"We moeten in tijden van lerarentekorten mensen laten gaan. Dat is niet uit te leggen." Doordat de coronasteun stopt, moest basisschooldirecteur Roelie Renzema drie van haar mensen laten gaan. Verschillende scholen kampen met dit probleem.

"De gevolgen zijn redelijk dramatisch te noemen." Directeur Roelie Renzema van basisschool De Boeier in Lelystad zit met de handen in het haar. Dat haar school nu gedwongen drie leerkrachten moest ontslaan, vindt ze eigenlijk niet uit te leggen.

Structurele problemen tijdelijk opgelost

"Dat zijn geen leuke gesprekken om te voeren", zegt Renzema erover. De leraren konden op andere scholen aan de slag, maar in de organisatie van basisschool De Boeier moet er een tandje bij.

Het geld dat incidenteel vanwege corona aan de scholen is gegeven, zou structureel moeten zijn, vindt Renzema. "Er is een groot aantal scholen die de gelden hebben ingezet om structurele problemen tijdelijk op te lossen. Wij hebben het ook gebruikt om mensen op te leiden, dan maak je het ook structureel, maar ook wij hebben er incidentele dingen mee gedaan."

Bekijk ook

Extra handen voor de klas

Er is wel structurele financiering voor scholen, maar die is niet voldoende, bevestigt hoogleraar onderwijskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen Klaas van Veen. "Jarenlang zag je dat het steeds te weinig was en daar werd op gereageerd met incidentele subsidies. De coronasteun van 8,5 miljard was de grootste en daar zat geen plan achter."

Deze werd volgens Van Veen door scholen vooral ingezet voor extra handen voor de klas en kleinere groepen. "En dat was hard nodig. Er was eigenlijk sprake van achterstallig onderhoud. Door de extra leerkrachten en klasassistenten is er een soort van rust gekomen."

2 tot 3 groepen per school zonder leerkracht

Van Veen is ook bestuurder van een scholenkoepel in Groningen van 12 scholen. "Het komt er nu op neer dat we eigenlijk 29 volledige leerkrachtbanen zouden moeten laten gaan. Dat betekent 2 tot 3 groepen per school die geen leerkracht meer zouden hebben." Grotere groepen maken lukte ook niet. "Er was geen enkele oplossing."

Vooralsnog kan hij zijn mensen nog net aanhouden: "We hebben gelukkig nog een reserve, dus we kunnen nog één jaar door. Daarna zit je met een groot probleem, of je moet klassen onverantwoord groot gaan maken."

Bekijk ook

Loten om subsidie

Van Veen merkt bij de scholen in zijn koepel hoe moeizaam het kan gaan met kleinere subsidies. "Het geld is te weinig en niet elke school krijgt het. Bij de eerste ronde werd ook geloot, wat ik heel erg raar vond", zegt hij over een subsidie voor basisvaardigheden als lezen en schrijven.

"De tweede ronde werd ook geloot en toen werd plotseling tijdens het proces bekend gemaakt dat er werd gekeken naar achterstandsscores van scholen."

Fouten gemaakt

"Er werd zelfs een vergissing gemaakt, want een paar van de scholen in mijn koepel kregen eerst het bericht dat ze het hadden gekregen, maar de volgende dag bleek hun achterstandsscore niet goed genoeg."

Door het tijdelijke geld lukt het Van Veen ook niet om werknemers vaste contracten te geven, ondanks dat de overheid aanmoedigt om minder flexcontracten te geven.

'Heb vertrouwen in ons'

De PO-raad roept op om te stoppen met de 'subsidieconfetti': allerlei losse subsidies, waar sommige scholen wel van profiteren en andere juist niet. Ook Roelie Renzema vindt het onhandig. "Met elk potje dat wordt geboden moet er ook weer een verantwoording en evaluatie en een hele hoop rapporten worden gedeeld, om maar te bewijzen dat je het geld goed besteed hebt."

Onnodig, zegt de directeur. "Heb vertrouwen in ons, wij kunnen dit echt wel. Daarbij krijgt het funderend onderwijs structureel te weinig geld om te doen wat belangrijk is voor ons allemaal: een goede basis aanleggen voor onze kinderen. Het verschil in financiering tussen de verschillende sectoren is nog altijd te groot." Renzema heeft politici uitgenodigd voor een gesprek of rondleiding door de school, maar kreeg geen reactie.

Bekijk hier onze reportage over dit onderwerp

17 miljoen experts over onderwijs

Het feit dat de politiek veel te zeggen heeft over het onderwijs, noemt Klaas van Veen een 'fundamenteel probleem'. "Je moet dat eens bij chirurgen proberen. Vertel hen eens hoe ze moeten opereren. Dat kan en durft niemand, maar bij lesgeven denken we dat het wel kan. We hebben 17 miljoen bondscoaches, en we hebben ook 17 miljoen experts over onderwijs."

De politiek moet zich inhoudelijk niet bemoeien met het onderwijs, vindt Van Veen. "Je hebt inspectie, scholen en leraren die hard bezig zijn om te analyseren waar problemen vandaan komen. Dat doen ze om verbeterde plannen te maken en kinderen te helpen. Wat we nu zien: het onderwijs verschraalt zo, dat het niet beter zal gaan met het niveau, niet beter met de kansengelijkheid en laat staan het imago van het beroep leraar. Wie wil nou werken in een beroep dat voortdurend niet goed gefinancierd en gefaciliteerd wordt?"

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.