radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Roos is klaar met vooroordelen over Paralympische Spelen: 'Uiteindelijk wil iedere atleet hetzelfde en werken we even hard'

Roos is klaar met vooroordelen over Paralympische Spelen: 'Uiteindelijk wil iedere atleet hetzelfde en werken we even hard'
Roos met haar vader en de bronzen plak
Bron: Eigen foto Roos Oosterbaan

Het moet afgelopen zijn met de aannames en vooroordelen over de Paralympische Spelen, vindt rolstoelbasketballer en Paralympisch medaillewinnaar Roos Oosterbaan. "Uiteindelijk wil iedere atleet hetzelfde en werken we even hard."

In totaal ging Roos Oosterbaan uit Amsterdam vier keer naar de Paralympische Spelen. In Athene, Peking, Londen en Rio de Janeiro. Tijdens die laatste twee behaalde ze brons met de basketbaldames.

Dwarslaesie

Roos kwam in aanraking met rolstoelbasketbal in het revalidatiecentrum. In 1999 kreeg ze, vlak voordat ze 20 jaar werd een ruggenmerginfarct, met een dwarslaesie als gevolg. "Ik deed in het revalidatiecentrum een keer mee met een potje basketbal, want ik vond het belangrijk om fit te blijven."

Het ging niet vanzelf: ze moest wennen aan de rolstoel en aan het feit dat iedereen daar in rolstoel zat. "Ik moest een drempel over." Van het een kwam het ander en buitenlandse toernooien volgden. Uiteindelijk waren daar in 2004 haar eerste Spelen. "Heel bijzonder om mee te maken."

'Emotie verschilt niet'

Over de Paralympische Spelen, die volgende week beginnen, bestaan veel aannames, merkt Roos. Ze wil die op een positieve manier tackelen. "Mensen zien verschillen met de Olympische Spelen, ze zien sporten die ze niet kennen en die er wellicht minder spectaculair uitzien."

En die verschillen zijn er natuurlijk ook, maar uiteindelijk wil iedere atleet hetzelfde. Of die nu op de Olympische of Paralympische Spelen staat, zegt Roos. "De emotie die erbij komt kijken, het harde werk en dat je echt het uiterste van jezelf vraagt en wil, dat ervaren alle sporters."

Roos op de Olympische Spelen
Bron: eigen foto
Roos (rechts) met brons tijdens de Spelen

Meer medailles

Welke vooroordelen Roos zoal hoort? "Bijvoorbeeld dat er meer medailles worden uitgedeeld op de Paralympische Spelen in vergelijking met de Olympische Spelen, terwijl er wel minder atleten aan meedoen."

Maar veel vraagtekens die bij de Paralympische Spelen worden gezet, kun je ook bij de Olympische Spelen zetten, volgens Roos. "Kijk bijvoorbeeld naar het kogelstoten op de Olympische Spelen. Daar worden ook medailles gegeven, terwijl er relatief weinig atleten aan meedoen."

Sport als ommekeer

Iedere Paralympiër heeft een eigen verhaal. "Kijk naar Kimberly Alkemade, die door een busongeluk een onderbeen verloor en ook haar moeder verloor", vertelt Roos. Alkemade was 8 jaar en met haar gezin op weg naar vakantie in Spanje.

"Het zijn zulke indrukwekkende en heftige verhalen die Paralympiërs hebben. De sport is dan vaak een ommekeer in iemands leven."

Bekijk ook

Superster

"Op een gegeven moment zet je weerstand om naar kracht. En dan merk je: ik kan ook een keer de snelste zijn. Ik kan ook een keer iets het beste. Kijk naar Bibian Mentel. Als paralympiër kan je net zo goed een superster worden."

"En kijk naar dressuuramazone Rixt van der Horst. Paardenmeisjes op stal willen net zo graag met haar op de foto als met Edward Gal. Dat is gewoon heel mooi." Elke Paralympiër heeft zijn eigen verhaal. "En dat kan dus een heftig effect hebben in positieve zin."

Voor het grote publiek interessant

Dit soort verhalen wil Roos, die al jaren radiomaker is bij NPO Radio 1, uitlichten in de podcast en het radioprogramma dat zij gaat maken over de Paralympische Spelen. Daarin gaat ze in gesprek met Paralympiërs, oud-atleten en andere betrokkenen.

"Het wordt een niche programma genoemd zoals dat dan heet, omdat het voor een kleinere groep mensen interessant is. Maar het zou fijn zijn als dat nu eens niet het geval blijkt."

