radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Energielabel faalt als het gaat om huizen energiezuiniger maken, ook met de nieuwe regels

 Energielabel faalt als het gaat om huizen energiezuiniger maken, ook met de nieuwe regels
Energieadviseur Marco Revenberg tijdens een controle voor een energielabel
Bron: EenVandaag

Alle huizen die verkocht worden, moeten een energielabel hebben. Toch zorgt het label nog niet voor verduurzaming van huizen. "Het moet dwingender worden", vindt hoogleraar Dirk Brounen.

Bij label G stroomt de energie zowat letterlijk door de kieren je huis uit, A++++ is bijna optimaal. "Ik weet dat het niet populair is om dwingendere maatregelen te laten nemen, maar ik denk wel dat het nodig is", zegt Brounen. Nu is het volgens hem nog te vrijblijvend.

Label is een moetje

Brounen is hoogleraar Real Estate Economics aan de Universiteit van Tilburg en vindt dat het belang van het label moet toenemen: "Als het gaat om de effectiviteit, dan is die nu nog beperkt." Als je je huis wilt verkopen, moet je een energielabel bij de notaris kunnen laten zien om een boete te voorkomen, maar verder zijn er geen consequenties. Het voelt daarom voor velen als een moetje.

Veel oudere huizen vallen in een lagere categorie. Dat kan verbeterd worden, bijvoorbeeld door dubbel glas te nemen, de vloer en het dak isoleren, zonnepanelen op het dak leggen of zelfs een warmtepomp aan te schaffen. Genoeg maatregelen te bedenken dus, maar na de verkoop is er geen prikkel voor de koper om er ook iets mee te doen.

info

Het energielabel

Voor veel verschillende zaken bestaat er een energielabel: auto's, elektrische apparaten, lampen, maar ook voor gebouwen. Het label laat zien hoe energiezuinig zo'n gebouw of voorwerp is. Sinds 2007 bestaat het label voor woningen, sinds 2015 kregen steeds meer woningen ook echt een label. Het aanvragen ervan werd toen simpeler en kon gewoon online. Sinds 1 januari 2021 moet een energieadviseur het label bepalen door middel van een keuring in de woning.

Het label loopt van A++++ (heel zuinig) tot en met G (heel onzuinig). Een energiezuinig huis heeft goede isolatie, triple of HR++ glas, energiezuinige verwarming en zonnepanelen. Voor de uiteindelijke koper of huurder betekent dit een lagere energierekening, meer wooncomfort en minder CO2-uitstoot.

Lees ook

'Verkoop verkeerde moment'

Dat merkt ook energieadviseur Marco Revenberg. Hij geeft de energielabels af, maar constateert dat de adviezen die hij geeft, vaak weinig nut hebben. "Het is wat mij betreft het verkeerde moment, omdat het pas gebeurt bij de verkoop." Maar de verkoper gaat een huis niet meer grondig aanpakken. "Je wil eigenlijk dat de nieuwe bewoner geholpen wordt om maatregelen te nemen."

Sinds begin van dit jaar is er wel wat veranderd. De afgelopen jaren kon je online voor een paar euro een energielabel regelen. Nu moet er een gecertificeerde energieadviseur bij je langs komen en zijn de kosten aanzienlijk hoger. Volgens de Rijksoverheid kost het gemiddeld 190 euro, in de praktijk blijkt dat vaak hoger. "In de nieuwe methode wordt het al beter, maar het is nog steeds niet effectief", merkt Revenberg, die per woning enkele uren bezig is. "Met het label heb je alleen het besef gecreëerd dat er iets niet goed is, maar er gebeurt niets mee."

Hoogleraar
Bron: EenVandaag
Hoogleraar Dirk Brounen

Betalen voor duurzaamheid, net als bij auto's

Hoogleraar Brounen deed onderzoek naar de effecten van het energielabel op de woningmarkt en concludeerde wel dat huizen met een beter label meer opbrengen. Tegelijkertijd ziet hij ook dat in de huidige markt duurzaamheid vaak geen enkele rol speelt in de afwegingen. Van die vrijblijvendheid moeten we af, vindt hij. "De klimaatdoelstellingen voor 2030 gaan we in het huidige tempo niet halen."

Op de kantorenmarkt is het al zo dat vanaf 2023 kantoren minimaal een C-label móéten hebben. De hoogleraar denkt dat zoiets ook voor de huizenmarkt nodig is. "Als een B-label een plicht wordt, dan is een huis met een F-label ineens heel duur. Het is net als met auto's en bijtellingen. Je kunt heel makkelijk regels en wetten maken die B-labels voordeel geven. De labels hebben nooit consequenties gehad."

Lees ook

'Beter label levert geld op'

Volgens Brounen is er ook een belangrijke rol weggelegd voor banken, hypotheekadviseurs en makelaars. "Zodat de hoogte van de rente bijvoorbeeld van het label afhangt. Mensen die in betalingsproblemen komen zijn vaker mensen met een slecht label, omdat hun woonlasten te hoog zijn. Op termijn gaan mensen zo dan ook meer belangstelling voor duurzaamheid krijgen."

De hoogleraar benadrukt dat het ook belangrijk is dat mensen zelf aan de slag gaan. Uit eigen ervaring weet hij dat het als huiseigenaar gunstig kan zijn om te werken aan een hoger, en dus beter, label. "Het kan je geld opleveren om met het label aan de gang te gaan. Ik heb zelf zonnepanelen gekocht en maak nu 6 procent rendement. Als je het nuchter bekijkt is het niet ingewikkeld."

Bekijk hier de tv-reportage over dit onderwerp

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Wat de nieuwe migratieplannen van de EU betekenen voor uitgeprocedeerde asielzoekers

Uitgeprocedeerde asielzoekers zouden de Europese Unie echt moeten verlaten: dat is de inzet van nieuwe plannen van de Europese Commissie. Maar hoogleraar migratie Arjen Leerkes is kritisch. "Voor een deel gaat het ook om beeldvorming."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom de ene persoon gevoeliger is voor PTSS dan de andere

Waarom de ene persoon gevoeliger is voor PTSS dan de andere
Hulpdiensten sluiten een plaats delict in Zwijndrecht af na een schietpartij
Bron: ANP

Waarom krijgt de een na een schokkende gebeurtenis posttraumatische stress en de ander niet? Radboud Universiteit deed hier samen met de Nationale Politie onderzoek naar.

Mishandeling, een zwaar ongeval of oorlog, dit zijn enkele voorbeelden van situaties die kunnen leiden tot een posttraumatisch stresssyndroom (PTSS). In Nederland krijgen jaarlijks 400.000 mensen de diagnose. Maar de een is hier gevoeliger voor dan de ander, blijkt uit onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen.

Uniek onderzoek naar PTSS

Aan het onderzoek van de universiteit deden ruim 200 beginnende agenten mee. Volgens neurowetenschapper en een van de onderzoekers van de studie Linda De Voogd is dit uniek. "Er zijn weinig onderzoeken gedaan waarbij de deelnemers nog geen dingen hebben meegemaakt of geen PTSS-klachten hebben", vertelt ze.

En voor een goede meting moet je er juist bij zijn voordat iemand een traumatische ervaring meemaakt, weet de onderzoeker. "Ook richtten vorige studies zich vooral op kleinere onderzoeksgroepen en militairen."

Bekijk ook

Wel of niet schieten

Tijdens het onderzoek moesten de agenten onder een MRI-scan een schietopdracht doen. "Om de spanning op te bouwen moesten de deelnemers een poppetje in de gaten houden. Het poppetje kon een geweer of een telefoon uit zijn zak pakken", gaat De Voogd verder. En op basis daarvan moesten de agenten een keuze maken: wel of niet schieten.

"Bij het pakken van het geweer, moesten de agenten op het poppetje schieten. Bij het pakken van de telefoon, moeten ze niks doen. Dat was dan de veilige situatie," vertelt De Voogd. "Bij een foute keuze kregen de agenten een elektrisch schokje. De schok doet niet echt pijn, maar het is wel vervelend. Er stond dus wel iets op het spel."

Actieve amygdala

Het uitvoeren van de oefening stimuleert hersenactiviteit, vooral in de amygdala. "Dat is een gebied in de hersenen dat betrokken is bij het verwerken van informatie en het detecteren van dreiging", legt De Voogd uit.

Anderhalf jaar na de MRI-scan moesten de onderzochte agenten terugkomen naar de universiteit. "Uit de studie blijkt dat agenten met een hyperactieve amygdala vaker kampen met de symptomen die passen bij PTSS", vertelt De Voogd. "Mensen met een actievere amygdala hebben dus meer kans op het ontwikkelen van PTSS na het meemaken van trauma."

Bekijk ook

Nachtmerries en overprikkeld

Voormalig politieagent Maaike Zegers heeft te maken gehad met zo'n trauma. "Tijdens mijn werk kreeg ik steeds vaker een onveilig gevoel en wilde ik niet terug naar bepaalde plekken", vertelt ze.

"In het begin dacht ik: dat is logisch en dit hoort nou eenmaal bij mijn baan. PTSS was ook geen onderwerp dat destijds bij de politie besproken werd. Maar mijn klachten gingen van kwaad tot erger: nachtmerries, overprikkeld en een extreem kort lontje. Na enige tijd kwam ik thuis te zitten en startte ik met intensieve traumaverwerking."

'Donkere wolk ging weg'

"Inmiddels gaat het mentaal goed met mij en ik werk niet meer bij de politie", vertelt ze. Ze schreef een paar jaar geleden het boek 'Een kast vol', om families te helpen om met PTSS om te gaan. "Juist door het woord 'PTSS' in huis te halen, ging de donkere wolk weg. Dat was verhelderend."

Zegers was geen onderdeel van het onderzoek van de Radboud Universiteit, maar juicht dit soort studies erg toe. "Als ik van tevoren had geweten dat ik misschien een hoger risico had op PTSS, dan had ik nog steeds het vak gekozen. Ik heb bij de politie ook een hele fijne tijd gehad."

Eén stukje in een grote puzzel

Met de studie probeert de onderzoeker preventief te kijken naar PTSS en mensen zoals Maaike Zegers te helpen.

"Met dit onderzoek zijn er wellicht mogelijkheden om beter om te gaan met trauma of aversieve gebeurtenissen. In de hoop om de kans op PTSS te verkleinen, ook voor andere beroepen buiten de politie,'' zegt De Voogd. "Maar de studie is slechts één stukje in een grote puzzel."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant