radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Vechten of vluchten? Serhii verliet Oekraïne als dienstweigeraar en worstelt daar nog elke dag mee

Vechten of vluchten? Serhii verliet Oekraïne als dienstweigeraar en worstelt daar nog elke dag mee
Oekraïense vluchtelingen komen met de bus aan in Nederland
Bron: ANP

Wat zou jij doen, als je moest kiezen tussen het leger ingaan om je land te verdedigen of vluchten met je gezin? De Oekraïense Serhii koos voor dat laatste. En met die keuze is hij nog elke dag bezig. "Wat zou er met me gebeurd zijn als ik was gebleven?"

Op 24 februari 2022, bijna 2 jaar geleden, gebeurde waar iedereen al een tijd bang voor was: in de vroege ochtend vielen Russische grondtroepen Oekraïne binnen en ontploften er kruisraketten in verschillende Oekraïense steden. Voor Serhii* (32) en Olga* (31), die op dat moment samen met hun 5-jarige dochter in Kiev woonden, brak een spannende tijd aan.

Verplicht in het land blijven

Olga vluchtte met hun dochter naar Nederland, waar ze terechtkwamen bij een gastgezin. Serhii bleef in eerste instantie achter, maar besloot hen later toch achterna te reizen. "Het was geen makkelijke keuze, en een ingewikkeld proces", vertelt hij.

Het stel doet hun verhaal anoniem, omdat ze niet willen dat Serhii's echte naam bekend wordt bij de Oekraïense autoriteiten. Hun directe familie en vrienden begrijpen hun keuze en weten dat ze samen in Nederland zijn, maar Olga en Serhii zijn zich ervan bewust dat niet iedereen zo begripvol zal reageren. Voor Oekraïense mannen tussen de 18 en 60 jaar geldt namelijk dat ze opgeroepen kunnen worden voor de dienstplicht. Tenzij ze recht hebben op uitstel of vrijstelling moeten ze in het land blijven.

'Nu gebeurt het, ik ga mijn land dienen'

"In de eerste week van de oorlog heb ik me meteen gemeld bij een bureau van het leger", vertelt Serhii. "Ze vroegen of ik mijn spullen bij me had, zodat ik meteen kon vertrekken naar het trainingskamp. Maar dat was niet zo, dus ging ik naar huis om mijn spullen te halen."

"Onderweg dacht ik: 'Nu gebeurt het, ik ga mijn land dienen.' Maar toen belde ik met een goede vriend die al 15 jaar voor het leger werkt en hij vroeg me om niet te gaan." Volgens zijn vriend zouden mensen zonder ervaring het maar zo'n 2 of 3 weken volhouden aan het front. "Ik heb mijn aanmelding ingetrokken."

info

*Serhii en Olga zijn niet hun echte namen. Vanwege veiligheidsredenen zijn ze gefingeerd. Hun echte namen zijn bekend bij de redactie.

Land uitvluchten lastig

"Ik moest besluiten om mee te doen aan deze oorlog en te vechten voor de overwinning, of het 'op te geven' en een ander leven op te bouwen voor mezelf en mijn gezin." Serhii vond het moeilijk om die keuze te maken, vertelt hij. En om daarna het land te ontvluchten.

"Ik heb het op verschillende manieren geprobeerd en bij de derde poging lukte het", vertelt hij. Hoe dat precies ging wil hij niet vertellen, omdat er ook andere mensen bij betrokken waren. Die wil hij niet 'verraden'. "Maar het was niet gevaarlijk", zegt hij. "Ik had de juiste papieren om het land te verlaten." Dit dankzij de mensen die hem geholpen hebben.

'Iedereen kent iemand die is gestorven'

In het begin van de oorlog zijn volgens Serhii veel jonge mannen het land ontvlucht door te gaan studeren in het buitenland. Later vond de Oekraïense overheid dat dat niet meer gold als een uitzonderingspositie.

"Als je geen advocaat bent of goede contacten hebt, kun je zo naar het front gestuurd worden. Deze strenge regels zijn niet normaal en ook niet gebaseerd op de wet", benadrukt hij. Sommige van zijn vrienden gingen wel vechten. "Een van hen stierf na 2 maanden en hij was niet de enige. Iedereen in Oekraïne kent iemand die is gestorven aan het front."