Roos in een wedstrijd op de Paralympische Spelen
Bron: Mathilde Dusol Fotografie
Roos (links) tijdens een wedstrijd op Spelen

Wie we moeten volgen

Volgens Roos gaan de Paralympische Spelen allang niet meer over 'wat leuk dat je meedoet'. "De selectieregels van NOCNSF zijn zelfs strenger dan wat het internationaal moet zijn. Dat komt doordat ze ook echt medailles willen pakken. En daarom denk ik ook dat we er echt goed voorstaan deze Paralympische Spelen."

Wie we in de gaten moeten houden? Natuurlijk de rolstoelbasketballers, zegt Roos. "Er is een mooie nieuwe jonge lichting waarmee ik hoop dat we goud halen. Maar kijk ook naar tafeltennisser Kelly van Zon, zij is de nummer 1 van de wereld. En in tennis zijn we ook de beste."

Minder aandacht

Elke Spelen wordt er weer gezegd dat er eigenlijk niet genoeg aandacht is voor de Paralympische Spelen. Maar van het klagerige is Roos niet. Wel denkt ze dat mediamakers er veel meer verhalen over zouden kunnen maken.

"Daar zou ik veel meer op inzetten. Het is voor een grote groep belangrijk. Het is sport, het is innovatie, het zijn de mooie persoonlijke verhalen. Het heeft veel in zich."

Vandaag komen er twee afleveringen van de podcast online en daarna tot vrijdag elke dag een. Volgende week begint het nachtprogramma van Roos op Radio 1, waar ze twee weken lang te horen is.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Staat haperende Zeesluis IJmuiden symbool voor breder probleem? 'Rijkswaterstaat is in technisch opzicht verwaarloosd'

Staat haperende Zeesluis IJmuiden symbool voor breder probleem? 'Rijkswaterstaat is in technisch opzicht verwaarloosd'
Zeesluis IJmuiden kan niet op volle capaciteit draaien door een ontwerpfout van Rijkswaterstaat
Bron: EenVandaag

De nieuwe zeesluis in IJmuiden, de grootste ter wereld, kampt met een hardnekkige technische fout: een zoutdam die niet goed werkt. De moeilijkheden staan voor structurele problemen bij Rijkswaterstaat, vermoeden experts.

De zeesluis bij IJmuiden moet tegelijkertijd zorgen voor een veilige en efficiënte toegang tot de haven van Amsterdam, en voor de scheiding van zoet- en zoutwater. Daarvoor werd een 'zoutdam' ontworpen: een obstakel in het spuikanaal van de sluis, dat moet zorgen dat alleen zoutwater wordt afgevoerd richting zee, en dat het zoete water binnendijks blijft.

Zout zwaarder dan zoet

Hoogleraar experimentele hydraulica Wim Uijttewaal, verbonden aan de TU Delft, legt uit hoe de dam moet werken: "Omdat zoutwater zwaarder is dan zoetwater, zakt het naar de bodem van het kanaal, waar het een zoute onderlaag vormt."

"Het lichtere zoete water blijft erboven drijven. De dam houdt het zoete water tegen, terwijl het zoute water via een opening onderin naar het gemaal stroomt, waar enorme pompen het vervolgens naar zee afvoeren", legt hij uit.

Rekenfout

In de praktijk doken kort na de opening van de zeesluis problemen op. De pompen in het gemaal kregen zodra ze op volle kracht draaiden te maken met een onverwacht snel dalend waterpeil in het binnenspuikanaal.

De oorzaak volgens specialisten: het zoute water is niet alleen zwaarder, maar daarom ook compacter dan zoetwater, waardoor het waterpeil bij de pompen sneller kan dalen dan waar rekening mee is gehouden.

Bekijk ook

Slijtende pompen

Als het waterpeil te laag wordt, zuigen de pompen lucht aan. Hoogleraar Uijttewaal: "Daarmee kunnen er belletjes in de pompen komen die imploderen. Dit kan trillingen veroorzaken. Dat is heel slecht voor de pomp. Daar slijten ze van."

Het gevolg is dat de sluis niet op volle capaciteit kan draaien. Dat is niet goed voor de haven, en niet goed voor de veiligheid. "Als er een zware regenbui valt, moet je volop kunnen voormalen om het water binnendijks weg te krijgen", vertelt Uijttewaal.

