Wanneer we deelnemers vragen wie ze geschikt vinden als premier, kruisen vier op de tien (39 procent) deelnemers Mark Rutte aan. Daarmee torent hij ver boven de rest uit.
Tweede plek voor Hoekstra
Op de tweede plek staat Wopke Hoekstra: een kwart (26 procent) van de deelnemers denkt dat hij een goede premier zou zijn. Sigrid Kaag staat daar net onder, zij wordt door 23 procent van de respondenten aangevinkt.
Ook Pieter Omtzigt, al zei die zelf het premierschap niet te ambiëren, wordt door 23 procent premierwaardig geacht.
CDA-stemmers vinden Hoekstra en Rutte geschikter dan De Jonge
Hugo de Jonge, die dus twee partijgenoten voor moet laten gaan, volgt op 17 procent, vrijwel op gelijke hoogte met Asscher en Dijkhoff (beide 16 procent).
Onder CDA-stemmers doet De Jonge het beter, van hen vindt de helft (51 procent) hun nieuwe lijsttrekker geschikt als premier. Maar ook onder zijn eigen achterban moet hij Hoekstra (62 procent) en Rutte (56 procent) voor laten gaan. Wel scoort hij onder die groep hoger dan zijn voormalig concurrent voor het lijsttrekkerschap Omtzigt (37 procent).
Winst voor PVV
In de eerste zetelpeiling van Ipsos en EenVandaag na het zomerreces wint de PVV drie zetels. De partij staat nu op 18. De partij van Geert Wilders, die afgelopen maand opriep tot een structurele loonsverhoging voor zorgpersoneel, is daarmee virtueel de tweede partij van het land.
Bij de VVD, die nog altijd ruim aan kop staat, zet juist de dalende trend door. De partij verliest voor de derde maand op rij en staat nu op 37 zetels, twee minder dan bij de vorige peiling.
Coalitie stabiel
De coalitie blijft stabiel op 75 zetels: de VVD verliest er twee, D66 wint er twee en noteert nu 15 zetels. Het CDA (16, -1) en de ChristenUnie (7, +1) houden elkaar in evenwicht.
Het onderzoek onder het EenVandaag Opiniepanel is gehouden van 21 tot en met 27 augustus 2020. Aan het onderzoek deden 27.366 leden mee en is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2017.
De zetelverdeling is gebaseerd op onderzoek van Ipsos onder een representatieve steekproef van 1.058Â stemgerechtigde Nederlanders. De gegevens zijn verzameld van 28 tot en met 31 augustus 2020. Het onderzoek is gewogen op leeftijd, geslacht, opleiding, regio, werkzaamheid en stemgedrag bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen. Voor de zetels gelden statistische marges van +/- 1 procent bij de kleine partijen en +/- 2.5 procent bij de grootste partijen.

China is zowel grote vervuiler als koploper in groene energie: zo zit dat
China is een van de groenste economieën ter wereld, volgens hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans. En dat terwijl het land ook enorm veel kolenmijnen heeft. We leggen uit hoe dat zit.
China staat bij sommigen misschien wel bekend als 's werelds grootste vervuiler. Zo bouwde het land in de afgelopen decennia nog honderden kolenmijnen. Maar tegelijkertijd wordt er ook enorm veel geïnvesteerd in groene energie.
China 'fabriek van de wereld'
"Sinds de jaren 70 zijn 800.000 miljoen inwoners uit de armoede opgetrokken naar een hogere levensstandaard", begint hoogleraar Industriële Ecologie aan de Leiden University René Kleijn.
"Dat gaat gepaard met een verhoogde vraag naar energie en aan die vraag is voldaan met het bouwen van kolencentrales." Daarnaast is China 'de fabriek van de wereld'. "Heel veel machines, producten en onderdelen van producten die wij gebruiken, komen uit China." En ook dat vraagt veel energie.
Zonne-energie
In 2024 was China verantwoordelijk voor 95 procent van het aantal nieuw gebouwde steenkoolmijnen ter wereld. De voorraad steenkool die China nog altijd in de grond heeft, is enorm.
Maar dat betekent dus niet dat China achterloopt als het om groene energie gaat. Integendeel, het land legt in rap tempo zonnepanelen aan. "Van alle capaciteit voor zonne-energie die er wereldwijd in 2024 werd geïnstalleerd, bevindt 60 procent zich in China."
Ambitie voor duurzaamheid en energie
Het land heeft dan ook enorme ambitie als het gaat om duurzaamheid en energie: in 2060 wil het land energieneutraal zijn. "Daar heeft het land drie redenen voor", legt Kleijn uit. "China heeft gekozen om in te zetten op nieuwe technieken voor hernieuwbare energie als groeisector. Ze exporteren ook veel van die technieken naar het buitenland."
Maar in sommige landen, waaronder de Verenigde Staten, groeit de vraag naar zonnepanelen minder hard dan verwacht. Er is een overschot in zonnepanelen ontstaan. "Dus installeren ze veel van de zonnepanelen die ze produceren nu in China zelf", zegt emeritus hoogleraar energieconversie Wim Sinke.
Niet zo ver als IJsland of Uruguay
Kleijn: "Daarnaast wil China niet afhankelijk zijn van andere landen voor de import van gas en olie." De derde reden is milieu en gezondheid, voegt hij daaraan toe. "Kolencentrales en verbrandingsmotoren zorgen voor slechte luchtkwaliteit in China. De omslag naar groene energie en elektrisch transport kan op dat gebied verlichting geven."
Ondanks dat bijna de helft van alle zonne-energie wereldwijd in China wordt geproduceerd, is het land niet de groenste economie ter wereld. Onder andere IJsland, Noorwegen, Costa Rica en Uruguay halen bijna al hun energie uit duurzame bronnen als water, wind, zon en geothermie. Zo ver is China nog niet.