Eigen appartement

Serhii kwam uiteindelijk eind 2022 aan in Nederland. Met Olga en hun dochter verhuisde hij naar een ander gastgezin waar ze wat meer ruimte hadden. Sinds september vorig jaar wonen ze in een eigen appartement. "Dat kon doordat ik een inkomen heb, en dankzij hulp van de mensen hier", vertelt Serhii. Hij werkt voor een internationaal e-commerce bedrijf dat hem ook hielp met de verhuizing naar Nederland.

"We zijn heel blij dat we hierheen zijn gekomen", vertelt Olga. "Onze dochter is nu bijna 8 jaar oud en ze gaat inmiddels naar een Nederlandse school, waar ook andere Oekraïense kinderen naartoe gaan." Ze vertelt dat het leren van de taal haar dochter beter afgaat dan haar en Serhii. "We proberen het te leren, maar het is moeilijk."

Bekijk ook

Familie en vrienden nog in Oekraïne

Ondanks dat het stel gelukkig is in Nederland, is het ook moeilijk om zo ver weg te zijn van familie en vrienden, vertelt Olga. "Mijn tante woont nu ook hier, maar de rest van mijn familie is achtergebleven." Ze hoopt dat haar moeder dit voorjaar naar Nederland komt. "Maar mijn vader wil echt niet weg. Hij zegt liever te verbranden in Oekraïne dan het land te verlaten."

Sommige oudere mensen kan je niet overhalen om weg te gaan, zegt Olga. En dat begrijpt ze ook. "Voor hen is het makkelijker om te sterven dan om weg te gaan en een nieuw leven te beginnen. Sommige van onze vrienden zeggen ook dat ze besloten te blijven, omdat ze bang zijn voor verandering."

'Gevoelens hele dag op en neer'

Ook Serhii heeft het soms moeilijk met hun beslissing om het land te verlaten. "Als ik het nieuws lees, komen er allerlei emoties boven. Ik voel me verdrietig en boos, maar ook blij dat het is gelukt om hierheen te komen", vertelt hij. "Mijn gevoelens gaan de hele dag op en neer, maar inmiddels ben ik daar redelijk aan gewend en kan ik ermee leven."

Hij vertelt dat hij geen spijt heeft van zijn keuze, maar soms wel denkt aan wat er gebeurd zou zijn als hij was gebleven. "Ik had militaire training kunnen volgen en mijn land kunnen helpen. Maar op het slagveld maakt het niet uit hoeveel je getraind hebt."

Boete, gevangenis of vechten

Teruggaan naar Oekraïne is voor Serhii geen optie meer, zegt hij. "Ik weet niet precies wat er zou gebeuren, maar waarschijnlijk krijg ik een boete en word ik alsnog naar het front gestuurd. Omdat ik de medische keuring heb ondergaan maar niet ben komen opdagen, zou ik zelfs vervolgd kunnen worden."

Hij vertelt dat de Oekraïense overheid werkt aan nieuwe wetten om dienstweigeraars strenger aan te kunnen pakken. "Ze zouden me dan zelfs naar de gevangenis kunnen sturen, of me de keuze geven tussen dat of het leger in."

Bekijk ook

Toekomst onzeker

Hoewel Serhii en Olga graag in Nederland willen blijven, is het nog onzeker of dat kan. De huidige bescherming voor gevluchte Oekraïners geldt tot 4 maart 2025 en het is onduidelijk welke regels daarna zullen gelden. "We hopen via mijn werk in aanmerking te komen voor een werkvergunning, zodat we niet meer afhankelijk zijn van de vluchtelingenstatus die we nu hebben", vertelt Serhii.

Een andere onzekere factor zijn geluiden vanuit de politiek over het mogelijk terugsturen van mannen in de dienstplichtige leeftijd naar Oekraïne. Oekraïners kunnen nu niet teruggestuurd worden, vanwege hun speciale ontheemdenstatus. Maar die zou kunnen komen te vervallen, als het land veilig wordt verklaard door de Europese Unie.

'Dochter moet rustig leven leiden'

"Ik maak me daar veel zorgen over en ik hoop dat de EU niet zal toestaan dat dienstplichtige mannen worden teruggestuurd", zegt Serhii. Hij denkt dat de Oekraïense overheid zeker zal proberen om deze mannen terug te krijgen. President Zelensky zei vorige maand nog dat dienstplichtige mannen terug moeten komen om te vechten. Of om te werken en bij te dragen aan de economie.

Maar terugkeren naar Oekraïne zou volgens Serhii ook niet goed zijn voor hun dochter. "We willen dat ze een rustig leven kan leiden", zegt hij. "We denken niet dat de oorlog snel voorbij zal zijn. En zelfs als die voorbij is, zal het onrustig blijven in het land. We willen niet dat onze dochter ook ooit alles achter moet laten om te vluchten. Die stress willen we niet voor haar."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Kinderen hebben slechte ogen door te veel schermtijd: dit kun je doen om oogafwijkingen te voorkomen

Kinderen hebben slechte ogen door te veel schermtijd: dit kun je doen om oogafwijkingen te voorkomen
Een oogmeting bij een opticien
Bron: ANP

Scrollen op je telefoon, even een appje sturen naar je moeder en tussendoor een serie kijken. Voor veel mensen herkenbaar, maar het brengt ook gevolgen met zich mee. Zo kan het voor permanente oogproblemen en klachten zorgen.

Ook prinses Ariane heeft oogproblemen en dat zou komen door de schermtijd op haar mobiele telefoon. Dat liet koningin Máxima eerder deze week weten tijdens een conferentie. Veel ouders lopen hier in het huidige digitale tijdperk tegenaan, want hoe zorg je ervoor dat je kinderen geen slechte ogen krijgen. En als ze wel bijziend worden, kan je er dan nog iets tegen doen?

Meer kinderen zijn bijziend

Veel oogartsen zien nu meer kinderen die oogproblemen hebben als gevolg van de schermtijd. Oogorganisaties sloegen in oktober al alarm. Zo is in Nederland een op de vijf personen tussen de 5 en 19 jaar bijziend. Onderzoekers leggen een direct verband met een verandering in leefstijl, waarbij kinderen meer op hun mobiele telefoon, laptop of tablet zitten.

En dat is het niet enige, waarschuwen de onderzoekers. Als een kind op jonge leeftijd al bijziend wordt, dan kan dat voor ernstige gevolgen zorgen op latere leeftijd. Ook oogarts en hoogleraar kinderoogheelkunde Caroline Klaver bij het Erasmus MC in Rotterdam waarschuwt over de ernst van bijziendheid.

Oog ontwikkelt tot je 25ste

Klaver legt uit dat hoe eerder een kind bijziendheid ontwikkelt, hoe groter de gevolgen zijn: "Dus hoe eerder je het krijgt, hoe ernstiger het afloopt. Dan kun je bijvoorbeeld min 6 of meer krijgen. En dan zijn de kansen op complicaties later in je leven best wel groot", legt ze uit.

De hoogleraar pleit daarom voor een gezonde leefstijl op de basisschool en dus ook een gezonde omgang met schermtijden. Doordat je ogen nog tot het 25ste levensjaar doorontwikkeld, zijn de jongere jaren volgens haar essentieel voor de groei van het oog. "Bijziendheid ontwikkel je in je jonge jonge jaren. Want dan is je lichaam nog in de groei, en je ogen ook." Op latere leeftijd bijziend worden komt bijna niet voor.

Bekijk ook

Niet alleen dichtbij kijken

Vooral het van dichtbij constant turen naar je scherm en scrollen zijn funest voor je ogen. De oogarts legt uit hoe dat komt: "Als je naar een scherm kijkt, moeten je ogen moeite doen om dichtbij te kijken. En zolang het oog in de groei is, kan het oog een beetje aanpassen." Als je veel van dichtbij kijkt, raken je ogen daaraan gewend en worden ze langer.

Dat lijkt handig, omdat het oog dan makkelijker van dichtbij kan zien. Maar het heeft volgens Klaver als gevolg dat in de verte kijken moeilijker wordt. Je hebt dan een min-bril nodig om naar een scherm te kijken. Hierdoor ontstaat bijziendheid. "En dus moet je in de jonge jaren juist niet zo heel veel dichtbij kijken. Je moet het vooral afwisselen met in de verte kijken, zodat het oog ook minder de neiging heeft om langer te worden en dus bijziend te worden."

Blijvende schade

Ze benadrukt nogmaals dat het heel belangrijk is. Want als het oog eenmaal bijziend is, kan het niet weer krimpen. Je kan de schade dus niet terugdraaien. Wat je volgens Klaver wel kan doen als je eenmaal bijziend bent, is om te zorgen dat het niet erger wordt.

Hoewel het niet op de minuut neerkomt, adviseert Klaver wel om goed te letten op de schermtijd. Zo noemt ze de 1-2-3-regel: "Dat betekent dat kinderen tot 5 jaar niet langer dan een uur per dag schermtijd mogen hebben, kinderen tot 10 jaar niet langer dan twee uur per dag en tieners tot 15 jaar niet langer dan drie uur per dag."

Bekijk ook

Buitenspelen en verder weg kijken

Wat kun je dan zelf doen als kind of jongere om oogproblemen zoveel mogelijk te voorkomen? Klaver vertelt dat het belangrijk is om genoeg buiten te zijn en dat je het dichtbij kijken afwisselt met in de verte kijken. Dit wordt ook wel de 20-20-2 regel genoemd: na 20 minuten dichtbij kijken moet je 20 seconden in de verte kijken en groeiende ogen hebben ook 2 uur per dag daglicht nodig.

"Als je dat doet, groeit je oog als een normaal oog en zal je geen brilletje nodig hebben. Al dat schermgebruik bij kinderen is niet gezond. Het is niet gezond voor de ogen, ook niet gezond om allerlei andere redenen. Het is belangrijk dat we ons daar bewust van zijn en het beperken", sluit ze af.

Kinderen hebben slechte ogen door te veel schermtijd: dit is wat je kunt doen om oogproblemen te voorkomen

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'
Dierenverzorger Saia Hendrickx van Vogelzorgcentrum De Houtsnip in Hoek van Holland
Bron: EenVandaag

Niet alleen in Amerika, ook in Nederland grijpt de vogelgriep om zich heen. Het virus treft nu vooral wilde ganzen. Dierenwelzijnsorganisaties die worden gebeld om zieke dieren op te halen maken zich zorgen. "Worden niet serieus genomen door de overheid."

Een mondkapje, een pak, handschoenen, schoenhoezen en een beschermbril. Dat trekt Saia Hendrickx van Vogelzorgcentrum De Houtsnip in Hoek van Holland elke keer aan als de dierenambulance weer een zieke vogel komt brengen.

Van dier op mens

Allemaal om zichzelf te beschermen tegen de vogelgriep. "Vogelgriep is een ziekte die van dier op mens kan overgaan. Als ik een beetje grieperig ben en ik kom in contact met een besmette vogel, dan kan dat gaan muteren en kan de pleuris uitbreken", vertelt ze daarover.

De angst zit er goed in bij De Houtsnip. In 2022 werd het vogelzorgcentrum geruimd omdat er vogelgriep heerste. "Ik heb toen zelf heel veel slachtoffers ingeslapen en uiteindelijk bleef er een groep over. Die waren negatief getest, maar werden toch ingeslapen door de NVWA. Dat laat je nooit meer los en wil je niet meer meemaken."

Uitbraak neemt toe

Een besmetting van vogel op mens is nog niet in Nederland voorgekomen. Maar in de VS overleed vorige maand een persoon na een besmetting door kippen en wilde vogels in zijn achtertuin. Daarom is Hendrickx alert. Iedereen die haar vogelzorgcentrum binnenkomt moet zich ontsmetten en alle werknemers hebben hun eigen afdeling waar zij werken en mogen niet zomaar naar een andere afdeling.

