"Kijk, hier staan ze." Oud-directeur Jaap Schoof wijst op een slachtofferlijst in het Zeeuwse Watersnoodmuseum. Zijn vinger komt tot stilstand bij twee namen. "Mijn oma en nichtje." Dan doet hij er het zwijgen toe. Schoof is zichtbaar geëmotioneerd. Ook na 65 jaar is de impact van de Watersnoodramp nog altijd groot.
Jaap Schoof maakte de Watersnoodramp als kleine jongen mee. Hij begon in 2001 als vrijwilliger bij het Watersnoodmuseum, werd er later directeur, en heeft dat stokje inmiddels weer doorgegeven. Schoof draagt nog altijd vragen met zich mee over de ramp en de nasleep ervan. “In totaal zijn 107 mensen nooit teruggevonden, waaronder mijn oma en mijn nichtje van twee jaar. Hele generaties zijn weg.”
De grootste natuurramp in de naoorlogse geschiedenis
De Watersnoodramp van 1953 is de grootste natuurramp in de Nederlandse naoorlogse geschiedenis. In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 veroorzaakte een combinatie van stormvloed en springtij dijkdoorbraken in Zeeland, Zuid-Holland en het westen van Noord-Brabant. Zo’n 200.000 hectare land kwam onder water te staan. De balans: 1.836 doden, honderdduizend mensen dakloos en tienduizenden stuks vee verdronken.
"Die ochtend voelde ik al dat het niet klopte”, herinnert Schoof zich. “Het vee liep in de wei, buiten gierde de wind om het huis. Samen met mijn moeder en broertje bracht ik wat spullen naar boven. Alvast voor de zekerheid.” Het water sijpelt in steeds hoger tempo het huis binnen. De familie Schoof verblijft noodgedwongen op de bovenste verdieping van het huis. Een angstige nacht in het ouderlijk huis volgt. Maar als de avond valt, verandert de sfeer. “Buiten werd het steeds stiller, omdat de koeien verdronken. De storm werd steeds heviger.”
Beluister ook het verhaal van Jaap Schoof in de serie 'Eens Vandaag' over 65 jaar Watersnoodramp:
Vluchten voor het opkomende water
Door een storm in combinatie met springvloed kunnen de Nederlandse dijken op 1 februari 1953 de zee niet langer tegenhouden. De zeedijken blijken niet bestand te zijn tegen de kracht van de golven en breken door. Het water slaat met enorme kracht tegen de binnendijken en ook die begeven het. De polders stromen vol, mensen en dieren proberen te vluchten, terwijl de dorpen worden omringd door water.
Zijn gezin overleeft de Watersnoodramp, maar dat geldt niet voor zijn oma en nichtje. “Ze zaten op het dak van het huis, gevlucht voor het opkomende water. Het huis was zo verzwakt door het water dat het inzakte. Het dak dreef tegen bomen aan en kantelde. Toen zijn ze verdronken.”
Slachtoffers verdienen een naam
In 2013 graaft de politie met medewerking van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) 29 onbekende op om DNA-materiaal af te nemen. De opgravingen maken deel uit van een landelijk project waarmee de politie met behulp van nieuwe technieken onbekende doden die vóór 2010 zijn begraven wil identificeren.
Bij Ouwerkerk en Nieuwerkerk staan nog vijftien graven met lichamen waarvan de identiteit nooit is vastgesteld. Ook Schoof heeft DNA afgestaan om te kijken of hij familie is van de ongeïdentificeerden. “Stel dat mijn oma en nichtje onder de stenen liggen, dan wil ik graag een naam op de grafsteen zetten. Ook de overgebleven onbekende slachtoffers verdienen een naam te krijgen."
Toch is er tot op heden nog geen DNA-match. “De kans was klein, maar theoretisch had het gekund”, aldus Schoof. Hij hoopt in de toekomst met verbeterde DNA-technieken alsnog zijn vermiste familieleden terug te vinden.
De namen krijgen een gezicht
Hoewel Schoof het stokje als directeur van het Watersnoodmuseum heeft doorgegeven, is hij betrokken gebleven bij een project waarvoor hij 225 mensen interviewde en hun persoonlijke verhaal optekende.
De komende vijf jaar worden in het Watersnoodmuseum van zoveel mogelijk slachtoffers portretten achterhaald, verzameld en gedocumenteerd. Met het verzamelen en tonen van de foto’s van de getroffenen wil het Watersnoodmuseum de ramp van 1953 nog meer een gezicht geven. “De Watersnoodramp heeft zoveel littekens nagelaten”, aldus Schoof. “De verhalen moeten worden doorgegeven.”
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.