radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Wie is de baas over onze gezondheidszorg? En 5 andere vragen over de macht van zorgverzekeraars beantwoord

Wie is de baas over onze gezondheidszorg? En 5 andere vragen over de macht van zorgverzekeraars beantwoord
Bron: ANP

Medicijntekorten, tandartsafspraken of huisartsenzorg: zorgverzekeraars spelen een grote rol in ons zorgsysteem. Voor EenVandaag Vraagt vroegen we wat jullie willen weten over de macht van zorgverzekeraars. We beantwoorden een aantal van jullie vragen.

1. Is de zorgverzekeraar meer de baas van de gezondheidszorg dan de minister van Volksgezondheid?

Het is lastig om te zeggen wie meer de baas is, zegt hoogleraar Patrick Jeurissen (Betaalbaarheid van Zorg) van RadboudUMC. "Beide hebben veel invloed. Zorgverzekeraars hebben nu veel meer vrijheid op het gebied van zorginkoop. Zij kunnen bijvoorbeeld grotendeels zelf bepalen welke instelling ze wel of geen contract geven en hoeveel ze willen betalen", zegt Jeurissen.

"Dat is potentieel belangrijk voor het sturen van de gezondheidszorg. Maar de minister is natuurlijk verantwoordelijk voor de wetten en kan randvoorwaarden stellen aan hoe zorgverzekeraars hun zorg moeten inkopen."

Daarbij is het zo dat de politiek zich ermee gaat bemoeien, als de burger iets belangrijk vindt, legt Jeurissen uit. "Uit enquêtes blijkt dat burgers de gezondheidszorg heel erg belangrijk vinden. Dus er is een vrij stevige drijfveer voor politieke bemoeienis. Maar als je naar het systeem kijkt, zijn de zorgverzekeraars weer verantwoordelijk om daar invulling aan te geven. Daarin hebben ze een grote mate van vrijheid."

Bekijk ook

2. Waarom mag een zorgverzekeraar bepalen welke medicijnen en welke behandelingen vergoed worden?

Omdat het politiek is bepaald dat zorgverzekeraars daar vrij in zijn, vertelt Jeurissen. Daarbij is het wel belangrijk om te zeggen dat zorgverzekeraars niet mogen bepalen welke 'stof' zij vergoeden, maar wel met welke fabrikant zij in zee gaan. "Als drie fabrikanten dezelfde stof maken, er een ander doosje om doen en er een andere prijs op plakken, dan mogen verzekeraars de goedkoopste variant van die stof kiezen. Daar zijn ze vrij in. De stof is dus echt iets anders dan een medicijnmerk, benadrukt Jeurissen.

Wouter Kniest van brancheorganisatie Zorgverzekeraars Nederland voegt toe dat de zorgverzekeraar dus niet precies bepaalt welke werkzame stoffen en behandelingen er in het basispakket zitten.
"Dat pakket wordt door de overheid vastgesteld. Hierdoor heeft iedereen bijvoorbeeld recht op huisartsenzorg en ziekenhuiszorg."

"Voor sommige hulpmiddelen en medicijnen bepaalt de overheid soms of het wel of niet in het pakket zit. Dat is onder andere afhankelijk van de prijs. Maar bij medicijnen waar er meerdere van zijn met dezelfde stof, kan de zorgverzekeraar wel afspraken maken met bepaalde fabrikanten", legt Kniest uit. Ze maken die afspraken niet alleen om de prijs laag te houden, zegt hij. Ook voor de kwaliteits- en leveringszekerheid spelen mee.

3. Waarom beslist de zorgverzekeraar vaak wat de 'beste' zorg is, en niet de arts die de patiënt kent en veel beter kan oordelen?

"Ik snap de vraag, maar het zit anders", zegt Kniest. "Het is aan de patiënt en de zorgverlener om te bepalen wat de beste zorg is. In het basispakket zijn regels opgenomen over de zorg. De beroepsgroepen, zoals de wetenschappelijke vereniging van artsen, die bepalen bijvoorbeeld wat goede behandelingen zijn."

De zorgverzekeraar kan zich niet bemoeien met wat er in de spreekkamer gebeurt, vervolgt Kniest. "Wij baseren ons op wat de beroepsgroepen hebben vastgesteld. Dus is het niet zo dat wij zelf de wijsheid in pacht hebben wat goede zorg is. Wel hebben zorgverzekeraars de rol om het gesprek daarover aan te gaan."

