Komende zaterdag spreken premier Rutte, Defensieminister Ollongren en de Commandant der Strijdkrachten Onno Eichelsheim honderden veteranen toe. Dat is een nieuwe stap in het eerherstel van Dutchbat-veteranen.

Begin vorig jaar beloofde het kabinet al eerherstel. Er werd toen een symbolische 5.000 euro per veteraan beloofd. Ook werd mogelijk gemaakt dat de veteranen konden afreizen naar de gebieden in Bosnië. Dit is een onderdeel van het verwerkingsproces van hun trauma's.

Gemis aan erkenning

Aanstaande zaterdag gaat voor de Vereniging Dutchbat III niet over de onmogelijke missie, maar over eerherstel en erkenning, zegt voorzitter van de vereniging Olaf Nijeboer. "De veteranen hebben na 1995, toen ze terugkwamen naar Nederland, veel gemist van wat je van een werkgever mag verwachten."

Hij vindt het heel vervelend dat in Nederland het beeld heerst dat de Nederlandse militairen in Srebrenica voor een onmogelijke missie stonden. Een missie waar ze niet goed op voorbereid en uitgerust zouden zijn. "We hadden een prima opleiding gehad voor onze taak. We moesten waarnemen en monitoren of de strijdende partijen zich hielden aan de gemaakte afspraken."

'Beeld is onjuist'

"De Serviërs hielden zich niet aan die afspraken, dat veranderde de situatie. Toen de Serviërs alsnog optrokken, hebben de Nederlandse soldaten ruim anderhalve dag gericht geschoten. Dat deden ze om de opmars te stoppen en de inwoners van Srebrenica te beschermen", zegt Nijeboer. Dat verhaal heeft volgens de veteranen eigenlijk nooit aandacht gekregen.

"Er is het beeld ontstaan dat we nooit een schot hebben gelost en de enclave zo hebben opgeheven, maar dat is feitelijk onjuist. Na anderhalve dag kregen we van hogerhand de opdracht dat er niet gevuurd mocht worden." Daarna konden de Serviërs langs de Nederlandse troepen en verder met hun opmars.

Bekijk ook

Erkenning

De erkenning waar het zaterdag om gaat, is dat de zorg die geboden had moeten worden, niet is geboden. "Als het goed is, leidt dat ook tot een 'sorry' in de vorm van excuses. Nederland neigt ernaar dat politiek en juridisch heel groot te maken, maar het is gewoon iets menselijks. Het helpt bij de verwerking van de trauma's van de veteranen. Op het moment dat dingen zijn uitgesproken, kun je gaan verwerken", zegt Nijeboer.

"Het heeft te lang geduurd, maar ik ben allang blij dat we bij dit punt zijn aangekomen", concludeert de voorzitter. "Dat het nu uitgesproken kan worden, is belangrijker dan dat het lang heeft geduurd."

Verkeerd beeld

Een van de veteranen die aan de frontlinie stond, is Remko de Bruijne. Hij beleeft ook dat er een verkeerd beeld is ontstaan over het handelen van hem en zijn mede-soldaten. Daarmee doelt hij op het beeld dat de Nederlandse blauwhelmen de Serviërs zo doorlieten om genocide te plegen.

Op 10 en 11 juli 1995 stond hij in de zogenoemde 'blocking positions' om de Servische troepen tegen te houden. "In het NIOD-rapport staat ook gewoon dat wij de Serviërs tegenhielden, maar het staat er verknipt, in als een puzzel. Daardoor is veel onduidelijkheid over de strijd die wij daar hebben geleverd."

Bekijk ook

150 soldaten

Toen Srebrenica viel en de dagen die daaraan vooraf gingen, heeft De Bruijne traumatische ervaringen meegemaakt met zijn mede-soldaten. "Je moest mensen helpen en kiezen wie je hielp, met het risico als krijgsgevangene opgepakt te worden. Als je de mensen niet hielp, wist je dat ze verkracht en vermoord zouden worden."

"Meer dan 3.000 Servische eenheden vielen onze enclave binnen, terwijl we 40.000 vluchtelingen moesten beschermen. Wij waren daar met 150 soldaten die dat konden."

Genocide

De Bruijnes vader heeft hem gesteund met een boodschap. "Hij vertelde me: 'Remko, je hebt met 150 militairen van de 40.000 vluchtelingen er 32.000 kunnen redden.' Ik ga zelf wel altijd uit van de 8.000 slachtoffers die wel zijn gevallen, en hun nabestaanden, maar dit is wel de andere kant van het verhaal. Feit blijft dat de genocide plaatsvond, 2 weken nadat wij de gebieden verlieten."

"Het beeld is ontstaan dat wij die genocide hebben laten gebeuren, maar dat is niet waar. Wij waren daar toen niet meer." Zaterdag hoopt De Bruijne de erkenning te krijgen voor de strijd die zij daar geleverd hebben, in plaats van het beeld dat in de jaren lijkt te zijn ontstaan.

Bekijk hier de televisiereportage over dit onderwerp.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.