
Burgemeesters willen huisverbod makkelijker én langer kunnen opleggen bij huiselijk geweld: 'Want niet in 28 dagen opgelost'
Door een huisverbod mogen plegers van huiselijk geweld 10 dagen niet meer in hun huis komen. Burgemeesters door het hele land noemen die afkoelperiode te kort en willen al eerder kunnen ingrijpen, zeggen zij tegen EenVandaag. "We komen vaak te laat."
Purmerend, Sneek, Veldhoven, allemaal gemeenten waar de afgelopen weken een vrouw werd omgebracht door een (ex-)partner. In Lent had een man kort voor de moord zelfs een huisverbod opgelegd gekregen na huiselijk geweld. Hij mocht tijdelijk niet bij het gezin in de buurt komen, maar stak de vrouw op straat neer. Ze overleed een dag later aan haar verwondingen.
Tijdelijk huisverbod
Het tijdelijk huisverbod is een maatregel die bedoeld is om een situatie te deëscaleren en dus minder erg te maken, als er sprake is van 'ernstig en onmiddellijk gevaar'. Met de maatregel kunnen geweldplegers minimaal 10 dagen en maximaal 28 dagen hun huis niet in. Als het verbod loopt, wordt hulpverlening op gang gezet.
EenVandaag benaderde (middel)grote gemeenten door het hele land over hun ervaringen met de Wet tijdelijk huisverbod. Van Leeuwarden tot Maastricht en van Alkmaar tot Enschede noemen burgemeesters het huisverbod een belangrijk en effectief instrument om de rust te doen terugkeren.
'Alleen als het niet anders kan'
"Het kan een effectief middel zijn", stelt bijvoorbeeld de gemeente Gouda (21 huisverboden in 2024). "Maar wel een die je liever alleen toepast als het niet anders kan."
Het is een ingrijpend middel zeggen gemeenten, dat ze niet lichtzinnig inzetten. "Het is een zware inbreuk op iemands privéleven en moet dus niet onnodig worden ingezet", zegt de gemeente Heerlen, die zo'n twintig huisverboden per jaar oplegt.
'Patroon doorbreken'
Met uitzondering op Amsterdam, waar het gemiddeld gaat om zo'n 200 verboden per jaar, gaat het in de meeste gemeenten om enkele tientallen huisverboden per jaar. Wie zo'n verbod opgelegd krijgt, moet zijn huissleutels inleveren bij de politie en mag geen contact opnemen met huisgenoten of gezinsleden.
Het is een time-out waarin direct passende hulp kan worden geboden aan alle betrokkenen, zegt de gemeente Utrecht (rond de veertig verboden per jaar). "Aan slachtoffers, inclusief de kinderen, en plegers. Hierdoor wordt meteen ook ingezet op het doorbreken van het patroon van geweld."
Aanpak van problemen
Het biedt de geweldpleger een gecontroleerde en veilige omgeving om te kalmeren, antwoordt Eindhoven, die zeventien verboden oplegde in 2024.
"Door de pleger tijdens deze cruciale fase op te vangen en te begeleiden, vergroten we de kans dat onderliggende problematiek wordt aangepakt. Dit bevordert niet alleen het herstel van het slachtoffer, maar verkleint ook de kans op toekomstig geweld."
EenVandaag benaderde gemeenten gemeenten door het hele land met vragen over het huisverbod. Het ging in de vragen om hoe vaak ze het verbod oplegden maar ook over hoe effectief zij het middel vinden: keert de rust terug? Hebben ze het idee dat de hulpverlening op gang komt?
Van de vier grootste 'G4' gemeenten Den Haag, Amsterdam, Utrecht, Rotterdam beantwoordden alleen Amsterdam en Utrecht de vragen. Verder werkten mee: Arnhem, Alkmaar, Den Bosch, Eindhoven, Enschede, Gouda, Groningen, Heerlen, Hengelo, Hilversum, Leeuwarden, Lelystad, Maastricht en Zwolle.
Naast een langere duur van het verbod en ruimere afspraken (criteria) voor een vroegtijdig (preventief) huisverbod, vragen gemeenten ook om een betere koppeling tussen zorg en strafrecht, structurele financiering en coördinatie in plaats van versnipperde aanpak en betere bescherming van vrouwen in afhankelijkheidsrelaties.
Geweld voorkomen
Dat de maatregel toekomstig geweld kan voorkomen, blijkt ook uit onderzoek naar de effectiviteit van het huisverbod dat de gemeente Amsterdam uit heeft laten voeren. "In 70 procent van de gevallen is sprake van afname van de directe geweldsdreiging achter de voordeur. In 38 procent is een verandering naar een situatie van duurzame veiligheid geconstateerd."
De onderzoekers zeggen dat er kansen zijn om het verbod vaker en effectiever in te zetten.
Verbeterpunten
Amsterdam signaleert dat de betrokkenen bij een huisverbod door de hectiek 'hun hoofd niet hebben staan' naar hulpverlening. "Ze zijn vaak nog niet zover." Ook lukt het regelmatig niet om de hulpverlening door te zetten na de periode van het verbod, omdat er wachtlijsten zijn.
Daarbij is hulpverlening niet verplicht, en sommigen voelen na het huisverbod de noodzaak van hulp niet meer.
Periode te kort
Met name vanwege het op gang komen van hulpverlening, pleiten vrijwel alle gemeenten voor een verlenging of het makkelijker en flexibeler maken van de periode van het tijdelijk huisverbod.
De periode van tien dagen wordt als te kort ervaren en vaak verlengd.
Afstemmen kost tijd
Zoals in Maastricht, waar tot dusver de teller op acht huisverboden staat dit jaar: "De periode van 10 dagen van een huisverbod is erg kort. Er moeten immers meerdere instanties worden betrokken bij de hulpverlening. De onderlinge afstemming daarover vraagt vaak meer tijd."
Gemeente Den Bosch (negen huisverboden in 2024) zegt daarover: "In een periode van maximaal 28 dagen kun je vergevorderde problematiek als huiselijk geweld niet oplossen."
Hulpverlening verplicht maken
Ook Alkmaar, twaalf verboden in 2024, zegt onvoldoende tijd te hebben om een 'stabiele thuissituatie helemaal te herstellen of creëren' tijdens het verbod. "Wat vooral ontbreekt is de mogelijkheid voor een langdurige opvolging en structurele ondersteuning van gezinnen nadat de acute (dringende, red.) fase voorbij is. In de praktijk zien we dat nazorg en continuïteit (doorlopende zorg, red.) in de hulpverlening kwetsbaar is."
Utrecht wil de termijn verlengen en flexibiliseren en hulp verplichten. "Het verplicht stellen van hulpverlening voor de uithuisgeplaatste én een stevige follow-up vergroten de effectiviteit van het instrument."
'Ernstig en onmiddellijk gevaar' te specifiek
Daarnaast vragen verschillende gemeenten ook om ruimere afspraken zodat het huisverbod ook preventief, dus al eerder, opgelegd kan worden. De gemeente Eindhoven noemt de ruimte om het huisverbod preventief in te zetten 'beperkt' door de strikte interpretatie van het criterium 'ernstig en onmiddellijk gevaar'.
"Hierdoor is het lastig, en in veel gevallen zelfs onmogelijk, om een tijdelijk huisverbod op te leggen op basis van meldingen van bijvoorbeeld Veilig Thuis wanneer er geen sprake is van een directe (gewelds)melding bij de politie."
Strenge eisen maken het lastig
Ook in Amsterdam, Utrecht en Hengelo (elf huisverboden in 2024) loopt men aan tegen deze strenge eisen aan, die het lastig maken een vroegtijdig huisverbod op te leggen.
"Of de wet moet aangepast worden: nu staat er dat er sprake moet zijn van 'ernstig en onmiddellijk gevaar.'"
Eerder ingrijpen
"We zien dat bij de gezinnen waar een huisverbod wordt opgelegd meestal al langer sprake is van ruzies en huiselijk geweld", zegt de gemeente Arnhem, waar het aantal huisverboden gemiddeld rond de dertig per jaar ligt. "We zouden graag eerder willen kunnen ingrijpen", stellen zij.
"Er bestaat wel een mogelijkheid om een preventief (voorkomend, red.) huisverbod op te leggen. Maar in eigenlijk alle gevallen dat een preventief huisverbod een oplossing had kunnen zijn, hebben we dat niet kunnen inzetten."
'In de praktijk vaak te laat'
Volgens de formele regels kan het preventief, dus al eerder. "Maar de hoge bewijslast en vereiste feitelijkheden maken dat we in de praktijk vaak te laat komen", zegt de gemeente Arnhem.
"Het gevolg is dat we slachtoffers pas kunnen beschermen nadat het geweld escaleert en steeds erger wordt. Dat is onacceptabel in een rechtsstaat die veiligheid en menselijke waardigheid voorop moet stellen."