Maar hoe de zorginkoop plaatsvindt en bij wie, dat mogen de zorgverzekeraars dus wel zelf bepalen, legt Jeurissen uit. "Het is overigens niet zo dat als jij als patiënt naar een arts of instelling gaat die de zorgverzekeraar niet heeft gecontracteerd, dat ze niet hoeven te betalen. Dan moeten ze ook betalen, maar niet de volledige vergoeding."

Bekijk ook

4. Wie bepaalt wat wel of niet onder de basisverzekering valt? Waarom de tandarts niet en de huisarts wel?

"De politiek", zegt Jeurissen. "Het kabinet beslist wat er wel en niet in het pakket moet komen. Een tijd terug is bepaald dat de mondzorg niet in het basispakket zit maar de huisarts wel. De minister wordt daarbij geadviseerd door het Nederlandse Zorginstituut. Dat kijkt naar een aantal criteria, waaronder de effectiviteit, noodzakelijkheid en doelmatigheid. Op basis daarvan wordt het pakket samengesteld."

Jeurissen snapt dat mensen zich afvragen waarom tandartszorg niet in het basispakket zit. "Dinsdagochtend heeft de Raad voor de Volksgezondheid RVS wel geadviseerd dat het in het basispakket zou moeten." Of dat op korte termijn zal gebeuren, vindt hij lastig om te zeggen. "Het is natuurlijk heel duur om te realiseren, het gaat om veel geld. Het wordt nu ook grotendeels uitgegeven, maar dan door private huishoudens."

5. Hoe kan de macht van de zorgverzekeraars beperkt worden? (kan de overheid niet ingrijpen)

"Het kan natuurlijk wel, maar de vraag is natuurlijk: wat wil je precies beperken?", zegt Jeurissen. "Er zouden bepaalde wetten gemaakt kunnen worden, maar er is één aspect dat dat bemoeilijkt: zorgverzekeringen zijn privaatrechtelijke ondernemingen. Er is een grens in hoeverre je een private rechtelijke onderneming kan korten in zijn vrijheden."

Dus feitelijk gezien zou de overheid kunnen zeggen dat ze contractering met fabrikanten anders willen of dat ze meer invloed zouden willen hebben op de prijzen. Maar het wordt ingewikkeld om dat uit te voeren, legt Jeurissen uit.

Maar waarschijnlijk onmogelijk voor de overheid is, om zorgverzekeraars te nationaliseren. "Juridisch lijkt me dat vrijwel onmogelijk. Dan zouden ze schadevergoeding moeten uitbetalen en dat soort dingen, je overtreedt allerlei grondrechten daarmee. Dat lijkt me geen reële weg."

6. Wat zijn de verschillen met een ziekenfonds en is er politiek draagvlak voor een ziekenfonds?

Als je kijkt naar de ziekenfondstijd, dan had je particulier- en ziekenfondsverzekerden, legt Kniest uit. Hierin betaalden de armere mensen in het ziekenfonds voor elkaar, en de rijkere mensen in de particuliere verzekering voor elkaar. We hebben er toen voor gekozen dat we die tweedeling niet meer wilden op deze manier. Iedereen moest dezelfde toegang hebben tot zorg, ongeacht je leeftijd, inkomen etc.

Dus over het algemeen zijn we niet voor niets doorontwikkeld, concludeert Kniest. "Overigens is er veel in de zorgverzekeringswet overgenomen uit de ziekenfondstijd. Veel zorgverzekeraars waren bijvoorbeeld vroeger ziekenfondsen, hadden ook geen winstoogmerk of waren coöperaties met een ledenraad. Er zijn wel dingen anders, maar ik denk dat de verschillen misschien wat groter lijken dan dat ze daadwerkelijk zijn."

Wat betreft het politieke draagvlak zijn er wel politieke partijen die pleiten voor een ziekenfonds, zegt Jeurissen, zoals de SP bijvoorbeeld. "Het is dus niet zo dat geen enkele partij daarvoor is, het zijn vooral de partijen aan de linkerkant van het spectrum die daar voor zijn."

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Van Schiedam naar Damascus: Shadi keert na 12 jaar terug naar zijn geboorteland

Van Schiedam naar Damascus: Shadi keert na 12 jaar terug naar zijn geboorteland
Shadi (links) met zijn oud-buurman in Damascus
Bron: EenVandaag

Shadi Karazi vluchtte in 2013 uit Syrië voor de verwoestende burgeroorlog. Hij woont al 9 jaar in Nederland en gaat nu voor het eerst terug naar zijn familiehuis in de Syrische hoofdstad Damascus. "Slechter dan onder Assad kan het nooit meer worden."

