meer NPO start

Waarom het moeilijk is om uit een angstcultuur op de werkvloer te stappen

Waarom het moeilijk is om uit een angstcultuur op de werkvloer te stappen
Bron: ANP

Steeds meer mensen durven zich uit te spreken over het feit dat ze zich onveilig voelen op hun werk. Maar het is moeilijk om hier zelf iets aan te doen, ziet ook arbeidspsycholoog Angela Koolmees. Ze legt uit hoe dat precies komt. "Je bent eraan gewend."

Bijna 3 miljoen werkenden hebben soms te maken met intimidatie door leidinggevenden op de werkvloer. Dat blijkt uit een onderzoek van vakbond CNV. Bij die bedrijven is sprake van een angstcultuur, iets wat steeds vaker naar buiten komt.

Grapjes en aanrakingen

Die angst kan verschillende vormen aannemen, vertelt arbeidspsycholoog Koolmees. Zij heeft zelf ook een tijd als vertrouwenspersoon gewerkt en leidt nu andere vertrouwenspersonen op.

"Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat je bang bent dat je je baan verliest, of dat je te midden van je collega's voor gek wordt uitgemaakt. Maar het kan bijvoorbeeld ook om bepaalde grapjes gaan die worden gemaakt", legt ze uit. "En er zijn genoeg leidinggevenden die echt de grens overschrijden, bijvoorbeeld door je aan te raken."

Bekijk ook

Bedrijfscultuur gaat om sfeer

Het moeilijke van zo'n situatie is volgens Koolmees vooral dat een bepaalde bedrijfscultuur wordt bepaald door hoe mensen met elkaar omgaan. "Het gaat om de sfeer. Dat is niet vastgelegd en daar hoeft niet in het hele bedrijf sprake van te zijn."

Waar de een de heersende cultuur binnen een bedrijf als prettig ervaart, kan de sfeer op de werkvloer voor de ander angstig zijn, zegt de arbeidspsycholoog.

Individueel, maar ook algemeen

Daarnaast gaat het bij een angstcultuur binnen een bedrijf zowel om iets persoonlijks als iets algemeens, vertelt ze. "Als werknemer bepaal je zelf je grens. De melder ervaart of die grens wordt overschreden of niet. En dan kan het zo zijn dat je het bij de één prima vindt dat diegene je schouder aanraakt, maar bij de ander niet. Dat is dus heel individueel."

Tegelijkertijd zijn er ook algemene grenzen, benadrukt de arbeidspsycholoog. "Er staat bijvoorbeeld letterlijk in de wet dat je niet mag discrimineren, en ook bij seksueel grensoverschrijdend gedrag is 'nee' ook echt 'nee'. Doe je het toch, dan ga je een grens over."

Bekijk ook

'Moeilijk om eruit te stappen'

Het lijkt een makkelijke oplossing om je baan op te zeggen als je met een angstcultuur te maken hebt, maar zo werkt het helaas niet, zegt Koolmees. "Allereerst omdat je eraan gewend bent. Je comfort zone is niet alleen alles wat comfortabel is. Het is alles wat je kent, ook nare ervaringen. Daar ga je automatisch in door en het is moeilijk om daaruit te stappen."

"En daarbij, als het enige tijd duurt, is je zelfvertrouwen enorm aangetast. Dan denk je: wie zit er op mij te wachten?", legt ze uit. "Je grijpt dan vast aan wat je hebt en dan ga je niet zomaar op zoek naar een nieuwe baan. En helemaal niet in deze tijd met zulke hoge prijzen waarin je je baan nodig hebt."

Zwijgen uit schaamte

Schaamte speelt volgens haar ook een belangrijke rol: "Mensen vinden het moeilijk om erover te praten. Grensoverschrijdend gedrag is vaak heel subtiel en een glijdende schaal. Als het dan erger en duidelijker wordt, dan ben je er al aan gewend of je weet niet naar wie je toe kan. Je eigen omgeving heeft misschien wel een oordeel en binnen het bedrijf kan het onveilig zijn."

"Daarnaast kun je, als dit al maanden duurt, een heel laag energieniveau hebben. Dan heb je geen puf meer om te solliciteren", zegt Koolmees. "Al die factoren maken het lastig om je baan op te zeggen, dat zijn drempels die je over moet."

Naar een vertrouwenspersoon

Mensen die een angstcultuur binnen een bedrijf ervaren, raadt Koolmees vooral aan om met een vertrouwenspersoon in contact te komen. "Zorg ervoor dat je niet alleen staat, want dan kom je in isolatie terecht en ga je aan jezelf twijfelen. Het is dan goed om eerst met iemand te praten en te weten welke oplossingen er zijn."

