"Awe mi ta pidi diskulpa. Tide mi wani taki pardon." Zo bood minister-president Mark Rutte een half jaar geleden namens de Nederlandse regering excuses aan voor het slavernijverleden. Een keerpunt: "Hij gaf woorden aan wat lang verborgen was."
Ze ging met open blik richting het Nationaal Archief, die maandagochtend in december: kwartiermaker Peggy Brandon van het Nationaal Slavernijmuseum. Ze is een nakomeling van tot slaaf gemaakten en was uitgenodigd door de Nederlandse regering voor een 'betekenisvol moment'.
'Emotioneler dan verwacht'
Dat de premier de woorden uit zou gaan spreken, vond ze bijzonder. "Het was eigenlijk voor het eerst dat vanuit de regering een hooggeplaatst iemand, uit die dominant witte cultuur, praatte over mensen die onze verzetshelden zijn. En hij noemde hun namen. Dat was een heel vreemd moment."
Uiteindelijk schoten daarbij de tranen in haar ogen: "Het werd wel emotioneler dan ik had verwacht."
Bekijk ook
Woorden aan wat lang verborgen is
Rutte sprak ook de volgende woorden uit: "Ik noem vandaag met eerbied de namen van Tula op Curaçao, Jolicoeur, Boni en Baron in Suriname, One-Tété-Lohkay op Sint Maarten. En we gedenken al die naamloos gebleven vrouwen en mannen die door de eeuwen heen heldhaftig de vrijheid zochten en daar vaak op de meest gruwelijke manier voor werden gestraft."
"Ook dat raakte mij echt", zegt Brandon over het moment dat Rutte sprak over de marteling en het doden van slaven. "Omdat dat ook dingen zijn waar je in families vaak niet over praat. Toen hij dat zei en ik dat ook bijna kon voelen, gebeurde er iets voor mij. Weet je, hij geeft woorden aan iets wat heel lang verborgen is. Dat raakte me."
Systemen van uitsluiting
Sinds de excuses ziet Brandon dat er eindelijk wordt gesproken over het gedeelde verleden van Europees Nederland en Caribisch Nederland. "Je hebt heel lang systemen van uitsluiting gehad. Surinaamse mensen, Afro-Surinaamse mensen, Antilliaanse mensen, ook mensen vanuit die contractarbeid, die eigenlijk ook niet durven te praten over hun ongemak."
En dat is volgens Brandon nu veranderd: "Er wordt nu gepraat over dat het soms ongemakkelijk is in een land te wonen waar mensen vinden dat je er niet altijd hoort. Dat ongemak is nu langzaam maar zeker omgeslagen in: we kunnen er gewoon zelf iets van vinden en zelf iets over zeggen."
Bekijk ook
De stilte doorbroken
Dat niemand erover praatte, heeft volgens Brandon ook te maken met de geschiedenis. Toen de slavernij op 1 juli 1863 werd afgeschaft, stond in alle kranten geschreven: 'Oprecht mag u er in verheugen, maar u moet dat voorrecht ook waardig betonen. In uw vorige staat heeft u zich steeds onderscheiden door stil, rustig gedrag en gehoorzaamheid aan uw voormalige meesters. En ik durf erop te vertrouwen dat u dat als vrije mensen, nog steeds ordelijk en ondergeschikt, uw plichten als ingezetenen van de kolonie zult betrachten.'
Volgens Brandon begon daar het taboe: "Je was een slaaf, je was braaf en stil en dat blijf je nu. En dat is eigenlijk het begin van: we praten niet meer over die slavernij. En bij de excuses op 19 december, is dat eigenlijk doorbroken. Dat is zo bijzonder."
Een prettig land voor iedereen
Nu de excuses zijn aangeboden en het gesprek gevoerd wordt, zijn er volgens Brandon meer dingen aan het veranderen. "We zijn hier met elkaar. Laten we ook met elkaar zorgen dat het een prettig land is, waar je elkaar recht in de ogen kan kijken. We hebben in onze hoofden allerlei ideeën over elkaar. Simpelweg omdat die daarin zijn gestopt door onze voorouders."
We kunnen die nu loslaten, zegt ze. "Dat is heel erg prettig voor onze kinderen straks. Voor al onze kinderen en onze kleinkinderen en die daarna."
Bekijk ook
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.