Komende zondag staat het woonprotest gepland, waarbij de pijlen vooral zijn gericht op investeerders: vaak particuliere beleggers die panden opkopen om die vervolgens voor veel geld te gaan verhuren. Wat is daar tegen te doen? Drie mogelijke oplossingen.
Starters trekken bij de verkoop van een huis geregeld aan het kortste eind als ze moeten opbieden tegen een belegger. Bij het protest in Amsterdam op zondag 12 september willen mensen hun frustratie uiten over onbetaalbare koopwoningen en torenhoge huurprijzen.
Woonplicht
Volgens het Kadaster ging in de eerste helft van 2020 bijna een kwart van de verkochte woningen naar particuliere beleggers. Marco Pastors van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid herkent het in zijn stad, bijvoorbeeld in de wijk Oud-Charlois. "Wat wij hier zien is dat op heel veel woningen wordt overboden door beleggers, soms tot wel 80 duizend euro. Dan weet je zeker dat mensen met een inkomen van 1,5 keer modaal geen koopwoning meer kunnen vinden."
Rotterdam, maar ook steden als Amsterdam en Utrecht, willen met een 'woonplicht' beleggers de pas afsnijden. Alleen mensen die zelf in het huis gaan wonen, zouden de woning mogen kopen. Per 1 januari 2022 zou dat ook voor bestaande huizen mogelijk moeten worden.
Woningen opkopen
Het is één idee, maar Pastors wil nog een stap verder gaan. Hij wil dat de gemeente huizen opkoopt en doorverkoopt aan mensen met een middeninkomen. "Wij denken dat het goed is als voor die middengroep gereguleerde woningen worden aangeboden. Niet alleen huurwoningen, maar ook koopwoningen."
Hij voert al gesprekken met een aantal Rotterdamse corporaties, en ook met het ministerie van Binnenlandse Zaken. "We staan pas aan het begin, maar ik denk zelf dat dit het idee is dat de woningmarkt vlot kan trekken."
'Het paard achter de wagen'
Volgens journalist en beurscommentator Hans de Geus is dat 'het paard achter de wagen spannen'. "Op die manier betaalt de bewoner van een sociale huurwoning alsnog mee aan de torenhoge prijzen, via de belasting." Den Haag zou volgens hem 'aan fiscale knopjes moeten draaien en geen gekke noodsprongen gaan maken'.
De Geus is zelf huisjesmelker: hij bezit een paar appartementjes in Amsterdam Zuidoost. Hij schreef het boek Hoe ik toch huisjesmelker werd over zijn investering en waarom hij vindt dat het hem als belegger te gemakkelijk is gemaakt. "Toen de huren 'sky high' gingen, ging iedereen beleggen. Maar dat moet je die beleggers niet kwalijk nemen."
Ongelijkheid wordt steeds groter
Maar dat er iets moet gebeuren, is hem inmiddels wel meer dan duidelijk. "We wonen nu in dezelfde huizen als 30 jaar geleden, met 5 keer zo hoge hypotheken", zegt hij. "Ik vrees dat als we zo doorgaan we een hurende kaste en een bezittende kaste krijgen, Dan drijven we steeds verder uit elkaar; de ongelijkheid wordt steeds groter."
Volgens hem stijgen de huizenprijzen vooral doordat er te veel geld beschikbaar is: "We moeten zorgen dat de muur van spaargeld bij mensen die al een woning hebben, kleiner wordt. Zij hebben een hoop geld van de verkoop van de woning en kunnen daarmee doorstromen op de woningmarkt. Maar starters komen er zo nergens meer tussen."
Hogere overdrachtsbelasting
Dus moet het meer kosten om een woning aan te schaffen, vindt De Geus. "Om te beginnen met een hogere overdrachtsbelasting. Die is van 6 naar 2 procent gegaan, maar die moet direct weer terug. En misschien moet het nog wel veel hoger worden. En voor beleggers nog hoger."
Dat mensen nu in protest komen omdat ze boos zijn dat een betaalbare woning simpelweg niet meer te vinden is, snapt De Geus maar al te goed. "Het verbaast me zelfs dat het nu pas is."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.