Shadi vluchtte uit Harasta, een buitenwijk van de hoofdstad Damascus die na jaren van belegering en bombardementen vrijwel verwoest is. Hij verbleef eerst in een aantal andere landen voordat hij terechtkwam in Schiedam. Daar werkt hij nu al bijna 5 jaar bij woningcorporatie Maasdelta Groep in Spijkenisse.

'Had gehoopt op meer mooie momenten'

De moeder van Shadi bleef in Syrië en overleed in 2015. Zowel hij als zijn broer konden niet bij de begrafenis zijn. "Toen hadden we nog geen verblijfsvergunning, dus we mochten niet reizen", legt hij uit.

Het blijft tot op de dag van vandaag een moeilijke herinnering voor hem. "Dat blijft in mijn hart, ze is daar in haar eentje overleden. Ik had gehoopt nog meer mooie momenten met haar te hebben."

Bekijk ook

Besef

"Ik voelde me ook niet goed als ik bijvoorbeeld succes had in Nederland", gaat Shadi verder over het verlies van zijn moeder. "Ik miste iemand om het aan te vertellen, mijn moeder."

Hij bleef hopen op een hereniging met haar. Maar toen hij tijdens zijn bezoek aan Damascus haar graf zag, voelde het alsof er een zware steen van zijn borst werd getild. De waarheid van haar overlijden kwam toen eindelijk binnen, vertelt hij.

'Zoiets kan nooit meer gebeuren'

De laatste weken is veel meer naar buiten gekomen over het leed van de Syrische bevolking onder Assad en tijdens de lange burgeroorlog. Hele wijken zijn vernietigd door bombardementen en tienduizenden mensen gevangengenomen. Velen van hen hebben dat niet overleefd.

De val van het regime en het einde van de burgeroorlog was een feest voor de bevolking. Maar volgens Shadi heeft het land nu veel tijd nodig om alles opnieuw op te bouwen. "Maar de situatie kan nooit slechter dan de tijden van Assad, zoiets kan nooit meer gebeuren."

Bekijk ook

'Ik vind hem een held'

Tijdens zijn bezoek aan zijn geboorteland kwam Shadi ook nog anderen tegen, zoals zijn buurman, die hij meteen in de armen sloeg. "Ik vind hem een held, want hij is ook tijdens het beleg van 6 jaar daar gebleven", vertelt hij.

Shadi's buurman heeft 2 jaar lang opgesloten gezeten en zag hoe zijn 14-jarige dochter om het leven kwam door een raketaanval. "Maar tot nu toe is hij nog steeds daar, daarom zie ik hem echt als een held. Ik leer van zo'n persoon."

Connecties uit het verleden

Ook kwam Shadi vrienden uit zijn kinder- en schooltijd tegen. Ze waren enorm blij om elkaar weer te zien. "Gelukkig heb ik er een paar gevonden", lacht hij.

"Ik ben ook op bezoek geweest bij de moeders van mijn vrienden die nog niet naar Syrië konden komen." Op die manier vond hij toch nog connecties uit het verleden.

Bekijk ook

Betalen voor hotel in geboorteland

Wat voor Shadi het raarst was tijdens zijn bezoek aan zijn geboorteland, is dat hij in een hotel moest slapen. Hij had geen woning of andere plek om te slapen, het huis van zijn moeder was al leeggemaakt zodat mensen tijdens het beleg meubels konden verbranden voor warmte.

"Ik stond met veel emoties bij de receptie", vertelt hij. "Ik ben hier geboren en getogen, maar ik moest een kamer in een hotel vinden. Dat vind ik echt niet normaal."

Veilig in Nederland

Voor Shadi was het ondanks alles niet moeilijk om na zijn bezoek terug naar Nederland te gaan. "Alles is nu vreemd daar, alles is veranderd."

Shadi heeft nu een gezin in Nederland, zijn jongste dochter is hier geboren. "We hebben hier veiligheid gekregen", gaat hij verder. "Ik houd van Syrië en ik heb zin om daar te leven, maar dat kan je niet binnen een paar dagen beslissen." Hij wil wel weer snel op bezoek. "Want mijn kleine dochtertje is ook blij dat ze haar oma en opa, de ouders van mijn vrouw, kan ontmoeten."

Shadi uit Syrië keert na 12 jaar terug naar zijn geboorteland: 'Alles is veranderd'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Poeptransplantatie om van darmziekte af te komen? Rinneke deed mee aan onderzoek: 'Is niets vies aan'

Poeptransplantatie om van darmziekte af te komen? Rinneke deed mee aan onderzoek: 'Is niets vies aan'
Rinneke onderging een poeptransplantatie om van haar darmziekte af te komen
Bron: EenVandaag

Het klinkt vies: een poeptransplantatie, waarbij je andermans uitwerpselen krijgt toegediend om je ziekte te verhelpen. Toch heeft het veel potentie, denkt Rinneke. Zij lijkt van haar ziekte af. "Kan weer wandelen zonder de bosjes in te hoeven."