Ze raadt mensen daarnaast aan om goed na te denken voordat je er officieel tegenin gaat. "Het is een hele strijd die misschien niet het gewenste resultaat oplevert. En je moet je verhaal weer opnieuw vertellen, dan ga je weer langs al die emoties en word je eigenlijk in die situatie gehouden. Dat heeft een enorme impact."

Bekijk ook

'Een cursusje niet genoeg'

De arbeidspsycholoog hoopt daarom vooral dat bedrijven zich meer bewust worden over de werksfeer. "Vooral de top van het bedrijf moet doordrongen zijn. Je kan nog zulke mooie waarden hebben, zoals inclusiviteit en transparantie, maar het gaat echt om het gedrag op de werkvloer."

"En daarvoor is 1 keer een cursusje niet genoeg", benadrukt ze. "We moeten mensen blijven trainen."

'Spreek anderen aan op hun gedrag'

Ook voor mensen die zelf geen angstcultuur binnen een bedrijf ervaren, is een taak weggelegd, vindt Koolmees. "Iedereen kan iemand helpen of een ander erop aanspreken dat bepaald gedrag niet kan. Je voelt wel wanneer bijvoorbeeld een grapje niet helemaal klopt."

Het is volgens haar 'altijd een samenwerking: je hebt de dader, maar ook de anderen die wegkijken'. "Als je er iets van zegt, kan het al voor verandering zorgen. En ga eens naar iemand toe, iemand kan zich zo eenzaam voelen."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Moet de chemische industrie in Nederland bewaard blijven? 'Overal zijn chemicaliën voor nodig'

Moet de chemische industrie in Nederland bewaard blijven? 'Overal zijn chemicaliën voor nodig'
Chemiefabriek LyondellBasell gaat na 21 jaar sluiten in Nederland
Bron: EenVandaag

De chemische industrie in de Rotterdamse haven heeft het zwaar door hoge energieprijzen en belasting op CO2. Moet het kabinet extra geld uittrekken om bedrijven tegemoet te komen? "Een complete waardevernietiging als we dit weggooien met z'n allen."

Veel producten die we dagelijks gebruiken komen uit de chemische industrie. Denk bijvoorbeeld aan shampoo en schoonmaakmiddelen, maar ook isolatiemateriaal en leidingen voor in huis. Die industrie heeft het nu dus heel moeilijk in Nederland.

Na 21 jaar sluiten

In de Rotterdamse haven sluit binnenkort de Amerikaanse chemiefabriek LyondellBasell. "21 jaar geleden hebben we deze fabriek met trots opgestart. Dit kostte ons een miljard euro", vertelt vicepresident Ronald van Klaveren.

Vijf jaar geleden werd nog eens 250 miljoen euro geïnvesteerd om de fabriek te vergroenen. "En nu komt er helaas een einde aan. Dit is een fabriek die je normaal 80 tot 100 jaar laat draaien. Nu moeten we die al na 21 jaar sluiten. Financieel komen we er gewoon niet uit."

Vier keer hogere energieprijzen

Ook chemiebedrijf Huntsman Holland merkt dat het moeilijk is om chemische producten te blijven maken in Nederland. De Amerikaanse directie heeft besloten alleen nog maar het minimale te produceren en geen investeringen meer te doen. "We zitten hier meer dan 50 jaar, maar het is gewoon heel moeilijk om hier geld te verdienen", vertelt directeur Kal Khogali.

Dat komt vooral door onze hoge energieprijzen vergeleken met andere landen, zegt hij. "De energieprijs in Nederland is drie tot vier keer duurder dan in de rest van Europa." Daar komt voor hem ook nog een extra toeslag voor groene energie bovenop: de fabriek draait daar volledig op.

Bekijk ook

'Niks dat niet uit chemicaliën bestaat'

De vraag is of Nederland meer moet doen om de chemie-industrie hier te behouden. Beide bedrijven hameren in elk geval op het belang ervan. "Er is niks om je heen dat niet uit chemicaliën bestaat", zegt Khogali.

"Dat is de naïviteit in Nederland en andere landen in Europa: dat we alles in de toekomst kunnen doen met nieuwe technologie. Maar dan vergeten we dat daar chemicaliën voor nodig zijn." Van Klaveren benadrukt dat: "Zonder chemische industrie is er geen defensie en verduurzaming mogelijk."

Hoge energieprijzen verjagen industrie uit Rotterdamse haven, maar hoe erg is dat?

Niet aantrekkelijk

Hoofdeconoom Marieke Blom van ING vertelt dat Nederland altijd aantrekkelijk was voor de chemie. Vroeger werd energie voor grote energieverbruikers goedkoop gehouden met regelingen, maar die zijn in de afgelopen jaren afgeschaft.

"Daarnaast komt er ook een extra CO2-heffing aan", zegt Blom. Dit is een belasting die industriële bedrijven moeten betalen per ton CO2 dat wordt uitgestoten. "Dat maakt de kostprijs voor bedrijven hoger."

Europese onafhankelijkheid

Toch weet ze niet of geld investeren in de industrie, om deze in Nederland te behouden, zich uiteindelijk gaat uitbetalen. "Op lange termijn verwacht ik dat deze industrie kleiner wordt. Ik verwacht dat steun die je nu geeft aan de industrie, uiteindelijk niet rendeert", zegt Blom.

"Ik kan daar ook geen zekerheid over geven, want er zullen ook delen van de chemische industrie wel blijven bestaan."

Bekijk ook

Afhankelijkheid

Ronald van Klaveren noemt het vooral onverstandig dat Nederland zichzelf afhankelijk maakt van landen buiten Europa. Bijvoorbeeld China heeft een gigantische chemie-industrie. "Het is een complete waardevernietiging als we dit weggooien met z'n allen en daarmee afhankelijkheid creëren elders."

"We hebben laten zien dat we hier concurrerend kunnen produceren. Als de energiekosten omlaag gaan, hebben we nog steeds een heel goed waardemodel om hier industrie te behouden. Daarmee houden we een stukje onafhankelijkheid in stand voor Europa."

Minister wil industrie behouden

Minister Hermans van Klimaat en Groene Energie ziet ook dat chemische bedrijven het in Nederland moeilijk hebben. "Ik ben samen met andere collega's in het kabinet voor de voorjaarsnota van volgende maand aan het kijken wat we kunnen doen om de druk te verlichten."

Hermans wil de industrie graag in Nederland houden. "We hebben de bedrijven keihard nodig voor een sterke, veilige en weerbare economie. Waarin we producten hier maken en we die niet uit andere landen moeten halen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Vanaf maandag alleen nog legale wiet in coffeeshops in sommige gemeenten, maar is dat te snel? 'Kwaliteit nog niet genoeg'

Vanaf maandag alleen nog legale wiet in coffeeshops in sommige gemeenten, maar is dat te snel? 'Kwaliteit nog niet genoeg'
Coffeeshopeigenaar Willem Vugs denkt dat het nog te vroeg is voor de volgende fase van de wietproef
Bron: EenVandaag

Vanaf 7 april mogen coffeeshops in tien gemeenten alleen nog maar gereguleerde cannabis verkopen. Maar ondanks uitstel en vertraging komt de nieuwe fase van de 'wietproef' volgens veel coffeeshophouders tóch te snel. "De markt is hier niet klaar voor."

Maandag is het zover: dan gaat de nieuwe fase van het wietexperiment van start. In tien gemeenten door het land mogen coffeeshops alleen nog maar legaal geproduceerde wiet verkopen, om zo te kijken of de keten gereguleerd kan worden. Maar er klinkt veel kritiek. Coffeeshophouders maken zich zorgen en pleiten ervoor de startdatum uit te stellen.

Menukaart beperkt

Willem Vugs is eigenaar van coffeeshop Toermalijn in Tilburg, en heeft zijn twijfels over de startdatum. "Het is een dubbel gevoel. De coffeeshops staan aan de kant van het experiment. Maar ik heb wel de vrees dat een deel van ons assortiment niet meer aangeboden kan worden aan de klanten die daarvoor komen. En dat is toch zeker zo'n kwart van onze klanten."

Volgens hem is het door de Staat gereguleerde aanbod nog niet voldoende, zowel in kwantiteit als kwaliteit. "We zijn bang dat onze menukaart dermate beperkt wordt, dat je eigenlijk in de marge aan het werken bent. Dat houdt in dat de dingen die je hebt snel op gaan, en niet alles wat je hebt aan de kwaliteit voldoet."

De geschiedenis van de coffeeshop

Nederland en cannabis. In de jaren 60 ontstond er in Nederland een nieuwe jongerencultuur: hasj en wiet werden steeds populairder, mede door de hippiebeweging. Dit leidde tot een groeiende zwarte markt en meer politie-ingrijpen. Om de overlast en criminaliteit te verminderen, introduceerde Dries van Agt als minister van Justitie in 1976 het gedoogbeleid.

Deze veranderingen maakten Nederland wereldwijd bekend om zijn liberale drugsbeleid en legden de basis voor het huidige systeem van coffeeshops. In de jaren 90 worden de regels verder aangescherpt, onder andere met strengere controles en afstandsregels voor coffeeshops.

