Schoonmakersstakingen: een profiel
Het is nu al een van de langstlopende stakingen die ons land ooit gekend heeft: die van de schoonmakers. Al ruim 14 weken wordt er door honderden mannen en vrouwen niet meer gezeemd, gesopt en gemopt.
Inzet zijn de vastgelopen CAO-onderhandelingen. De schoonmakers willen verbetering van hun arbeidsomstandigheden en dat de eerste twee ziektedagen worden doorbetaald. De werkgevers, verenigd in de OSB, zien dat niet zitten. En nu zitten de onderhandelingen helemaal vast.
EenVandaag spreekt met Rob Bongenaar, directeur van OSB, en Ron Meyer van FNV Bondgenoten. Schoonmakers laten zien onder wat voor druk zij werken. Lukt het ze om in 90 seconden een wc-blok schoon te maken?

Tijdelijke gedenkplek Srebrenica stap vooruit, maar behoefte aan nationaal moment blijft: 'Dit is ons gedeelde verleden'
30 jaar na de genocide in Srebrenica is er nog altijd geen nationaal monument. Vandaag wordt in Den Haag een tijdelijke gedenkplek onthuld. Een stap vooruit, maar voor Bosnische Nederlanders en nabestaanden voelt het nog lang niet als echte erkenning.
Bij het voormalig Joegoslaviëtribunaal staan 8.372 steentjes, gebeiteld uit grafstenen, symbool voor de 8.372 Bosnische mannen en jongens die uit Srebrenica werden weggevoerd en vermoord. De 'tijdelijke plaatsmarkering' is onderdeel van de strijd voor erkenning vanuit de Bosnische gemeenschap in Nederland. Want die is er nog veel te weinig, zegt ook schrijver Mustafa Hadziibrahimović.
'Erkenning heel belangrijk'
De Bosnische Nederlander vluchtte zelf uit het voormalig Joegoslavië in de jaren 90. Dit jaar verzamelde hij 44 brieven van nabestaanden en overlevenden van Srebrenica, als een manier om de genocide te herdenken.
"Er moet een monument komen", vertelt hij. "We zijn inmiddels 30 jaar verder. Het had er al veel eerder moeten zijn. Die erkenning is zo belangrijk voor de slachtoffers en nabestaanden. Maar het is nooit te laat, want mensen die het meemaakten, doet erkenning nog steeds goed."
Nationaal monument
Maar ondertussen is er nog geen monument in Nederland om de gebeurtenissen te erkennen en herdenken, tot ongeloof en verdriet onder de nabestaanden. De stichting Nationaal Monument Srebrenica Genocide '95 (NMSG'95) zet zich in om een permanent monument te realiseren, op het Churchillplein in Den Haag, recht voor het voormalig Joegoslaviëtribunaal.
De gemeente Den Haag, samen met de gemeente Rotterdam, het ministerie van Defensie en het ministerie van Buitenlandse Zaken, werkten mee aan de totstandkoming van de plaatsmarkering als tijdelijk monument. Burgemeester van Den Haag Jan van Zanen wil dat de tijdelijke gedenkplek een eerste stap wordt, die een nationaal monument dichterbij brengt.
Partijen moeten het eens worden
Kortgeleden werd in de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de regering werd opgeroepen zich 'actief in te zetten voor een nationale herdenkingsplek'. Maar daar is nog geen zicht op.
Dat ligt vooral aan de beoogde plek, volgens Van Zanen. "Het pand van het voormalige Joegoslaviëtribunaal is in bezit van het Rijk. Het realiseren van een permanent nationaal monument is een Rijksaangelegenheid. En het besluit om mee te werken aan de Nederlandse missie toentertijd, was een regeringsbesluit." De verschillende partijen moeten het een worden over de ontwikkeling van het monument, iets wat tot nu toe nog niet zo is.
Herdenken van nationaal belang
Van Zanen onderstreept het belang van een nationaal monument: "De genocide van Srebrenica is ons gedeelde verleden. Het maakt deel uit van de geschiedenis van dit land, en van de stad Den Haag. Als gaststad van het Joegoslaviëtribunaal heeft Den Haag mogen bijdragen aan de veroordeling van de belangrijkste verantwoordelijken voor de oorlogsmisdaden en genocide tijdens de oorlog in voormalig Joegoslavië. Het herdenken ervan is van nationaal belang."
Dat vindt ook Hadziibrahimović: "Er is weinig erkenning voor wat er gebeurt. Het lijkt alsof we het allemaal zo snel mogelijk willen vergeten. Ik vind dat er meer over gepraat moet worden, zodat het hopelijk nooit meer gebeurt."
Onderwijs
Naast het realiseren van een monument, ligt dat ook aan onderwijs, zegt Hadziibrahimović. "Ik kom op scholen waar ik lezingen geef, onder andere over de genocide. Vanuit mijn eigen ervaring: van de 30 leerlingen, heeft misschien één ooit van Srebrenica gehoord.
"Het is schokkend, keer op keer, dat onze leerlingen niets van de grootste genocide op Europese bodem na de Tweede Wereldoorlog. En dat is zeker het onderwijs aan te rekenen."