Alternatieven

De hoogleraar benadrukt dat de waterveiligheid op dit moment niet in gevaar is. Onderzoeksinstituut Deltares heeft de complicatie door de zoutdam onderzocht. Op basis daarvan zijn direct verschillende tijdelijke maatregelen genomen, zoals het toelaten van extra zoet water in het spuikanaal. Hierdoor blijft het waterpeil hoog genoeg en wordt schade aan de pompen voorkomen.

Een bijkomend voordeel is dat het gemaal al op de planning stond voor vernieuwing. Bij de nieuwbouw zullen de pompen dieper worden geplaatst, waardoor een laag waterpeil in de toekomst geen probleem meer is. Deze structurele oplossing laat wel nog enkele jaren op zich wachten.

Zeesluis IJmuiden kan niet op volle capaciteit draaien door een ontwerpfout

Meer tegenvallers

De problemen rond de zeesluis staan volgens experts niet op zichzelf. Rijkswaterstaat kampt al jaren met flinke technische en financiële problemen bij grote bouwprojecten. Zo liep de renovatie van de Stevin sluizen in Afsluitdijk fors uit de planning door een rekenfout, met veel hogere kosten als gevolg.

Ook de verbreding van de A10 Zuid bij Amsterdam gaat moeizaam, door een combinatie van technische en organisatorische knelpunten. En bij de Van Brienenoordbrug durven aannemers het herstel simpelweg niet aan, omdat het risico te groot is. Ook in het verleden ging het mis, zoals bij het achterstallig onderhoud aan de Oosterscheldekering.

Kennis uitbesteed

Volgens emeritus hoogleraar constructieleer Rob Nijsse, ook van de TU Delft, is dit allemaal geen toeval. "Rijkswaterstaat heeft de kennis om dit soort projecten zelf goed door te rekenen grotendeels verloren. Alles wordt uitbesteed. Maar bij zulke grote werken moet je als opdrachtgever wel de kernaspecten kunnen controleren."

Zijn advies? Investeer weer in robuust bouwen én in interne innovatie. "Zorg dat je weer technisch kunt nadenken, niet alleen juridisch of economisch. Zet een organisatie neer die weet hoe je bouwt voor de eeuwigheid, niet voor 40 jaar."

Bekijk ook

Bestuurlijke versnippering

De kritiek op Rijkswaterstaat klinkt ook bij Willem van der Ham, sociaal geograaf en auteur van verschillende boeken over de Nederlandse waterbouw. Hij ziet een organisatie die 'verwaarloosd' is. "Het grote probleem is dat beleid en uitvoering niet meer in één hand zitten. Het ministerie bepaalt, Rijkswaterstaat voert uit."

"Daar zit geen samenhang meer tussen. Je krijgt versnippering en niemand die het geheel overziet." Die structuur leidde volgens Van der Ham eerder tot vergelijkbare problemen, bijvoorbeeld bij de Stevinsluizen. "Er was wel kennis in huis, maar die kwam niet op de juiste plek terecht."

Cultuurverschil

Wat vooral opvalt, zegt Van der Ham, is het cultuurverschil met vroeger. "Er was trots, er was debat, en er was ruimte voor discussie tussen ingenieurs." Nu zie je vooral een applausmachine, vindt hij. Alles moet veilig, voorspelbaar, en onder controle zijn. "Maar juist grote projecten hebben tegenspraak en visie nodig."

Nijsse sluit zich daarbij aan. Toch is er hoop bij de hoogleraar. "Er wordt binnen RWS echt gekeken hoe het beter kan. Maar dan moet er wel weer ruimte komen voor technische denkkracht, lef, en robuust vakmanschap."

Bekijk ook

'Risico's beter verdelen'

"Zeesluis IJmuiden kampt kort na de opening al met technische problemen, maar het is niet het enige grote project waar Rijkswaterstaat tegen tegenslagen aanloopt. Ook bij andere infrastructurele projecten waren er flinke vertragingen en kostenoverschrijdingen", zegt een woordvoerder van Rijkswaterstaat. Volgens Rijkswaterstaat zijn deze 'deels te verklaren door complexiteit, onverwachte technische risico's en capaciteitsproblemen in de markt'.

De woordvoerder vervolgt: "Om herhaling te voorkomen, kiest de organisatie voortaan voor beter passende contractvormen, nauwere samenwerking met marktpartijen en het bundelen van onderhoudsprojecten. Zo moeten risico's beter worden verdeeld, ervaringen beter worden gedeeld en projecten beheersbaarder worden in tijd en geld."

