Chansonnier en acteur Ramses Shaffy is op 76-jarige leeftijd overleden. Afgelopen voorjaar werd bekend dat de zanger aan slokdarmkanker lijdt.
Na een carrière als acteur (bij de Nederlandse Comedie) maakte Shaffy sinds de jaren zestig furore als zanger. Liedjes als Sammy, We zullen doorgaan, Pastorale, Laat me en Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder werden in de jaren zeventig klassiekers. Samen met Liesbeth List vormde hij een onafscheidelijk duo. Shaffy is vanmorgen om half acht overleden, zo liet het verzorgingstehuis waar hij zijn laatste jaren sleet weten.
Ineke Nieman (rechts) gaf haar Amerikaanse nationaliteit op
Bron:
EenVandaag
Steeds meer Amerikaanse Nederlanders willen van hun Amerikaanse nationaliteit af. En dat heeft, naast met de politiek, alles te maken met de belastingregels in de VS. Die regels kunnen ze namelijk veel geld kosten.
Het aantal Nederlanders met de Amerikaanse nationaliteit dat geen Amerikaan meer wil zijn, is de afgelopen 3 jaar verdubbeld. Dat zegt belangenorganisatie voor Amerikanen in het buitenland, Americans Overseas.
42.000 Nederlanders
Naar schatting hebben zo'n 42.000 Nederlanders naast de Nederlandse ook de Amerikaanse nationaliteit. Vaak zonder dat ze zich hiervan bewust zijn.
Maar deze mensen zijn wel belastingplichtig in de Verenigde Staten en dat kan tot flinke problemen leiden. Ineke Nieman bijvoorbeeld is inmiddels van haar Amerikaanse nationaliteit af en daar is ze blij mee. "Dat heeft heel veel geld gekost, maar het was het waard."
Veel gedoe
Ineke is in Amerika geboren en daardoor had ze de laatste jaren veel gedoe, vertelt ze. "Ik kreeg 1,5 jaar geleden een brief van ING, met het verzoek of ik mijn Amerikaanse BSN wilde opsturen. Maar die had ik niet."
"En als ik het niet binnen 2 weken niet zou doen, zouden ze mijn bankrekening sluiten en dat doorgeven aan de Amerikaanse belastingdienst."
Ineke kon eerst niet geloven dat deze belastingregels ook voor haar gelden, omdat ze na haar geboorte nooit in Amerika heeft gewoond of gewerkt. Toch was dat wel zo.
De Amerikaanse FATCA-wetgeving verplicht Nederlandse banken om de gegevens van mensen met de Amerikaanse nationaliteit te delen met de Amerikaanse belastingdienst.
Rekening blokkeren
Banken hebben daarvoor de Amerikaanse variant van een BSN-nummer van deze mensen nodig. Hebben zij die niet, dan kunnen banken overgaan tot bijvoorbeeld het blokkeren van een rekening of het stopzetten van een hypotheek. Maar het aanvragen van zo'n BSN-nummer kan heel lang duren.
Om te voorkomen dat ze ieder jaar aangifte moeten doen, en ook door het politieke klimaat in Amerika, kiezen volgens Americans Overseas steeds meer mensen ervoor om afstand te doen van hun Amerikaanse staatsburgerschap. Al is dit proces niet eenvoudig en kost het veel geld.
Steeds meer Nederlanders met Amerikaanse nationaliteit, willen daar vanaf
Moeilijk te begrijpen
Volgens Rebecca Lammers, van de Taxation Task Force van de organisatie Democrats Abroad, is het vooral een gebrek aan informatie waar veel Amerikanen in het buitenland last van hebben. "Het is niet hun schuld dat ze hier niets vanaf weten. Het is moeilijk te begrijpen. Amerika heeft een op staatsburgerschap gebaseerd belastingsysteem, terwijl de rest van de wereld kijkt naar waar je woont."
Ineke Nieman koos er dus voor om afstand te doen van haar Amerikaanse nationaliteit. Maar daarvoor moest ze eerst nog voor de voorafgaande 5 jaar belastingaangifte doen en dus een Amerikaanse BSN aanvragen.
Bewijzen dat je in Nederland woont
Die aanvraag kostte haar veel moeite, want ze moest bewijzen dat ze al sinds kort na haar geboorte in Nederland woont. Hele stapels bewijs kwamen eraan te pas, tot haar zwemdiploma's aan toe. Daarna kon ze pas aangifte gaan doen.
Inmiddels is het haar gelukt om van haar Amerikaanse nationaliteit af te komen. Het hele proces kostte haar ongeveer 6.000 euro.
Vanuit Amerika komen er inmiddels ook geluiden over het verbeteren van de situatie voor Amerikanen in het buitenland. En niet van de minste: president Donald Trump beloofde in zijn campagne dat hij dit probleem op zou gaan lossen. En inmiddels liggen er in het Amerikaanse parlement wetsvoorstellen voor klaar.
Volgens Lammers is het nog geen reden om al te juichen. Maar het feit dat erover gesproken wordt, is volgens haar wel een goed teken. "Het heeft dit onderwerp wel op de agenda gezet. Het congres is nu in meerderheid Republikeins en ze zijn bezig met een nieuwe belastingwet."
Conservator Quentin Buvelot met een replica van Vermeers Meisje met de parel
Bron:
EenVandaag
Hoe kwetsbaar is kunst in oorlogstijd? Deze vraag is actueel in bijvoorbeeld Oekraïne, waar de regering topstukken uit musea haalt om ze te beschermen tegen Russische raketten. Iets soortgelijks gebeurde ook in Nederland, tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het Mauritshuis in Den Haag was een van de musea die haar Hollandse meesters in de Tweede Wereldoorlog veilig moest opbergen, zodat ze niet in het oorlogsgeweld terecht zouden komen. Zo dook het wereldberoemde Meisje met de Parel in 1942 onder in de grotten van de Sint-Pietersberg bij Maastricht.
