Minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur handelt in strijd met een uitspraak die de Raad van State vorig jaar deed over het Nederlandse stikstofbeleid. Volgens juristen is de kans groot dat de rechter vergunningen opnieuw onderuithaalt.
Voor vergunningen voor de aanleg van wegen gebruikt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat nu een rekenmodel waarbij de stikstofuitstoot van het verkeer maar tot een afstand van 5 kilometer wordt meegerekend. EenVandaag liet afgelopen zomer al zien dat voor bijvoorbeeld veehouderijen, fabrieken of energiecentrales heel andere regels gelden. Zij moeten hun stikstofneerslag tot over honderden kilometers uitrekenen. Een boer in Brabant bijvoorbeeld moet, als hij een vergunning aanvraagt voor een nieuwe stal, de neerslag van ammoniak uit zijn bedrijf tot in Noord-Nederland in kaart brengen.
Methode is 'onverdedigbaar'
Rekenkundigen uitten in EenVandaag al forse kritiek op de rekenmethode die voor verkeer wordt gebruikt. En ook de Commissie Hordijk, die in opdracht van het kabinet onderzoek deed naar de rekenmodellen voor stikstof, noemde de werkwijze 'onverdedigbaar'. Volgens de commissie blijft door de afstandsgrens van 5 kilometer verreweg het grootste deel van alle stikstofoxiden buiten beschouwing: 95 procent van de stikstof wordt zo niet in kaart gebracht.
Ondanks de kritiek blijft Van Nieuwenhuizen de rekenmethode gebruiken. Bijvoorbeeld rond de verbreding van de Ring Utrecht, waarvoor ze vorige maand een Tracébesluit tekende. Maar ook voor de Natuurvergunningen van de luchthavens, waaronder Schiphol en Lelystad Airport. Ook de stikstof uit al het verkeer dat van en naar deze vliegvelden gaat, moet in kaart worden gebracht. En ook dat gebeurt tot een afstand van 5 kilometer.
Lees ook
Tegen de Raad van State in
Volgens vooraanstaande juristen handelt de minister daarmee in strijd met de uitspraak van de Raad van State van 29 mei vorig jaar. Met dat vonnis haalde de hoogste bestuursrechter het Programma Aanpak Stikstof (PAS) compleet onderuit, omdat deze aanpak de natuur onvoldoende beschermde.
In dat PAS werd gewerkt met drempelwaarden en afstandsgrenzen. Onder zo'n waarde of buiten zo'n afstandsgrens hoefde de stikstofneerslag in de natuur niet te worden meegerekend. Zo werd ook de stikstofneerslag uit schepen tot een afstand van 5 kilometer vanaf de vaarroute in kaart gebracht. Maar de Raad van State oordeelde vorig jaar mei dat dit niet meer was toegestaan.
Oogkleppen op
Dat betekent dat Van Nieuwenhuizen, nu ze vasthoudt aan de 5 kilometer-grens voor wegen, tegen de hoogste bestuursrechter ingaat, zegt hoogleraar Natuurbeschermingsrecht Kees Bastmeijer. "Ik denk niet dat dit juridisch houdbaar is. Als je alleen binnen de zone van 5 kilometer kijkt, reken je heel veel niet mee. De Raad van State heeft duidelijk gemaakt dat wanneer je bepaalde stikstofneerslag niet meeneemt, dat alléén kan wanneer je van tevoren weet dat dit geen schade zal toebrengen aan de natuur. Maar wanneer je weet dat er zoveel buiten de 5 kilometer neerslaat, kan je die zekerheid nooit hebben."
Bastmeijer noemt het 'heel vreemd dat de minister op de oude voet doorgaat'. "Ik denk toch dat het een klein beetje oogkleppen op is, doorgaan met je eigen projecten en te weinig rekenschap geven van wat de rechter heeft gezegd."
Lees ook
Ministerie verdedigt werkwijze
Het ministerie blijft in een reactie de eigen werkwijze verdedigen. De stikstofneerslag buiten de zone van 5 kilometer is, volgens het ministerie slechts gering en 'niet herleidbaar' tot de bron. Ook wijst het ministerie er op dat allerlei maatregelen de afgelopen jaren al hebben geleid tot minder stikstofuitstoot van wegverkeer en dat die afname ook de komende jaren zal doorzetten.
Maar volgens juristen is dat een zwak verweer. Volgens hen neemt Van Nieuwenhuizen een groot risico, namelijk dat de rechter haar alsnog terugfluit en een streep door de vergunningen zet. "De uitleg over de afkap van stikstof na 5 kilometer is steeds dat je de stikstofneerslag voorbij die grens niet hoeft mee te rekenen omdat de stikstof niet meer te herleiden is tot de bron, dus in dit geval die ene weg. Maar dat geldt natuurlijk ook voor de uitstoot uit bijvoorbeeld een energiecentrale, en daarvoor geldt die afkap niet", aldus Marieke Kaajan, advocaat gespecialiseerd in natuurbeschermingsrecht.
'Minister neemt rechtspraak niet serieus'
Wat het verweer van de minister volgens haar extra zwak maakt is dat 95 procent van de stikstofoxiden buiten beeld blijft. Kaajan: "De Raad van State heeft geoordeeld dat je op wetenschappelijke wijze en met zekerheid moet onderbouwen waarom extra bijdragen van stikstof géén schadelijk effect hebben op de natuur. En dat rammelt wanneer je zo'n groot deel van de stikstofdepositie buiten beeld laat."
Volgens hoogleraar Bastmeijer roept Van Nieuwenhuizen nieuwe juridische procedures over zich af. "Je weet bijna zeker dat mensen naar de rechter gaan. Dat kost heel veel tijd en geld, en de kans dat mensen die naar de rechter gaan winnen is wat mij betreft heel groot. Dat betekent dat je toch eigenlijk het signaal afgeeft dat je de rechtspraak niet serieus neemt."
Lees ook
Niet doorgedrongen
Niet alleen vanuit juristen klinkt kritiek op de aanpak van Van Nieuwenhuizen. Ook Gerben Jan Gerbrandy, oud-Europarlementariër voor D66 en voormalig lid van de Commissie Remkes die het kabinet adviseerde over de stikstofaanpak, is verbaasd dat de minister op de oude voet doorgaat. "Ik vind het heel onverstandig. Je maakt je heel kwetsbaar door een methode te gebruiken die ter discussie staat en hoogstwaarschijnlijk niet zal worden goedgekeurd."
Volgens Gerbrandy is de boodschap van het Remkes-advies in Den Haag nog altijd onvoldoende geland. "De grootste schade wordt in de natuur aangebracht. En dat zou bij het kabinet voorop moeten staan. Ik heb soms het gevoel dat de omvang van het stikstofprobleem op dit ministerie nog niet helemaal voldoende is doordrongen. Dat vind ik kwalijk. We moeten gewoon naar heel forse reductie. Dan is dit gerommel in de marge en met rekenmethodes spelen. Dat leidt niet tot die forse reductie die nodig is."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.