Het vertrouwen in het kabinet Rutte III is terug op het niveau van oktober 2017, toen het kabinet aantrad. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder ruim 24.000 leden van het Opiniepanel. Een derde (34%) heeft nu vertrouwen dat het kabinet z’n werk goed doet, tijdens de bordesscène was dat 35 procent.
Het vertrouwen is niet altijd stabiel geweest. In april, vlak na het debat over de dividendmemo’s in april kreeg het een knauw: het zakte toen naar 28 procent. Nu is dat dus weer gestegen.
Dat de meerderheid géén vertrouwen heeft, is niet uniek. Bij eerdere kabinetten varieerden vertrouwenscijfers van 14 tot 42 procent, maar nooit had een meerderheid vertrouwen. In het geval van Rutte III versterken momenteel vooral de perikelen rond het afschaffen van de dividendbelasting voor veel mensen het beeld dat het kabinet er niet voor iedereen is.
Tweederde (67%) van de deelnemers denkt dat het kabinet vooral opkomt voor mensen met hogere inkomens. Zeven op de tien (70%) deelnemers geloven dat het kabinet de kloof tussen arm en rijk in Nederland groter maakt. Dat is iets meer dan negen maanden geleden, toen dacht tweederde (65%) dat het beleid van Rutte III die kloof zou vergroten.
Rutte meer VVD-leider dan premier
Ook het vertrouwen in premier Rutte is gestegen sinds het dividenddebat in april. Toen noteerde hij 28 procent vertrouwen, nu is dat 40 procent. Net als het kabinet is de premier daarmee terug op het niveau van bij de start van het kabinet.
De meeste mensen (59%) vinden vooral dat Rutte zich meer opstelt als VVD-leider dan dat hij een premier is voor alle Nederlanders. Een panellid schrijft: “Dit kabinet was zogenaamd voor de gewone man, maar door het afschaffen van de dividendbelasting en de groeiende armoede om mij heen voelt het meer als VVD-kabinet.” Alleen Ruttes eigen VVD-kiezers vinden in meerderheid juist dat hij vooral premier is van alle Nederlanders.
Klaver oppositieleider
Het grootste tegenwicht voor de coalitie is volgens de deelnemers Jesse Klaver. Drie op de tien (29%) vinden de fractievoorzitter van GroenLinks de oppositieleider. Hij wordt op afstand gevolgd door Lodewijk Asscher (13%), Geert Wilders (12%) en Thierry Baudet (11%). In de laatste twee gevallen zijn het vooral de eigen kiezers die hun leiders aanwijzen.
Vlak na de start van het kabinet was de rol van oppositieleider volgens de panelleden nog weggelegd voor Lodewijk Asscher, maar mensen vinden dat Klaver zich nu nadrukkelijker laat zien. “Jesse Klaver op basis van zijn charisma. Hij is het meest in the picture en het meest kritisch. Lodewijk Asscher zou - gezien zijn ervaring en persoonlijkheid - de leider moeten zijn, maar op de een of andere manier komt hij in deze rol niet uit de verf”, aldus een panellid.
Mensen vinden dat Klaver initiatief neemt. Verder is hij een goede debater en heeft hij een grotere mond dan Asscher: “Die trekt zijn mond wel open en geeft helder weer wat hij van de zaken vindt.”
Aan het onderzoek deden 24.627 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. Het onderzoek vond plaats van 5 tot en met 12 juli 2018. De uitslag van de peilingen onder het EenVandaag Opiniepanel zijn na weging representatief voor zes variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2017.Panelleden krijgen ongeveer één keer per week een uitnodiging om aan een peiling mee te doen. Op de meeste onderzoeken respondeert 50 tot 60 procent van de panelleden. De software van de onderzoeken is van Vision Critical.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.