"Op dit moment is de uitbraak weer in alle hevigheid aan het toenemen", reageert Hendrickx. Dat zorgt voor enorme onrust bij haar. "De adrenaline giert door je lijft. Je bent bang om het binnen te krijgen."

Niet serieus nemen door de overheid

Verhalen zoals die van Hendrickx hoort Daniella van Gennep van Stichting Dierenlot nu dagelijks. Zij vertegenwoordigt een groot deel van dierenhulpverleners in Nederland, waaronder dierenambulances, opvangcentra en dierenasielen.

"Soms vindt één dierenambulance wel 200 dieren op 1 dag. En dat zijn vooral vogels op dit moment, maar ook vossen en andere zoogdieren. We maken ons gewoon zorgen omdat die hulpverleners op dit moment niet echt serieus worden genomen door de overheid als het gaat om vogelgriep."

Financiële compensatie

Daarmee doelt Van Gennep op financiële compensatie voor de dierenhulpverleners. Zo moeten zij dode en zieke vogels ophalen en persoonlijke beschermingsmiddelen aanschaffen. Na de vorige uitbraak wilde een meerderheid van de Tweede Kamer dat de overheid zou kijken naar een structurele manier om in deze kosten tegemoet te komen. Maar de minister liet 6 februari weten dat die er op dit moment niet komt, omdat de uitbraak nog niet hevig genoeg is.

"Ik wil heel graag dat de overheid de dierenhulpverlener serieus neemt. Weliswaar hebben ze formeel geen rol als het gaat om het opruimen van dode dieren. Maar wie bel je als je een dier in nood ziet? Dan bel je de dierenambulance en dat gebeurt dus in de praktijk."

Bekijk ook

'Overheid moet in actie komen'

Van Gennep vraagt om actie van de overheid: "zorg minimaal voor veiligheid van al die vrijwilligers. Die lopen risico maar daar moeten ze zelf voor opdraaien. Zelfs de griepprik die enigszins bescherming biedt, moeten ze zelf betalen", legt ze uit.

Van Gennep beaamt dat het inderdaad nog niet zo erg is als in 2021 en 2023. "Maar", voegt ze daaraan toe, "wat er nu gebeurt in Amerika is wel veel erger dan toen. Wij willen gewoon dat je voorbereid bent."

Wie is verantwoordelijk voor het opruimen?

Het opruimen van dode dieren gebeurt volgens beide hulpverleners nu niet altijd. "Ik ben niet verplicht om die op te gaan halen", zegt Hendrickx. "Maar ik doe het wel, omdat ik niet wil dat andere in het wild levende dieren dat eten, want dan zijn zij ook besmet."

"De verantwoordelijkheid ligt bij degene van wie het terrein is waar het dier neerstort", vult Van Gennep aan. "Maar ja, vaak weet het grote publiek niet van wie het terrein is." Vogels dood in de achtertuin liggen, moeten door de eigenaar van de woning zelf worden opgeruimd. "Die mag je in de vuilnisbak doen en dan mag je je handen wassen met een sopje. Dan is het volgens het ministerie goed genoeg. Nou, daar zet ik dikke vraagtekens bij."

Bekijk ook

Teleurgesteld

Van Gennep heeft vandaag nog spoedoverleg gehad met beleidsmedewerkers op het ministerie van Volksgezondheid en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Maar een toezegging voor financiële compensatie kwam er niet.

"Ik heb de minister gehoord in het debat vorige week en zij zei: 'de overheid is geen pinpas'. Dat doet echt pijn bij de dierenhulpverleners en dat merk je ook wel. Zij voelen zich niet serieus genomen, terwijl dat wel moet."

Partij voor de Dieren wil actie van minister

Volgens Hendrickx is er niets veranderd bij de overheid na de grote uitbraken in 2021 en 2023. "Wanneer worden ze wakker? Wat gebeurt er als er straks een pandemie uitbreekt?", vraagt ze zich af. "Dan zijn ze te laat en hebben ze bloed aan hun handen."

De Partij voor de Dieren neemt geen genoegen met de antwoorden van de minister. De partij gaat Kamervragen stellen en wil dat de minister alsnog over de brug komt met geld om dierenhulporganisaties te beschermen tegen vogelgriep.

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant