Alle huizen die verkocht worden, moeten een energielabel hebben. Toch zorgt het label nog niet voor verduurzaming van huizen. "Het moet dwingender worden", vindt hoogleraar Dirk Brounen.
Bij label G stroomt de energie zowat letterlijk door de kieren je huis uit, A++++ is bijna optimaal. "Ik weet dat het niet populair is om dwingendere maatregelen te laten nemen, maar ik denk wel dat het nodig is", zegt Brounen. Nu is het volgens hem nog te vrijblijvend.
Label is een moetje
Brounen is hoogleraar Real Estate Economics aan de Universiteit van Tilburg en vindt dat het belang van het label moet toenemen: "Als het gaat om de effectiviteit, dan is die nu nog beperkt." Als je je huis wilt verkopen, moet je een energielabel bij de notaris kunnen laten zien om een boete te voorkomen, maar verder zijn er geen consequenties. Het voelt daarom voor velen als een moetje.
Veel oudere huizen vallen in een lagere categorie. Dat kan verbeterd worden, bijvoorbeeld door dubbel glas te nemen, de vloer en het dak isoleren, zonnepanelen op het dak leggen of zelfs een warmtepomp aan te schaffen. Genoeg maatregelen te bedenken dus, maar na de verkoop is er geen prikkel voor de koper om er ook iets mee te doen.
Het energielabel
Voor veel verschillende zaken bestaat er een energielabel: auto's, elektrische apparaten, lampen, maar ook voor gebouwen. Het label laat zien hoe energiezuinig zo'n gebouw of voorwerp is. Sinds 2007 bestaat het label voor woningen, sinds 2015 kregen steeds meer woningen ook echt een label. Het aanvragen ervan werd toen simpeler en kon gewoon online. Sinds 1 januari 2021 moet een energieadviseur het label bepalen door middel van een keuring in de woning.
Het label loopt van A++++ (heel zuinig) tot en met G (heel onzuinig). Een energiezuinig huis heeft goede isolatie, triple of HR++ glas, energiezuinige verwarming en zonnepanelen. Voor de uiteindelijke koper of huurder betekent dit een lagere energierekening, meer wooncomfort en minder CO2-uitstoot.
Lees ook
'Verkoop verkeerde moment'
Dat merkt ook energieadviseur Marco Revenberg. Hij geeft de energielabels af, maar constateert dat de adviezen die hij geeft, vaak weinig nut hebben. "Het is wat mij betreft het verkeerde moment, omdat het pas gebeurt bij de verkoop." Maar de verkoper gaat een huis niet meer grondig aanpakken. "Je wil eigenlijk dat de nieuwe bewoner geholpen wordt om maatregelen te nemen."
Sinds begin van dit jaar is er wel wat veranderd. De afgelopen jaren kon je online voor een paar euro een energielabel regelen. Nu moet er een gecertificeerde energieadviseur bij je langs komen en zijn de kosten aanzienlijk hoger. Volgens de Rijksoverheid kost het gemiddeld 190 euro, in de praktijk blijkt dat vaak hoger. "In de nieuwe methode wordt het al beter, maar het is nog steeds niet effectief", merkt Revenberg, die per woning enkele uren bezig is. "Met het label heb je alleen het besef gecreëerd dat er iets niet goed is, maar er gebeurt niets mee."
Betalen voor duurzaamheid, net als bij auto's
Hoogleraar Brounen deed onderzoek naar de effecten van het energielabel op de woningmarkt en concludeerde wel dat huizen met een beter label meer opbrengen. Tegelijkertijd ziet hij ook dat in de huidige markt duurzaamheid vaak geen enkele rol speelt in de afwegingen. Van die vrijblijvendheid moeten we af, vindt hij. "De klimaatdoelstellingen voor 2030 gaan we in het huidige tempo niet halen."
Op de kantorenmarkt is het al zo dat vanaf 2023 kantoren minimaal een C-label móéten hebben. De hoogleraar denkt dat zoiets ook voor de huizenmarkt nodig is. "Als een B-label een plicht wordt, dan is een huis met een F-label ineens heel duur. Het is net als met auto's en bijtellingen. Je kunt heel makkelijk regels en wetten maken die B-labels voordeel geven. De labels hebben nooit consequenties gehad."
Lees ook
'Beter label levert geld op'
Volgens Brounen is er ook een belangrijke rol weggelegd voor banken, hypotheekadviseurs en makelaars. "Zodat de hoogte van de rente bijvoorbeeld van het label afhangt. Mensen die in betalingsproblemen komen zijn vaker mensen met een slecht label, omdat hun woonlasten te hoog zijn. Op termijn gaan mensen zo dan ook meer belangstelling voor duurzaamheid krijgen."
De hoogleraar benadrukt dat het ook belangrijk is dat mensen zelf aan de slag gaan. Uit eigen ervaring weet hij dat het als huiseigenaar gunstig kan zijn om te werken aan een hoger, en dus beter, label. "Het kan je geld opleveren om met het label aan de gang te gaan. Ik heb zelf zonnepanelen gekocht en maak nu 6 procent rendement. Als je het nuchter bekijkt is het niet ingewikkeld."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.