Een grote groep basisartsen doet geen vervolgopleiding om zich te specialiseren, een deel verlaat de zorg zelfs definitief. Pure kapitaalvernietiging na jaren studie, en dat in een tijd waarin de dokters hard nodig zijn.

Van de ruim 26.000 basisartsen in Nederland is bijna 60 procent nog niet begonnen met een vervolgopleiding, bijvoorbeeld om huisarts of chirurg te worden. Omgerekend gaat het om ruim 15.000 artsen die zich nog niet gespecialiseerd hebben. Een wezenlijk deel van deze groep, veelal jonge dokters, wil zelfs helemaal niet meer als arts werken.

'Belangrijke handen aan het bed'

Dat is doodzonde, vindt vice-decaan geneeskunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam Christa Boer: "We verliezen veel belangrijke handen aan het bed voor toekomstige zorg. Als het probleem met deze groep basisartsen niet goed geanalyseerd en aangepakt wordt, kan goede zorg in de toekomst niet meer gegarandeerd worden."

Daarbovenop komen nog de kosten van de studie geneeskunde, die 6 jaar duurt. De opleidingskosten bedragen ongeveer 100.000 euro per student. "Dat is een dure grap als we de vertrekkende basisartsen niet kunnen motiveren om te blijven", verzucht Boer.

Waarom stoppen basisartsen?

Maar hoeveel basisartsen hun witte doktersjas aan de wilgen (willen) hangen en waarom, dat wordt tot nu toe niet in kaart gebracht. Wel houdt de Vrije Universiteit zelf een vinger aan de pols bij voormalige geneeskundestudenten en hoort veel over drijfveren, motivatie en plannen van studenten en basisartsen.

Hieruit komt onder meer naar voren dat veel jonge dokters niet meer in de ouderwetse hiërarchie van een ziekenhuisomgeving willen werken. Ook het gebrek aan flexibiliteit als het gaat om werktijden of het niet kunnen combineren van klinisch werk en onderzoek zijn redenen om te stoppen.

Van radiologie naar consultancy

Max van der Sijp is een van de basisartsen die de zorg vaarwel heeft gezegd. De geneeskundestudent was al volop bezig met de specialisatie tot radioloog toen hij 7 maanden geleden besloot om het roer om te gooien. Inmiddels werkt hij voor een groot accountancybedrijf.

"Ik vond het werk in de klinische setting niet fijn, er waren heel weinig uitdagingen. Het sloot totaal niet aan op wat ik wilde. Toen ben ik om me heen gaan kijken", legt Max zijn besluit uit. Hij sprak met verschillende wetenschappers en bedrijven. "En dat klikte veel beter."

Max van der Sijp verruilde radiologie voor consultancy

Hiërarchie in ziekenhuizen

De jonge arts is niet rouwig om zijn keuze: "Het verschil tussen mijn huidige werkplek en de situatie in het ziekenhuis is groot. Hoe je samenwerkt en hoe je met elkaar omgaat, dat is echt heel anders. De verantwoordelijkheden zijn ook beter verdeeld."

Max denkt dat er in ziekenhuizen weinig wil is om te veranderen. "De structuur in een ziekenhuis is vaak heel klassiek, met veel hiërarchie. Ze lopen ontzettend achter op de rest van het bedrijfsleven. Veel artsen hebben echt geen boodschap aan vernieuwing en aan de wensen van een nieuwe generatie dokters."

'Mismatch met jonge dokters'

Joas Duister van Stichting Beroepsopleiding Huisartsen (SBOH), een organisatie die zich bezighoudt met vervolgopleidingen buiten het ziekenhuis, herkent dat beeld. "Jonge dokters vragen steeds meer om modern werkgeverschap met voldoende autonomie en niet te veel administratie. En ze maken zich drukker over maatschappelijke thema's, zoals de impact van klimaatverandering op de gezondheid."

Maar regelmatig is er bij werkgevers nog weinig ruimte voor de ideeën van deze nieuwe generatie artsen, zegt Duister. "We zien daardoor een steeds groter wordende mismatch tussen de enorme behoefte aan met name medisch specialisten buiten het ziekenhuis en de sterk afnemende instroom van basisartsen hiervoor."

Droom om gynaecoloog te worden

Bente Hagen is een basisarts die twijfelt over haar beroepskeuze. Ze dacht eraan om gynaecoloog te worden en ze werkte met plezier een paar jaar op de afdeling. Toch besloot ze om te stoppen met haar werk binnen het ziekenhuis. Het repetitieve karakter van het werk ging haar steeds meer tegenstaan: "Je werkt lange dagen en doet als basisarts full time patiëntenzorg."

Volgens Bente is er binnen het ziekenhuis te weinig ruimte om onderzoek te doen naar onbenutte talenten naast het dagelijkse werk, maar ook voor het geven van onderwijs of het volgen van extra cursussen. "Hierdoor staat je persoonlijke ontwikkeling stil."

Basisarts Bente Hagen twijfelt over haar beroepskeuze

Meer pluriformiteit in opleiding

Het is dus alle hens aan dek om twijfelaars als Bente binnenboord te houden en afgeknapte dokters als Max weer terug te halen. De VU is onder leiding van vicedecaan Boer daarom begonnen met een programma waarin de medische faculteit bewuster zoekt naar pluriformiteit binnen de opleiding.

Want dat is hard nodig, vindt Boer. "De komende 20 jaar gaat de zorg enorm veranderen door invloeden van kunstmatige intelligentie en e-health. Het beeld van de dokter zal anders worden." Maar in veel opleidingen is hier te weinig oog voor, ziet ze: "Opleiders en artsen denken nog steeds in een eenzijdig pad: geneeskundestudent wordt uiteindelijk specialist in het ziekenhuis."

'Mijn talenten het best tot uiting'

Maar is zo'n aanpak voldoende om basisartsen ervan te overtuigen om toch een vervolgopleiding te doen? Bente is inmiddels hard bezig met het maken van beroepskeuzetesten. Ook heeft ze regelmatig afspraken met mensen die zowel binnen als buiten de medische wereld werken om te verkennen wat voor werk echt bij haar past.

"Het was heel moeilijk om het pad tot specialist in het ziekenhuis los te laten, maar ik ben blij om nu bezig te zijn met de vraag: waar komen mijn talenten het best tot uiting", vertelt ze. "En dat is iets waar in de opleiding gewoon onvoldoende aandacht voor was."

audio-play
Basisartsen haken af, hoe kunnen we ze motiveren om in de zorg te blijven werken?

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.