De volledige reactie van Rijkswaterstaat is hier te lezen.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom Koningsdag dit jaar niet op zondag is, en wat jullie over de zondagsrust wilden weten

Waarom Koningsdag dit jaar niet op zondag is, en wat jullie over de zondagsrust wilden weten
Gesloten winkels op zondag
Bron: ANP

Koning Willem-Alexander is jarig op 27 april, maar die datum valt dit jaar op een zondag. Vanwege de zondagsrust vieren we Koningsdag daarom op zaterdag. We vroegen wat jullie wilden weten over de zondagsrust.

Jullie vragen worden beantwoord door universitair docent staats- en bestuursrecht Lisanne Groen (Vrije Universiteit), die onderzocht hoe de zondagsrust wettelijk is geregeld en hoe daar discussie over wordt gevoerd. En door bijzonder hoogleraar Recht en Religie Paul van Sasse van IJsselt (Rijksuniversiteit Groningen).

1. Waarom is Koningsdag verplaatst van zondag naar zaterdag?

Als de verjaardag van de Nederlandse vorst op een zondag valt, verplaatsen we de viering naar zaterdag. "Dat besloot koningin Juliana al in 1980", vertelt Groen. "Zij schreef dat we Koninginnedag vieren op 30 april 'behoudens uitzonderingen in verband met zondagen'."

"Een reden gaf ze eigenlijk niet. Maar ik kan me voorstellen dat dit samenhangt met het 'rustdagkarakter' van de zondag." Dat idee van zondag als dag van rust, zonder werk of drukke activiteiten, komt uit het christendom. Zondag wordt in die religie gezien als de dag waarop God rustte na de schepping van de aarde.

Het besluit van Juliana om geen Koninginnedag te vieren op een zondag, geldt voor de huidige Koningsdag nog steeds. "Een gedeelte van in elk geval de gelovige bevolking hecht er waarde aan dat zondag een rustdag is", verklaart hoogleraar Van Sasse van IJsselt. "En de zondagsrust is nauw verbonden met de Nederlandse geschiedenis. Het zou tot rumoer en gedoe leiden wanneer je deze regel van Juliana aanpast."

Daarnaast geeft hij aan dat er ontheffingen aangevraagd moeten worden voor evenementen die op zondag vóór 13 uur 's middags plaatsvinden. "Voor Koningsdag zouden de meeste gemeenten zo'n ontheffing waarschijnlijk wel verlenen, maar het is makkelijker om de dag gewoon collectief te verplaatsen."

2. Wie heeft bepaald dat er zondagsrust voor iedereen moest komen?

"Het principe van zondagsrust wordt sinds 1815 beschermd in een heuse Zondagswet", weet Groen. "De toenmalige Koning Willem I merkte dat de zondagsrust niet in alle gemeenten even goed werd gerespecteerd. Daarom initieerde hij één centrale wet die dit in heel Nederland moest verzekeren."

"Die wet verbood het om op zondag openbare arbeid uit te oefenen en koopwaren te verkopen. Ook moesten herbergen sluiten en waren sport en spel verboden, net zoals 'openbare vermakelijkheden' als concerten en danspartijen", legt ze uit.

De komst van die Zondagswet moet je plaatsen in de tijd, vervolgt Van Sasse van IJsselt. "Na een periode van Franse overheersing werd de centralisering van het landsbestuur in Nederland voortgezet onder Koning Willem I. Landelijke wetgeving droeg daaraan bij, in elk geval op het punt van de zondagsrust. Ook wilde de koning het christendom bevorderen. De overheid kreeg zelfs de grondwettelijke opdracht dat te doen. Dit waren mede de drijfveren achter de Zondagswet."

De wet uit 1815 werd meerdere keren geprobeerd aan te passen, vertelt Groen verder. "Er stonden allerlei verboden in die niet te handhaven waren. Zo was het voeren van dieren in de wei strikt genomen verboden, terwijl dit in de praktijk wel gedaan moest worden." Pas in 1953 werd de wet daadwerkelijk aangepast. "De wet werd toen verbeterd en ook meer toegespitst op het moderne leven."

Bekijk ook

3. In hoeverre bestaat de zondagsrust nog in onze 24-uurs-economie?

De Zondagswet uit 1953 bestaat nog altijd. Ook al is het aantal christelijke Nederlanders afgenomen, en noemde in 2024 nog slechts 17 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder zichzelf rooms-katholiek. 14 procent noemde zichzelf protestants.

