
Meerderheid wil meer maatregelen tegen Israël, maar weinig begrip voor opstappen NSC-ministers hierover
Een meerderheid (58 procent) wil hetzelfde als de opgestapte minister Caspar Veldkamp: meer maatregelen tegen Israël. Maar voor de uittocht van NSC-ministers hierover is een stuk minder begrip: "Begin dat weglopen zat te worden."
Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder ruim 23.000 leden van het Opiniepanel naar aanleiding van het opstappen van Caspar Veldkamp, als demissionair minister van Buitenlandse Zaken, en later alle NSC-ministers. Veldkamp kon naar eigen zeggen niet meer leven met de blokkade van maatregelen tegen Israël door coalitiegenoten VVD en BBB. En daar heeft hij de meerderheid van de mensen in het land aan zijn zijde.
'Morele en wettelijke plicht'
6 op de 10 (58 procent) vinden namelijk dat Nederland extra maatregelen moet nemen tegen Israël. Zij vinden de daden van Israël, het uithongeren en doden van vele burgers, in de oorlog tegen Hamas niet (meer) in proportie. Ook het blijven uitbreiden van nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever heeft bij veel panelleden een grens bereikt.
De invloed van Nederland is klein, zeggen ze, maar Nederland kan om meerdere reden niet anders. "Zelfs als je de morele plicht niet voelt, heb je je te houden aan internationale verdragen en het internationaal recht. Je moet dus gewoon gaan acteren", vindt een voorstander van maatregelen.
VVD-kiezers verdeeld
De achterban van NSC, zowel de voormalige als de huidige, zijn het in meerderheid eens met 'hun' minister. Maar net als in het kabinet, botsen de meningen tussen de voormalige coalitie-achterbannen over maatregelen tegen Israël. Kiezers die nu op de VVD zouden stemmen zijn verdeeld: de helft (40 procent) is voor; de helft (45 procent) wil dat niet.
BBB-kiezers zijn juist in grote meerderheid (72 procent) tegen, net als kiezers van de al eerder opgestapte PVV (75 procent). Vooral deze kiezers zijn fel tegen maatregelen en vinden dat Israël het recht heeft zolang Hamas niet verslagen is. Er is ook een groep die niet per se tegen meer druk op Israël is, maar vindt dat die druk onder de paraplu van de Europese Unie moet plaatsvinden. Dat zijn vooral kiezers van partijen rechts van het midden, zoals de VVD.
Palestijnse staat erkennen?
Een, vooral symbolische, maatregel tegen Israël is het erkennen van de Palestijnse Staat. Spanje, Ierland en Noorwegen deden dat al, landen als Frankrijk en Canada willen dat op termijn doen. Mensen zijn verdeeld of Nederland dat ook moet doen: 44 procent is voor terwijl 41 procent tegen is.
Vooral linkse kiezers zijn (sterk) voorstander van het erkennen, terwijl rechtse kiezers juist fel tegen zijn. Opvallend is de houding van CDA-kiezers. De partij is kritischer geworden op Israël en heeft de erkenning van de Palestijnse staat, onder voorwaarden, opgenomen in het verkiezingsprogramma. Tot goedkeuring van een groot deel van de achterban: de helft (53 procent) wil dat ook, tegenover een kwart (27 procent) die tegen is.
'Weglopen wordt een trend'
Voor maatregelen tegen Israël is dus steun, maar het opstappen van NSC-ministers hierover wordt niet met zoveel goedkeuring ontvangen. 4 op de 10 (40 procent) hebben begrip voor het ontslag van Veldkamp en zijn NSC-collega's, maar een grotere groep (52 procent) niet.
Er is, vooral bij partij rechts van het midden, onbegrip over de timing van de NSC-uittocht. Een kiezer die niet per se tegen een strengere aanpak is, zegt daarover: "Ik heb er alle begrip voor dat Veldkamp niet medeplichtig wil zijn aan de daden van Israël, maar het weglopen als politieke oplossing wordt een trend in de Nederlandse politiek die ik zat begin te worden."