Het is stil in Brussel, want Europarlementariërs zijn druk campagne aan het voeren in eigen land voor de Europese verkiezingen van 6 juni. Maar wat gebeurt er eigenlijk met je stem? En is de EU transparant? We namen een kijkje achter de schermen.

'Het mag niet van Brussel'. Die zin mag een minister eigenlijk nooit meer mag zeggen. Dat vindt Lousewies van der Laan, directeur Transparency International Nederland, voormalig lid van het Europese Parlement voor D66 en voormalig Tweede Kamerlid voor D66. Om dat te begrijpen, eerst even op een rijtje: hoe komt een Europese wet eigenlijk tot stand?

Commissie, ministers en het parlement

De Europese Commissie is het dagelijks bestuur van de EU en heeft het recht voorstellen te doen voor Europees beleid. De Commissie is opgedeeld in directoraten-generaal, een soort Europese ministeries, en wordt geleid door een college van 27 Eurocommissarissen, één uit iedere lidstaat. Op dit moment is Wobke Hoekstra de Nederlandse Eurocommissaris.

De Commissie stuurt een voorstel aan de Raad van Ministers en aan het Europees Parlement. De Raad van Ministers is de vergadering van ministers van alle lidstaten. Dus per thema zitten de ministers van landbouw, defensie, financiën of milieu met elkaar aan tafel. En zij praten met elkaar over nieuwe wetgeving.

We namen een kijkje achter de schermen bij het Europees Parlement

Alles is na te lezen

In het Europees Parlement zitten er 29 Nederlandse Europarlementariërs, dat worden er 31 na de verziekingen. Het Parlement is een machtige medewetgever. Zonder meerderheid in het Parlement komt EU-wetgeving in de regel niet tot stand. Vaak wordt er maanden of zelfs jaren gesproken en geschaafd aan nieuwe wetgeving. En daar hebben ook Tweede Kamerleden invloed op. Want elke nieuwe fase in de onderhandelingen kunnen zij nalezen.

Leden van de Nederlandse Tweede Kamer kunnen een minister met een opdracht naar Brussel sturen. Dus de minister van landbouw of de minister van Defensie vergaderen eigenlijk in opdracht van de Tweede Kamer over wetgeving. Tweede Kamerleden kunnen de minister of zijn of haar ambtenaren ook tijdens het proces bijsturen.

Bekijk ook

'We zijn er zelf bij'

Uiteindelijk stemt het Europees Parlement over wetgeving. En daarna wordt het omgezet naar Nederlands recht. Dus een minister die de handen in de lucht werpt en voor de camera verzucht dat 'het nou eenmaal moet van Brussel', vertelt niet de hele waarheid?

"Alles dat wordt besproken in Brussel, daar zijn wij zelf bij," zegt Lousewies van der Laan. "Het kan natuurlijk dat de minister niet goed heeft onderhandeld. Het kan ook dat Tweede Kamerleden niet goed hebben opgelet. Maar dat we aan het einde van de rit overvallen worden door nieuwe wetgeving, dat hoeft helemaal niet. Nederland is bij iedere stap betrokken."

'Zorgvuldig proces'

Als er zoveel partijen bij betrokken zijn, betekent het dan niet dat er een heel verwaterd compromis uitkomt? "Nee dat vind ik niet", reageert Van der Laan.

"Juist het feit dat het zo lang duurt - soms wel 3 of 4 jaar - betekent ook dat het een heel zorgvuldig proces is. Je kunt er niet zomaar wetgeving doorheen jassen. En dat komt de kwaliteit ten goede."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.