"Volgens de Zondagswet is het verboden om op zondag in de buurt van kerken veel lawaai te maken. De wet beschermt tegen lawaai en onrust die het gevolg is van openbare vermakelijkheden, samenkomsten, of de uitoefening van arbeid", legt Groen uit.

In de oorspronkelijke Zondagswet stonden bepalingen over werken en bedrijvigheid. "Later zijn daar aparte wetten voor gekomen: de Arbeidstijdenwet regelt het recht op rustdagen van werknemers, de Winkeltijdenwet regelt de openingstijden van winkels", vervolgt ze. Werken en winkelen op zondag worden dus niet geregeld volgens de huidige Zondagswet, maar hoogleraar Van Sasse van IJsselt vermoedt dat die wetten wel zijn voortgekomen uit de gedachte dat zondag een collectief moment van rust moet zijn.

Groen licht toe wat er in de Arbeidstijdenwet en Winkeltijdenwet staat over zondagen: "In de Arbeidstijdenwet staat dat je recht hebt op in ieder geval 13 vrije zondagen per jaar. Verder moet de werkgever het werk in principe zo organiseren dat het niet op zondag hoeft, tenzij het noodzakelijk wordt geacht vanuit uit de aard van het werk; als je bijvoorbeeld in de zorg of horeca werkt", zegt ze. "In de Winkeltijdenwet staat dat winkels in principe gesloten zijn op zon- en feestdagen, maar dat gemeenten zelf mogen beslissen of ze zich hieraan willen houden of dat ze dit toch anders willen inrichten."

info

Werken op zondag

Volgens de meest recente cijfers werkte 39,2 procent van de werknemers in 2021 regelmatig of soms op een zondag. In de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden wordt vanaf 2022 niet meer apart gevraagd naar werken op zondag, maar alleen naar werken in het weekend.

4. Steeds meer mensen moeten ook op zondag werken. Welke rechten hebben werknemers als zij zich aan de zondagsrust willen houden?

Groen: "In principe geldt dat werknemers niet op zondag hoeven te werken. Het kan zijn dat bepaalde soorten werk meebrengen dat ook op zondag moet worden gewerkt, zoals in de zorg of in het openbaar vervoer. Maar ook dan geldt dat je er als werknemer steeds met je werkgever samen uit moet komen. Overigens geldt dit ook als de werknemer liever niet op zondag wil werken om redenen die niets met religie te maken."

5. Hoe kunnen gemeenten de zondagsrust 'afdwingen', en hoeveel gemeenten doen dat?

"De Zondagswet stelt een kader voor wat wel en wat niet mag op zondag. Maar daarbinnen kunnen gemeenten verfijningen aanbrengen", zegt Van Sasse van IJsselt. "Dat is zo geregeld omdat er in Nederland veel verschillen zijn tussen gemeenten: in de ene gemeente speelt de kerk een grotere rol en is er meer behoefte aan het beschermen van de zondagsrust, dan in de andere", zegt Groen.

Zo kan het dat gemeenten verschillen in het aantal ontheffingen voor activiteiten dat zij goedkeuren. "Wat gemeenten niet mogen verbieden in het kader van de zondagsrust is sport en ontspanning", vertelt Groen. "Er is dus een zekere ondergrens. De Zondagswet beschermt zo juist ook dat je bepaalde dingen wél mag doen."

Het verlenen van ontheffingen is niet alleen een theoretische constructie, maar gebeurt in de praktijk ook wel. "In die zin is de Zondagswet een werkende wet, die nog altijd wordt gebruikt", zegt Van Sasse van IJsselt. "Maar dat gebruik moet ook weer niet worden overschat: 45 procent van de gemeenten maakt helemaal geen gebruik van de wet." Dat bleek uit een onderzoek dat tien jaar geleden werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Ook zijn er, voor zover Groen en Van Sasse van IJsselt weten, geen actuele voorbeelden bekend van rechtszaken op basis van handhaving van de Zondagswet.

6. Waarom wordt de zondagsrust ingeleid met luide kerkklokken? Dat is geen rust te noemen.

"Gemeenten mogen geluid van kerkklokken niet verbieden", antwoordt Groen. Het luiden van klokken voor een kerkdienst is aangemerkt als uiting van een godsdienst, en wordt dus beschermd door de Grondwet. Dat geldt ook voor andere vormen van het oproepen tot het belijden van godsdienst.

Wel mag een gemeenteraad regels instellen met betrekking tot de duur en het geluidsniveau. "Je mag dus niet heel hard en middenin de nacht klokken luiden", verduidelijkt Groen. "Klokgelui en andere gebedsoproepen mogen plaatsvinden binnen redelijke grenzen. Maar het verschilt per gemeente wat de precieze regels hiervoor zijn."

Bekijk ook

7. We hebben vrijheid van godsdienst, maar óók zondagsrust: hoe zit dat?

Volgens het principe van 'scheiding van kerk en staat' mag de overheid zich niet bemoeien met wat er in de kerk gebeurt. "Maar dat is een institutioneel beginsel: een instantie van de overheid mag zich niet bemoeien met een kerkelijke instantie. De overheid mag wél een rol spelen in de manier waarop religie zich manifesteert in de samenleving en in de manier waarop de samenleving omgaat met het respecteren van godsdienstige gevoelens van medeburgers", legt Van Sasse van IJsselt uit.

De zondagsrust is zo'n voorbeeld van omgang met religie in het publieke domein. De overheid mag zich daarom bemoeien met de zondagsrust. "Die bemoeienis is onder andere gericht op het beschermen van godsdienstvrijheid, in elk geval voor zover het gaat om bescherming van ongehinderde doorgang van de kerkdienst", vervolgt de hoogleraar. "Want dat is een grondrecht: iedereen moet vrij kunnen zijn om ook in gezamenlijkheid een religie uit te oefenen."

Het is niet zo dat de Zondagswet de godsdienstvrijheid van niet-christenen juist beperkt, zeggen Van Sasse van IJsselt en Groen. "De wet heeft expliciet niet tot doel om de 'heiliging van de zondag af te dwingen', maar om die mogelijk te maken voor degenen die daaraan behoefte hebben, door de rust op deze dag zoveel mogelijk te garanderen", zegt Groen.

"Natuurlijk komt de wet tegemoet aan gelovigen, maar de wet is er niet alleen voor hen", zegt Van Sasse van IJsselt. "De wet is nadrukkelijk niet bedoeld om kerkelijkheid te bevorderen, maar om een collectief moment van rust en ontspanning mogelijk te maken voor iedereen die daar behoefte aan heeft."

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

8. Is de zondagsrust niet een beetje achterhaald, nu minder mensen gelovig zijn?

"Je ziet dat de Zondagswet een stuk erfenis is, en dat er om die reden in de modernere tijd telkens opnieuw aan gepulkt wordt", zegt Van Sasse van IJsselt. "Juridisch en praktisch gezien lijkt er niet echt een reden om de wet aan te passen."

"Een wet om de zondagsrust te beschermen is niet verplicht vanuit het recht op godsdienstvrijheid. De wens van gelovigen om op zondag te rusten verdient het gerespecteerd te worden; het houden en volgen van een eredienst moet je vanuit godsdienstvrijheid sowieso respecteren, of er nou wel of geen aparte Zondagswet is", legt de hoogleraar uit.

"Aan de andere kant is het in juridische zin ook niet erg dat er wél een aparte Zondagswet is: die wet is niet in strijd met andere wetgeving of het grondrecht op godsdienstvrijheid, dus kan prima bestaan."

Ook is in 2015 onderzocht of gemeentes in de praktijk tegen problemen met de wet aanliepen. "Daar bleek geen sprake van. Gemeenten ervaarden genoeg ruimte om beslissingen te nemen. Waarschijnlijk werd er mede daarom in coalities na 2015 geen prioriteit meer gegeven aan het afschaffen van de Zondagswet."

In die periode werd er wel flink over gediscussieerd. "Er werden zelfs een motie en wetsvoorstellen ingediend om de Zondagswet in te trekken. De zondagsrust zou dan niet langer vanuit het Rijk moeten worden geregeld, maar door gemeenten", weet Groen.

"Het heikele punt was dat er dan geen ondergrens meer zou zijn", vervolgt ze. "Gemeenten die dat willen, zouden dan veel strengere regels kunnen instellen voor wat niet mag op zondag. Uiteindelijk is daarom gezegd: we trekken 'm toch niet in, want de Zondagswet beschermt verschillende groepen mensen in wat ze op de zondag willen doen. Hij voorziet dus toch in een behoefte."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant