Om de koopkracht van Nederlanders te vergroten, sleutelde de Tweede Kamer deze week aan de plannen die het demissionaire kabinet op Prinsjesdag bekendmaakte. In de EenVandaag-chat kregen we een interessante vraag over deze koopkrachtplannen.

EenVandaag-kijker Hans Mulders vroeg zich af: waarom lijkt het alsof de huidige politiek de koopkracht van burgers - koste wat het kost - wil vergroten? Is dat wel zo slim? We legden zijn vraag voor aan senior econoom Marten van Garderen bij het ING Economisch Bureau en hoogleraar economische geschiedenis Jan Luiten van Zanden van de Universiteit Utrecht.

'Logisch om koopkracht te vergroten'

"Op zich is het logisch dat het demissionair kabinet de koopkracht wil vergroten", zegt econoom Marten van Garderen. "We komen uit een periode waarin de overheid verlies heeft gemaakt, onder andere door de oorlog in Oekraïne. Dat verlies hebben we moeten delen als samenleving, en raakte de koopkracht van burgers. Vooral mensen met een laag inkomen dreigden veel koopkracht te verliezen."

Op Prinsjesdag maakte het demissionair kabinet bekend daar wat aan te willen doen. Het wil 2 miljard euro uittrekken om de koopkracht van de laagste inkomensgroep te verbeteren. Momenteel leeft 4,8 procent van de Nederlanders in armoede en het kabinet wil niet dat dit percentage stijgt. De maatregelen bestaan onder meer uit het verhogen van toeslagen.

Marten van Garderen
Bron: eigen beeld
Marten van Garderen

Keerzijde

Bovenop de 2 miljard euro die het kabinet in de Miljoenennota uittrekt voor armoedebestrijding, wordt 4 miljard begroot om niet alleen armoede te bestrijden, maar ook midden- en hoge inkomens te helpen. De grootste maatregel: het minimumloon stijgt vanaf januari met 70 cent.

Dat heeft volgens econoom Van Garderen een keerzijde. "Ik snap heel goed dat je hier armoede mee kan bestrijden, maar het is ook een maatregel die uiteindelijk werkgelegenheid kan kosten. Met een hoger minimumloon wordt het voor werkgevers moeilijker om mensen aan te nemen. Dus zul je mensen 'aan de kant' houden die wel willen, maar nergens kunnen werken."

Voorzichtig zijn

Het is een knop waar je niet eindeloos aan kunt draaien en voorzichtig mee moet zijn, zegt Van Garderen. Ook wijst hij op de inefficiëntie van de maatregel als het gaat om armoedebestrijding.

"Als je het minimumloon verhoogt, dan stijgt automatisch de AOW mee. Dat is in Nederland aan elkaar gekoppeld. Terwijl die stijging van AOW niet nodig is voor het bestrijden van armoede. Het brengt dus extra uitgaven met zich mee, die niet teweeg brengen wat met de maatregel beoogd wordt op te lossen."

Bekijk ook

Inefficiënt

Een tweede uitkomst van de Algemene Beschouwingen is dat een stijging van de benzineprijzen voorlopig van tafel is. De accijns op benzine was tijdelijk verlaagd vanwege de oorlog met Oekraïne.

"Die zou per 2024 weer verhoogd worden", legt Van Garderen uit. "Maar dat is nu voorkomen, na een meerderheid voor een motie van de VVD." De kortingsregeling wordt met een jaar verlengd, maar economisch gezien is dat inefficiënt, vertelt Van Garderen.

'Lage inkomens niet geholpen'

"Je wil de lage inkomens helpen. Maar dat doe je nauwelijks door de benzineprijzen gelijk te houden. Omdat mensen met lage inkomens simpelweg minder autorijden dan mensen met hogere inkomens."

"Het niet verhogen van de brandstofaccijns kost de staat naar schatting 1,2 miljard euro, terwijl rijke Nederlanders hier 3 keer zo veel voordeel 'uithalen' dan armere Nederlanders. Die 1,2 miljard euro had dus beter op een andere manier besteed kunnen worden aan maatregelen die effectief zijn om armere Nederlanders te helpen."

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

Het verschil maken

Waarom we vooral de lage inkomens moeten willen helpen? Van Garderen zegt daarover dat het economisch verstandig is om vooral daar de risico's te beperken. "Als lagere inkomens niet kunnen meedoen aan de arbeidsmarkt en in de samenleving, oftewel als zij zich niet kunnen ontwikkelen en in armoede raken, dan krijg je op de lange termijn economische effecten die je niet wil."

"Daarom is het economisch gezien wenselijk dat de koopkracht vooral aan 'de onderkant van het inkomensgebouw' op peil blijft, zegt hij. "Aan de bovenkant kun je wat schuiven met 1 of 2 procent, maar dat maakt voor de economie niet zoveel uit. Aan de onderkant kun je het verschil maken."

Maatregelen voor lage inkomens

Wie de plannen van afgelopen week vergelijkt met de maatregelen van het koopkrachtakkoord uit augustus dan valt 1 ding direct op. In dat eerdere akkoord stonden maatregelen zoals het verhogen van de huurtoeslag en het kindgebondenbudget.

"Daarmee zijn de lagere inkomens meer geholpen dan met het niet verhogen van brandstofaccijns, want dat komt nauwelijks bij hen terecht", zegt econoom Van Garderen.

Bekijk ook

Door de zure appel

Maar als niet alle koopkrachtmaatregelen even effectief zijn, zoals Van Garderen zegt, 'waarom stuurt de huidige politiek dan toch zo aan op het vergroten van koopkracht?', vroeg EenVandaag-kijker Hans Mulders zich af. Hij heeft de indruk dat dit tegenwoordig meer gebeurt dan vroeger. "In de jaren 70 en 80 was er ook torenhoge inflatie, toen moesten burgers door de zure appel bijten en werden ze niet voor alles gecompenseerd."

Emiritus hoogleraar economische geschiedenis Jan Luiten van Zanden gaat in op de vergelijking: "Het is een lastige vergelijking, want toen waren de problemen anders. De inflatie steeg toen elk jaar en nu is het een kleinere inflatiegolf. En het bedrijfsleven maakte toen weinig winst, terwijl het tegenwoordig goed in z'n vel zit."

Trend om koopkracht op peil te houden

Luiten van Zanden licht verder toe hoe de koopkracht beïnvloed werd: "Doordat de inflatie in de jaren 70 en 80 ieder jaar bleef stijgen, ging het slecht met de Nederlandse economie. Bedrijven maakten weinig winst en er was een te hoge loonquote, het aandeel van lonen en salarissen. Kabinet-Lubbers I nam maatregelen om de lonen te verlagen, om de concurrentiepositie van Nederland te versterken."

Maar hierdoor ging de koopkracht van brede groepen in de samenleving achteruit, zegt de hoogleraar. "Sindsdien is er een trend gekomen om de koopkracht op peil te houden, zodat die even hard meestijgt met de economische groei van ons land."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.