Elke dag 15 keer dezelfde websites verversen, enthousiast worden tot je de inkomenseisen ziet of voor de zoveelste keer afgewezen worden: de woningmarkt is geen pretje. Hoe vind ik in mijn eentje een huurwoning? "Soms kan je nergens terecht."
Zelf woon ik al 4 jaar in een studentenhuis in Leiden, maar nu ik een jaar ben afgestudeerd en fulltime werk, merk ik dat ik een plek voor mezelf nodig heb. Hartstikke gezellig met mijn huisgenoten, maar ik heb ondertussen toch liever een badkamer en keuken voor mijzelf. Aangezien een koopwoning geen optie is, moet ik dus blijven huren.
Valt vies tegen
Uit onderzoek van de Rabobank blijkt dat je als starter een jaarinkomen van 71.000 euro moet hebben om een huis te kunnen kopen. Jongeren die dat bedrag niet bij elkaar krijgen in een jaar zijn dus aangewezen op een huurwoning, maar er één vinden is nog niet zo makkelijk. Zeker niet in je eentje, merk ik.
Met goede moed surf ik naar bekende huursites als Pararius en Funda, omdat daar de meeste woningen worden aangeboden. Elke dag tientallen keren de pagina's verversen in de hoop op een nieuwe droomwoning te vinden in de buurt van waar ik nu woon. Maar dat valt nog vies tegen.
4 keer de huur verdienen
Aan de hoeveelheid aangeboden huizen ligt het niet, maar de betaalbaarheid ervan is een ander verhaal. Voor kleine appartementjes of studio's wordt de hoofdprijs gevraagd. Je betaalt in Den Haag of Leiden makkelijk 900 euro per maand voor 30 vierkante meter, en dan moet je gas, water en licht nog zelf betalen.
Het ironische daaraan is dat die woningen zijn bedoeld voor 1 persoon, vaak een starter, maar er wordt wel van je verlangd dat je 3 of 4 keer de huurprijs als netto-inkomen verdient. In je eentje dus. Hoe kan dat toch? Ik vroeg het aan econoom Nic Vrieselaar van de Rabobank, die zich specialiseert in onder andere de woningmarkt.
Gemiddelde huurprijs van 1.000 euro
De gemiddelde huurprijs die door particuliere verhuurders wordt gevraagd ligt net iets boven de 1.000 euro, volgens onderzoek van de Rabobank. Als de inkomenseis dan 3 of 4 keer de huurprijs is, betekent dat dat een starter een netto-inkomen van 3.000 of 4.000 euro nodig heeft.
En dat geldt eigenlijk voor heel Nederland: de huurprijs varieert tussen de 917 en 1.128 euro. In provincies buiten de Randstad is de huurprijs lager, en in populaire steden als Amsterdam en Utrecht hoger. Maar je spullen pakken en naar de andere kant van het land verhuizen is ook niet de oplossing, want buiten de Randstad is het netto-inkomen net als de huurprijs lager.
'Verhuurders willen zekerheid'
"Het is niet heel bijzonder dat een verhuurder dat van je vraagt", zegt Vrieselaar. "Die wil namelijk een bepaalde zekerheid dat jij de huur kan betalen. Of je inkomen minimaal 3 of 4 keer de huur moet zijn, hangt af van de risico-aversie van de verhuurder. Zij maken zelf die inschatting."
"Leegstand is heel duur voor verhuurders. 1 maand is al een twaalfde van de jaaromzet voor dat huis", legt hij verder uit. "Dat willen ze voorkomen. Want een huurder eruit zetten als hij of zij niet betaalt, mag niet zomaar. Dat moet via een rechter gebeuren en kan soms maanden duren. Dan zit je ook met een soort leegstand, want er wordt niet betaald."
'Ook bescherming voor huurder'
Een vorm van bescherming voor de verhuurder dus. Maar Vrieselaar geeft aan dat de inkomenseisen ook mij als huurder beschermen. "In je eentje in de vrije sector huren is gewoon heel duur. Dat drukt heel erg zwaar op je maandelijkse budget."
"Wij zien dat terug in onderzoeken: huurders hebben meer moeite met sparen omdat ze te veel vaste lasten hebben, en zijn financieel kwetsbaar: ze staan ook vaker rood en betalen rekeningen vaker te laat."
Belangrijke uitgaven niet doen
"Studenten niet meegerekend, geven huurders tot 35 jaar in de vrije huursector gemiddeld 39 procent van hun netto-inkomen uit aan woonlasten. Bij huiseigenaren van dezelfde leeftijd is dat zo'n 25 procent. Dat komt deels omdat huurders een lager inkomen hebben, maar ook omdat de woonlasten hoog zijn."
Die hoge woonlasten maken sparen lastig, maar kunnen ook andere belangrijke uitgaven verdringen. "Denk bijvoorbeeld aan verzekeringen, verzorging en gezondheid, zoals uitgaven aan de tandarts." De inkomenseis zorgt er dus voor dat ik genoeg geld overhoud voor andere basisbehoeften.
Met z'n tweeën makkelijker
Een logisch verhaal, maar als woningzoekende wordt het daarmee niet makkelijker. "Als starter kun je eigenlijk soms nergens terecht", geeft de econoom toe. "Geen koopwoning, geen sociale huur en geen huur in de vrije sector. En net als met een koopwoning geldt: het is met z'n tweeën stukken makkelijker dan alleen." Wachten op samenwonen, of alsnog met huisgenoten gaan wonen dus.
Is er misschien toch nog een beetje hoop voor de toekomst? Vorige week werd duidelijk dat het plan van woonminister Hugo de Jonge om het middenhuursegment (tot 1.000 euro per maand) te reguleren vanaf 2024 ingaat. Huurprijzen gaan dan met gemiddeld 190 euro per maand omlaag, om huurders te beschermen tegen (onredelijk) hoge prijzen.
Blijven hopen op huurwoning
Dat duurt dus nog wel even. En bij de plannen voor een puntensysteem in de vrije huurmarkt moet ook wel een kanttekening worden geplaatst, zegt Vrieselaar. "Het kan er helaas ook toe leiden dat verhuurders hun panden gewoon verkopen, omdat ze er minder aan verdienen dan gepland." Voor huizenkopers heel gunstig, maar voor mij niet.
Blijven volhouden lijkt voor nu dus toch de beste tip om uiteindelijk een huurwoning te vinden. Overal op blijven reageren, met tientallen anderen dezelfde woning bezichtigen en dan maar hopen dat jij wordt uitgekozen. Het is een klein beetje alsof je de loterij probeert te winnen.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.