Het klinkt als een ver-van-mijn-bed-show: vijf extra landen voegen zich bij het samenwerkingsverband BRICS. Toch zullen we de toename van anti-westers sentiment hier in het dagelijks leven gaan merken. "Producten worden duurder en minder beschikbaar."
BRICS is de afkorting van de vijf landen die sinds 15 jaar economisch samenwerken: Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika (South Africa).
Alternatief voor Wereldbank
De term 'BRICS' werd voor het eerst gebruikt in 2001 door de Amerikaanse econoom Jim O'Neill, die zag dat de landen een vergelijkbare economische groei doormaakten. In 2009 kwamen de landen, toen nog zonder Zuid-Afrika, voor het eerst bij elkaar. Sindsdien is er jaarlijks een bijeenkomst.
De landen verzetten zich tegen een wereldeconomie die door het Westen gedomineerd wordt. Zo hebben ze samen de New Development Bank (NDB) opgezet, als alternatief voor de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds, die voornamelijk door de VS en Europa gedomineerd worden.
3,6 miljard mensen in 10 landen
Bij de BRICS-samenwerking zijn op 1 januari vijf nieuwe landen aangesloten: Egypte, Ethiopië, Iran, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. In totaal zijn de tien landen goed voor ruim 3,6 miljard inwoners.
Een plekje aan de tafel van BRICS is populair: meer dan veertig landen hebben zich aangemeld om deel te worden van de groep. Uiteindelijk is de keuze op deze vijf landen gevallen. In eerste instantie zou Argentinië zich er dit jaar ook bij voegen, maar dat land heeft zich vorige maand teruggetrokken.
Anti-westers sentiment
Lange tijd werd de BRICS-samenwerking niet serieus genomen door het Westen omdat de groep bestaat uit landen die geografisch, cultureel, economisch en politiek zeer verschillend zijn, vertelt geopolitiek expert Haroon Sheikh.
Maar de samenwerking speelt een steeds belangrijkere rol op het wereldtoneel: "Dat komt door het economisch gewicht dat deze landen hebben, maar ook omdat deze landen elkaar in toenemende mate vinden in een anti-westers sentiment."
Macht van het Westen
Dat meer dan veertig landen zich hebben aangemeld zegt volgens hem iets over de 'wankelende wereldorde' die we nu meemaken. "Een van de grote lessen van de oorlog in Oekraïne, zoals we de afgelopen jaren hebben gezien, is dat voor veel landen toch een besef groeit dat de tijd waarin het Westen zomaar de wereld de wil kon opleggen, voorbij is."
"Die landen zoeken nu een alternatieve vorm waarop ze die macht van het Westen kunnen verzwakken", ziet hij. "En het BRICS Forum lijkt daar heel geschikt voor voor veel landen."
Bekijk ook
'Merken er steeds meer van'
En die verandering in de wereldorde is te merken, ook in Nederland, benadrukt Sheikh. Zo proberen landen niet alleen militair druk uit te oefenen, maar ook via dagelijkse producten. "Dat kan dus zijn via energie, zoals Rusland heeft gedaan met gas. Dat kan ook zijn rondom computerchips: denk aan ASML, dat verstrikt raakt in het handelsconflict tussen de Verenigde Staten en China."
"Eigenlijk allerlei zaken die burgers zoals jij en ik dagelijks ook gebruiken: energie, voedsel, producten, informatie op sociale media", legt hij uit. "Die worden meer en meer in dat geopolitieke strijdtoneel getrokken. En in die zin merken we er allemaal steeds meer van."
Onvoorspelbare wereld
De afnemende invloed van het Westen zorgt ervoor dat veel van de ontwikkelingen die wereldwijd plaatsvinden minder voorspelbaar worden, zegt de geopolitiek expert. "Spanningen die plaatsvinden in allerlei regio's hebben een onvoorspelbaar karakter gekregen."
"Neem bijvoorbeeld de aanvallen van de Houthi-rebellen in de Rode Zee, waardoor veel schepen producten - die jij en ik kopen - niet meer via het Suezkanaal kunnen vervoeren en een omweg via Afrika moeten nemen. Dat merken wij weer in bijvoorbeeld producten die we willen kopen, die worden minder beschikbaar of duurder."
Bekijk ook
Partners buiten Europa
Producten dan maar volledig in Europa gaan produceren is volgens Sheikh niet mogelijk. "Globalisering valt niet zomaar terug te draaien. Onze producten kunnen we niet zomaar weer zelf gaan produceren."
We kunnen wél proberen niet te afhankelijk te worden van één specifiek land, zoals nu met China het geval is, zegt hij. "Het beste wat we kunnen doen is om te zorgen dat we alternatieven hebben. Dan wel door meer zelf te produceren in Europa, dan wel door partners buiten Europa te zoeken met wie we goede banden hebben. Denk aan landen als Japan of Zuid-Korea."
Bekijk ook
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.