Museum zonder kunst
"Het is bijna onvoorstelbaar", zegt conservator Quentin Buvelot. "Nu hangen hier weer allemaal prachtige schilderijen, maar in het begin van de oorlog was het museum grotendeels leeg. Een museum zonder kunst, dat is een onwerkelijk gevoel."
Buvelot wandelt door het Mauritshuis, een museum in Den Haag dat gevestigd is in een 17e-eeuws stadspaleis. Het herbergt een wereldberoemde collectie schilderijen uit de Gouden Eeuw, met werken van onder anderen Johannes Vermeer, Rembrandt en Frans Hals. Het bekendste schilderij is Meisje met de parel van Vermeer. Dat is uitgegroeid tot een van de meest geliefde werken uit de kunstgeschiedenis.
De oorlogsdreiging in Nederland 85 jaar geleden was groot, Buvelot: "De locatie van het Mauritshuis, tussen de ministeries, was het meest bedreigde deel van Nederland. Er hing nog een klein deel van de collectie op de begane grond, maar het grootste deel was al opgeborgen in een speciaal gebouwde kunstkluis."
Deze kluis was gebouwd door de toenmalige Duitse directeur Wilhelm Martin, die als klein kind naar Nederland gekomen. "Hij voelde in de jaren 30 de bui al hangen en vroeg bij het ministerie om een kunstbergplaats. Dus op het moment dat de Duitsers binnenvielen in 1940 had het Mauritshuis als enige museum van Nederland een eigen bomvrije bergplaats voor schilderijen", vertelt de conservator.
Gekleurde driehoekjes
Toen ook die kluis onveilig werd, besloot Martin om de topstukken te evacueren. Welke werken het eerst moesten verdwijnen, werd bepaald aan de hand van een kleurcode. "Op de achterkant van de schilderijen zaten driehoekjes: rood, wit of blauw. De kleuren van de Nederlandse vlag. Rood betekende: van onschatbare waarde. Het meisje met de parel had zo'n rood driehoekje."
Het schilderij ging niet in een kist met andere kunstwerken. "We weten van een declaratie dat Willem Martin haar persoonlijk met de trein wegbracht. Eerste klas, samen met restaurator Traas. Hoe het precies verpakt was, weten we niet. Maar we gaan ervan uit dat het beschermd was, waarschijnlijk in een deken."
Wat gebeurt er met kunst als het oorlog is?
Diep onder de grond
Meisje met de parel kwam terecht in de mergelgrotten van de Sint-Pietersberg in Limburg, diep onder de grond. "Meer dan 750 schilderijen uit Nederlandse musea werden op deze stille, koele plek opgeslagen", vertelt Harald Close van Maastricht Underground, terwijl hij de zware deur van Rijksbewaarplaats 9 opent.
"Vrachtwagens vol kunst werden hier naar binnengereden. Van Gogh, Ruisdael, Jan Steen, Vermeer, alles hing door elkaar. Aan welk rek Meisje met de parel precies heeft gehangen, dat weten we niet, want er is geen plattegrond."
De Nachtwacht opgerold
Ook De Nachtwacht werd hier opgeslagen, opgerold. "Die enorme rol moesten ze elke dag een kwartslag draaien om het gewicht te verdelen", vertelt de gids. "Anders zou hij bezwijken onder zijn eigen gewicht. En dat zegt iets over hoe fragiel kunst is, zelfs als ze groot en beroemd is."
De Duitsers wisten dat de collectie hier lag. "Die vonden het prima", zegt Close. "Ze dachten: laat die Nederlanders maar kluizen bouwen. Dan weten wij waar het ligt. Gelukkig liep het anders. Anders was dit nu misschien een Duitstalige rondleiding geweest."
Na de oorlog keerde Meisje met de parel terug naar het Mauritshuis, waar ze inmiddels alweer 80 jaar hangt en jaarlijks ruim een half miljoen bezoekers trekt. 'Zij' hoeft voorlopig nergens onder te duiken, maar dat is voor veel andere kunstwerken in huidige oorlogsgebieden helaas niet zo, zegt conservator Buvelot.
"In Oekraïne zijn sommige musea met opzet gebombardeerd. Geen 'collateral damage', maar echt doelgericht."
Twaalf musea vernietigd
Volgens de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO) zijn sinds het begin van de Russische invasie minstens twaalf musea in Oekraïne beschadigd of vernietigd.
Zoals het Kuindzhi Kunstmuseum in Marioepol, het Regionale Kunstmuseum in Tsjernihiv en het Ivankiv Historisch en Streekmuseum. Sommige werken uit dit museum werden door lokale bewoners uit het brandende gebouw gered.
Gelukkig is de inzet van museumdirecteuren om schilderijen in veiligheid te brengen groot, zegt Buvelot. "Veel schilderijen uit Oekraïne hebben inmiddels onderdak gevonden in Berlijn. Ook worden sommige kunstwerken tentoongesteld in Europese musea om aandacht te vragen voor de Oekraïense cultuur en geschiedenis."
Boven de kunstkluis die voormalig museumdirecteur Wilhelm Martin in het Mauritshuis liet bouwen, is een spreuk van hem te lezen: ''t Is droevig dat de oorlog vergt dat men 's lands kunst voor het oog verbergt.' Voor conservator Buvelot blijft Martin een inspirerend voorbeeld van een dapper mens in oorlogstijd. "Alles van waarde is weerloos en moet worden verdedigd. En dat deed Martin toen. En dat moeten we ook nu doen, zolang het nodig is."