Rinneke Kamminga heeft colitis ulcerosa, een chronische ontstekingsziekte van de darm. "Ik heb heel veel moeite om mijn ontlasting op te houden. Als ik aandrang krijg moet ik eigenlijk al op de wc zitten", vertelt ze. Op slechte dagen moet ze meer dan tien keer per dag naar het toilet en ervaart ze allerlei pijnen. Het beheerst haar hele leven.

Fecestransplantatie

Maar er gloort ook hoop, want Rinneke is proefpersoon voor wetenschappelijk onderzoek naar een nieuwe behandelmethode die goed lijkt te werken. Haar ontstekingswaarden zijn enorm gedaald en de stoelgang is genormaliseerd.

Rinneke kreeg 5 maanden geleden een zogenoemde fecestransplantatie in het Amsterdam UMC. Daarbij krijgen patiënten de darmmicrobiota van een gezonde donor toegediend via hun poep.

Bekijk ook

'Je proeft en ruikt het niet'

"Een vriendin had me erover getipt", vertelt Rinneke over het ontdekken van de behandeling. "Ik ben gaan lezen en dacht: nou ja, als die andere medicijnen allemaal niet werken, wil ik dit wel proberen."

Ze vindt er zelf niets vies aan, zegt ze beslist. "Ik ben verpleegkundige, dus ben wel wat gewend. En je proeft het niet en je ruikt het niet."

Nieuwe gezonde ontlasting

"Bij mensen met colitis ulcerosa spoelen we hun eigen ontlasting weg en we geven we ze nieuwe, verse ontlasting van een supergezonde donor", vertelt maag-darm-leverarts Cyriel Ponsioen. Hij leidt het onderzoek TURN2 waar Rinneke aan meedoet.

"In Nederland lijden zo'n 50.000 mensen aan colitis ulcerosa", weet hij. "Deze chronische darmontsteking leidt tot klachten als diarree, krampen, bloedverlies en vermoeidheid. Daardoor kun je ook je werk niet goed meer doen."

De darmziekte van Rinneke werd behandeld met een experimentele poeptransplantatie

Natuurlijke balans

Veel mensen hebben baat bij medicijnen, maar de ontsteking genees je daar niet mee, legt Ponsioen uit. "Wij denken dat als we de natuurlijke balans tussen bacteriën, virussen, schimmels, al die micro-organismen in je darm kunnen herstellen, dat de ziekte dan tot rust kan komen en misschien wel helemaal over is."

10 jaar geleden startte Ponsioen een eerste studie, met veelbelovende resultaten. Van de 25 behandelde patiënten leken er zes genezen. Maar deze resultaten waren niet wetenschappelijk significant.

Vervolgonderzoek

Er kon niet met zekerheid worden gezegd dat de verbetering door de poeptransplantatie kwam en niet door toeval. Daarom kwam er een vervolgonderzoek, waar Rinneke aan meedoet. Deze studie is 'dubbelblind': er is een groep die echt de poeptransplantatie krijgt, en een placebo-groep.

Rinneke vermoedt dat ze in de eerste groep zit. "Na de eerste behandeling hielp het al een beetje en hoefde ik minder vaak naar het toilet. Na de vierde ging het nog veel beter."

Bekijk ook

Hoge verwachtingen

Ponsioen verwacht veel van zijn onderzoek. "Het onderzoeksteam kan binnenkort de resultaten gaan analyseren. Wij hopen dat ongeveer 40 procent van de mensen die we behandelen blijvend goed op de poeptransplantatie reageert."

Hij benadrukt dat de TURN2 studie vol zit en patiënten zich dus niet meer kunnen aanmelden. Uiteindelijk hoopt Ponsioen zoveel kennis op te doen dat hij straks precies weet welke bacteriën gunstig zijn en bijdragen aan een gezond microbioom in de darmen.

Therapie in pilvorm

"Dat wil zeggen dat je naar het laboratorium gaat en heel erg goed gaat kijken om welke bacteriën het gaat, om welke virussen en om welke schimmels, zodat je weet welke je moet terugbrengen."

Met die kennis hoopt Ponsioen uiteindelijk een therapie te ontwikkelen die mogelijk in de toekomst in pilvorm beschikbaar kan worden. "Dan hoef je tenminste niet meer opgeloste ontlasting via een slangetje naar binnen te brengen", zegt hij tot slot.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant