voor het bouwen van een professionele wietplantage.

Politieman schutter

Gisteren maakte de politie bekend dat Jan Petter de schutter was. Met zijn dienstwapen schoot hij zijn bezoekers en zichzelf dood, luidt de voorlopige conclusie in het omvangrijke opsporingsonderzoek van de politie Gelderland-Midden. De drie slachtoffers zouden een driehoeksverhouding hebben gehad die vlak voor het drama stukliep. Petter hielp het tweetal financieel en op andere manieren. De ondernemer Van Wijdeven zat in financiele problemen na een faillisement. Hij is in het verleden veroordeeld voor faillissementsfraude en banden met het drugscircuit.

Korps doorgelicht

De Rijksrecherche onderzoekt of mensen binnen het korps Gelderland-Zuid wisten van de handel en wandel van de gevallen recherchechef. Ook worden opsporingsonderzoeken waaraan Petter heeft gewerkt opnieuw tegen het licht gehouden om te zien of die ‘schade hebben opgelopen’. Zaken met corrupte agenten komen zelden voor. Wel worden jaarlijks zo’n 1400 politiemensen onderworpen aan een integriteitsonderzoek. Bij ongeveer de helft van de onderzoeken is het raak en volgen maatregelen. In 2010 werden 112 agenten betrapt op een strafbaar feit, in 2008 waren dat er 93. Gemiddeld 75 agenten vliegen er jaarlijks uit omdat ze hun positie of bevoegdheden hebben misbruikt. Dan gaat het bijvoorbeeld om lekken van informatie (naar criminelen), diefstal, fraude en omkoping.

Afscheidsbrieven

De politie vond het dienstwapen van Petter naast zijn hand. De politiechef kwam om het leven door een schot in zijn hoofd. De andere man en de vrouw hadden schotwonden in hun lichaam en hun hoofd. Op een laptop in de woning van de politieman troffen rechercheurs afscheidsbrieven aan en een relaas over de relatie tussen Petter en de man en de vrouw uit Millingen aan de Rijn. De politie wil daar uit respect voor de nabestaanden niet meer over zeggen

Coordinator Interne Onderzoeken

Korpschef Van Zwam is geschokt en verrast over het afglijden van zijn medewerker. Hij zegt geen signalen te hebben gehad, behalve dat Petter 'extreem betrokken was bij het politiewerk'. Petter was een zeer ervaren rechercheur en werkte al decennia bij de politie. Hij was een van de eerste politie-infiltranten in de jaren '80 en maakte als pseudo-koper jacht op drugscriminelen door deals met de onderwereld te sluiten. Hij was jarenlang leider van een arrestatieteam. Bij het korps Gelderland-Zuid was hij Hoofd Recherche Tweestromenland. En hij was van 2003 tot 2007 coordinator van de interne onderzoeken naar integriteit binnen het korps.