Het is al langer bekend dat minder vlees eten goed is voor milieu én mens. Toch stappen Nederlanders tot nu toe nog niet massaal over op vegetarische alternatieven, zien experts. "Ik denk dat daar nog wel een taak ligt voor de overheid."

Arjen Wals, hoogleraar duurzaamheid aan de Wageningen University en Research (WUR), ziet dat steeds meer mensen kiezen voor vleesvervanger, maar volgens hem kan de overgang nog wel een zetje gebruiken.

Groter aanbod in supermarkt

"Als je naar de harde cijfers kijkt, dan zie je dat we nog niet massaal minder vlees gaan eten", vertelt hij. "Maar uit onderzoek blijkt wel dat mensen steeds vaker bewuster gaan eten en er dus af en toe voor kiezen om het vlees te laten staan."

Wals ziet dat er 'een soort nieuwe normaal ontstaat, waarbij mensen ook gewoon alternatieven in het mandje kunnen gooien'. "Het aanbod van vleesvervangers in de supermarkt wordt ook steeds groter, dat maakt het voor mensen ook makkelijker."

Kantelpunt bij 25 procent

De omzet van die vleesvervangers is de afgelopen jaren flink gestegen. In 2017 ging er nog 105 miljoen euro om in de vegetarische alternatieven, in 2021 was dat al meer dan verdubbeld naar 220 miljoen euro.

Daar staat tegenover dat we ook nog altijd veel vlees eten: 40 kilo per persoon per jaar. Het marktaandeel van vleesvervangers is nu nog slechts 4 procent. "Bij transitiemanagement blijkt dat je 25 procent nodig hebt voor een kantelpunt", legt Wals uit.

'Vlees minder aantrekkelijk maken'

"Daar moeten we naar toe", vervolgt de hoogleraar. Maar om op het punt te komen dat een kwart van de schappen is gevuld met vleesvervangers, moet er volgens hem nog wel een hoop gebeuren: "Ik denk dat daar nog wel een taak ligt voor de overheid."

Wals geeft aan dat de overheid er bijvoorbeeld voor kan kiezen om 'alles wat ongezond, niet duurzaam en klimaatbelastend is en de biodiversiteit kapotmaakt' duurder te maken. "Dan worden die producten minder aantrekkelijk."

Alternatieven nog steeds duurder

Eigenaar Frank Giezen van Ojah, een producent van vleesvervangers, ziet ook dat vlees nu nog vaak goedkoper is dan het alternatief. "Op een moment dat je veel meer moet betalen, is het alleen leuk voor welgestelde mensen. Dan bereik je niet de grote groep mensen en kun je niet echt de transitie maken."

"Veel mensen kiezen vanuit financiële overwegingen", weet ook hoogleraar Wals. "Dus als het plantaardige aanbod dit jaar goedkoper wordt, kan het maar zo zijn dat 2023 een kantelpunt wordt."

'Ook de smaak is belangrijk'

Maar consumenten stappen volgens Giezen niet alleen vanwege het prijskaartje over op vleesvervangers: "Het moet vooral lekker zijn. Je moet dus niet het idee hebben dat je iets moet laten staan", legt hij uit.

Daar is horecaondernemer Christian Verweij het mee eens. In zijn restaurant SmaakPark in Ede experimenteert hij met plantaardige alternatieven en op die manier wil hij zijn gasten laten zien dat we prima zonder vlees kunnen.

Vlees zo goed mogelijk nabootsen

Zo wordt er in het restaurant droge worst geserveerd die is gemaakt van gefermenteerde groenten, zoals pastinaak en rode biet. "Iedereen in het restaurant is proefkonijn en uiteindelijk hebben we 'm zo weten te krijgen dat ze het niet meer doorhadden."

En daar ligt de oplossing, denkt Verweij: het zo goed mogelijk nabootsen van echt vlees. "Want uiteindelijk moet je de mensen overhalen die best wel willen, maar niet hun lekkere maaltijd willen opgeven."

audio-play
Bekijk hier de tv-reportage.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.