De kenners zijn in verwarring en alleen dat al maakt het al leuk. Lance Armstrong die op z’n bijna 38-ste het geel gaat grijpen, tot een week terug ondenkbaar (volgens de kenners). Ze vergeten weer hoe voorspelbaar het was, al die jaren, hoe rot zijn generatie de wielersport maakte. Er dreigt sensatie. Jongens, wat leuk. Dat kon die arme Tour wel gebruiken. Ik ben geen echte kenner. Geen oud-renner, onbetaald bovendien voor mijn half onderbouwde stelligheden. Op tourtoto’s leg ik al jaren geld toe.

Maar hoe fijn het ook is, geloven in iets ongelofelijks, het gaat niet gebeuren.

De rede zal het winnen van de romantiek.

Het ene wonder is geen garantie voor een volgende.

Het sleutelwoord is toewijding, ik zal me inhouden kwa statistieken en fysiologica.

Bij zijn eerste comeback kon niemand overtuigender laten zien de bijna-dood de baas te zijn. Succesvol terug te keren in een sport, waarin dat haast onmogelijk is. Te zwaar, te uitputtend.

Maar de zieke twintiger Armstrong- tóen behoorlijk renner, geen miljonair- was in werkelijkheid slechts een paar maandjes weg. Voortekenen voor groot succes kwamen al snel.

Deze keer, elf jaar later, was meneer er veel langer tussenuit.

Gevlucht in een wereld van galadiners, blondines met van die dure tasjes.

In die omstandigheden je toewijding en totale overgave aan de fiets bewaren, dát zou pas een wonder zijn.

De kilootjes verraadden bij zijn terugkomst een paar maanden terug, dat het een aangename winter was. Geen mens die het hem misgunt- behalve het complete Franse volk misschien.

Maar die woeste blik, die vernietigende wilskracht, die haal je niet zomaar uit een koffer.

Daar moet je maanden op gestudeerd hebben.

Je dwingt ze af met eenzaam lijden, in totale overgave en toewijding.

Dáár won hij de Tour. Maandenlang leven als een kluizenaar. Marathontrainingen in de Texaanse woestijn, al dan niet medisch wat ondersteund. De focus van een psychoot.

Die gekte, die overdrijving vond hij terug in zijn drang naar nog meer roem, nog meer aandacht.

Die maakte hem misschien blind voor het gegeven dat in honderd jaar niemand ouder dan 35 de Tour ooit won. En dat alle grote kampioenen, inclusief Merckx, hun laatste Tour grotesk verloren.

Die dans had hij kunnen ontspringen.

En tijdens de eerste beklimmingen de komende dagen zal hij verbazen, wellicht.

Hij zal z’n ploegmaat Contador, de geweldenaar van déze generatie, tot lichte wanhoop drijven.

Tot die ene steile strook asfalt, in verzengende hitte. Op een Pyrenee of een Alp.

Als de zuurstof schaars wordt, de overmoed vertroebelt, en blijkt dat ervaring alleen nooit de doorslag geeft.

Natuurwetten en logica zullen romantiek en overmoed genadeloos voorbij fietsen.

Bye Lance.

O ja, die geuzennaam. Ik hoop dat Lance nog jarenlang touringcars vol blondines scoort hoor, gezonde kindertjes krijgt met gele armbandjes. Telefoonboeken vol mag Twitteren.

Maar The Boss, die naam wil ik na deze Tour alleen nog maar lezen in concertrecensies.

Waarom Lance de Tour niet wint

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.