Zeven jaar geleden braken de eerste protesten uit in Syrië. Wat eerst leek als een logisch vervolg op de Arabisch Lentes van buurlanden, ontplooide zich tot een complexe, gewelddadige en voortdurende oorlog. Hoe blikken Syrische vluchtelingen terug op de laatste zeven jaar? Zouden zij met de kennis van nu opnieuw meedoen aan de protesten?

“Al had ik geweten wat er zou gebeuren, zou ik nu weer de straat op gaan,” zegt de Syrische Fatima Khaled Saad. In maart 2011 deed zij mee aan de allereerste protesten in haar stad Lattakia. Ze demonstreerde voor vrijheid en tegen corruptie. Anderhalf jaar later werd zij gearresteerd door de Syrische inlichtingendienst. Negen maanden later werd zij onder druk van mensenrechtenorganisaties vrijgelaten, maar moest zij vluchten voor haar veiligheid.  

De Syrische Fatima Khaled Saad

Van revolutie naar internationale crisis

Fatima deelde beeldmateriaal van de protesten met Arabische media. “Na de Arabische Lente in Tunesië dacht ik dat dit eindelijk de kans was om onze rechten op te eisen als Syriërs. Over de risico’s van de protesten dacht ik niet na. Wij waren vooral blij met de komst van de Arabische lente naar ons land.” Dat het zo lang zou duren, had zij ook niet verwacht: “De situatie is veranderd van een revolutie naar een internationale crisis. In Tunesië en Egypte waren de revoluties na enkele maanden afgelopen. We hadden niet verwacht dat het in Syrië zou uitlopen in jaren.”

Syriërs dragen conflict met zich mee

Op een bevolking van 21 miljoen zijn in zeven jaar tijd een half miljoen doden gevallen en zijn 11 miljoen Syriërs gevlucht. Een deel hiervan bleef binnen Syrië, maar zeker zo’n 5,6 miljoen Syriërs gingen naar het buitenland. Nederland telt inmiddels meer dan 65.000 Syriërs die tussen 2011 en 2017 hier zijn komen wonen.  

Ugur Üngör is historicus en socioloog aan de universiteit van Utrecht. Hij heeft gesproken met tientallen Syrische vluchtelingen in Nederland. Hun getuigenissen verzamelt hij om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van wat er is gebeurd in de Syrische oorlog. Hij ziet dat gevluchte Syriërs het conflict moeilijk kunnen loslaten. “Elke Syriër draagt dit conflict in zich. Zelfs kinderen die niet in Syrië geboren zijn.”

Ugur Üngör is historicus en socioloog aan de universiteit van Utrecht

‘Hoop op Syrië waar we van dromen’

Fatima woont inmiddels drie jaar in Nederland, maar kan de oorlog in haar land ook nog niet loslaten. Haar drie broers zijn sinds zij is gevlucht gearresteerd en haar zus overleed in het conflict. Loslaten of spijt hebben van haar deelname aan de protesten is voor haar geen optie en het liefst zou zij nog in Syrië zijn. “Ik ben niet vrijwillig weg gegaan, ik ben gedwongen vertrokken. In Nederland ben ik blij met de vrede maar iedere dag ben ik nog verdrietig dat ik niet daar ben.”

Na zeven jaar van een oorlog waarvan nog geen eind in zicht is, blijft Fatima hoopvol. “Ik heb nog veel hoop dat het snel voorbij is, binnen maanden. Realistisch weet ik ook wel dat dat niet gaat gebeuren, maar die hoop moet je blijven houden – de hoop dat we het Syrië terug krijgen waarvan we dromen.”

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.