Bekijk ook

'Legaliseren keten noodzakelijk'

Het zorgt er alleen ook voor dat er een systeem ontstaat dat criminaliteit in de hand werkt, zegt expert cannabisbeleid Nicole Maalsté. "Het grote probleem is dat je een illegale achterdeur in stand houdt waarbij je niet kunt letten op kwaliteit en op de omstandigheden, maar waarbij ook de betrokken mensen allerlei risico's lopen. "

Volgens haar is het legaliseren van de keten noodzakelijk. "Deze gedoog-situatie duurt al tientallen jaren en dat is nooit de bedoeling geweest. Er worden hier producten gekocht waarvan niemand weet hoe ze hier naar binnen zijn gekomen." Ze gaat verder: "Er zijn allerlei mensen aan het werk aan de achterkant van een coffeeshop, die in feite niet bestaan. Maar daar zit natuurlijk een hele organisatie achter, en daar wil je grip op krijgen."

'Gesloten coffeshopketen'

Daarom startte de overheid het experiment 'gesloten coffeeshopketen'. Een compleet gecontroleerde keten van de teelt naar het gebruik, zonder illegale kweek. Een product bovendien waarvan je als consument weet wat erin zit. Daartoe selecteerde de overheid tien producenten om staatswiet en -hasj te telen.

In 2017 wordt het experiment aangekondigd, maar liep meermaals vertraging op. Eind 2023 werd de eerste legale wiet in Brabantse gemeentes verkocht, naast het illegale spul. Vanaf maandag begint de experimenteerfase.

Bekijk ook

Breda tevreden

Paul Depla, burgemeester van Breda, pleit al lang voor een legale keten. Volgens hem had de startdatum dan ook niet eerder kunnen komen. "Met het huidige systeem, dan blijf je een volstrekt hypocriet systeem houden. Je weet totaal niets van de manier waarop het geproduceerd wordt. Dus als we daarmee doorgaan, dan is de volksgezondheid de dupe en de criminaliteit de lachende derde. Dat wil ik niet."

Breda is een van de eerste steden geweest waar in 2023 legale wiet over de toonbank ging. Een succes, volgens Depla: "Ik hoor namelijk van de grote coffeeshops dat ze echt tevreden zijn, ook over de kwaliteit van de spullen die worden geleverd. Je ziet dat ze heel erg blij zijn dat ze afscheid kunnen nemen van de illegale achterdeur."

Tijd nodig

Hoewel onderzoeker Maalsté positief is over het experiment als geheel vindt ook zij, in tegenstelling tot de burgemeester, de startdatum te snel. "Je hebt een bestaande markt en die ben je helemaal anders aan het organiseren. Alles verandert."

"Ik denk dat het goed is dat dit gebeurt, alleen dat kun je niet zomaar op data vastpinnen, dus je moet dat langzaam maar zeker die kant op laten groeien. Het gaat de goede kant op, maar mensen hebben gewoon tijd nodig om eraan te wennen en de telers hebben tijd nodig om de producten te maken waar de consument om vraagt."

Bekijk ook

Hobbels logisch in experiment

Toch is er geen ontkomen aan, volgens burgemeester Depla. "Want op dit moment houd je elkaar gevangen. Telers gaan pas telen omdat ze zeker weten dat er coffeeshops zijn die het afnemen, en shops gaan pas afnemen als ze zekerheid hebben dat ze niet meer afhankelijk van die illegale teelt zijn. En dat is de reden waarom ik nu heb gezegd: laten we gewoon een datum pakken, dan weet iedereen waar ze aan toe zijn."

Hoewel hij erkent dat er hobbels op de weg zijn, is dat volgens hem ook de bedoeling. "Dat het een experiment is geeft ook aan dat je dingen tegenkomt dat je van tevoren niet had bedacht. Anders noem je het geen experiment."

Illegaal betere kwaliteit

Willem Vugs heeft nog zo zijn twijfels. "Er is wel hasj momenteel verkrijgbaar, alleen de kwaliteit daarvan is nog niet op het niveau wat de consument acceptabel vindt. De hasj die legaal is en wel goed is, is van een dermate beperkte voorraad dat die heel snel is uitverkocht.

Hij is bang dat zijn klanten de illegale markt zullen opzoeken. "Dan heb je de kans dat die klanten uit zicht verdwijnen, dan óf de illegaliteit ingaan, of naar een stad waar nog wel gedoogde producten verkopen. Wij zijn daar wel bang voor."

Veel onzekerheid

De coffeeshophouders uiten hun zorgen, en het leidt ertoe dat er de eerste 2 maanden van het experiment nog niet op hasj wordt gehandhaafd. Er zou nog te veel onzekerheid zijn of er voldoende hasj aanwezig is om de coffeeshops te bevoorraden. Op het moment komt de meeste illegale hasj uit Marokko.

Een goede stap, zegt Vugs. Maar of die 2 maanden voldoende zijn? "Dat is de vraag. Zoiets zou meer organisch moeten kunnen in plaats van daar echt een strenge tijd aan te hangen."

Volgende fase van wietproef begint, maar volgens coffeeshophouders en experts is het te snel

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant