Dinsdagochtend zeven uur. Wakker gebeld door een radiozender. “En? Nog steeds van plan in het oorlogsgebied te blijven?” Pff. Hoe onwerkelijk kan de eerste vraag van de dag zijn? Zeker als het er met ‘oorlogsgebied’ gerefereerd wordt naar het land waar je meer dan drie maanden lang zoveel mooie dingen hebt meegemaakt.
Natuurlijk ben ik hier niet alleen met mijn onderzoek bezig geweest. Er zijn reizen gemaakt naar alle uithoeken van de Kaukasus. Overal was het even prachtig. De supra’s (traditionele feestmalen) vliegen je om de oren. Na een paar maanden kun je iedere volgende toost letterlijk in je hoofd afspelen voordat hij daadwerkelijk uitgesproken is. Vele malen heb ik de wens uitgesproken van Georgië mijn nieuwe, permanente thuis te maken. En dan komt de dag dat je wakker gebeld wordt met de vraag: “En? Nog steeds van plan in het oorlogsgebied te blijven?” Onwerkelijk.
(Foto: Avery Schmidt)
Het eerste gedeelte van de dag besteed aan het vinden van een weldoordacht antwoord op deze vraag. Alle opties overwogen, laatste nieuws aanschouwd, mensen het besluit zien nemen nu toch echt die bus naar het veilige Armenië te nemen. En dan komt het verlossende bericht: President Medvedev heeft besloten alle militaire handelingen te staken. Hoera! Vrede! Eindelijk een einde aan deze waanzinnige oorlog! Het is vast groot feest in de stad! Een grote bijeenkomst was al aangekondigd. Om drie uur ’s middags komen grote drommen mensen bijeen voor het parlementsgebouw om de Georgische eenheid uit te dragen. Maar hun gezichten tonen niet de welhaast uitgelaten feeststemming van een paar avonden eerder, toen men de illusie had dat Georgië een lang verloren gebied weer onder controle had gekregen. Ze zwaaien hun (door vrachtwagens aangeleverde) vlaggen, maar naar het schijnt toch met een bepaalde gereserveerdheid.
(Foto: Avery Schmidt)
Misschien kan deze gemengde stemming het best geïllustreerd worden door wat er gebeurde toen ik op kantoor aankwam. Op weg naar de obligate kop koffie loop ik tegen de president van de denktank aan. Deze wijze oude man, gerespecteerd door eenieder, aanbeden door de stagairs, potentieel adoptiegrootvader, vraagt mij een glas cognac met hem te delen. Vrolijk stel ik voor te toosten op de vrede in Georgië. De man kijkt me aan en zegt: “We toosten op hen die gevallen zijn”. Dan komt het bericht binnen dat een Nederlandse cameraman omgekomen is in Gori. Die ochtend nog.
(Foto: Avery Schmidt)
Dat herinnert me eraan dat we nog steeds niets gehoord hebben van Winston, onze vriend uit Tbilisi die op vrijdag de stoute schoenen had aangetrokken en naar Tskhinvali was afgereisd om verslag te leggen van de gebeurtenissen aldaar. De laatste berichten zijn dat hij in Vladikavkaz in het ziekenhuis ligt met een beenwond. Gerust zijn we er niet op.
Zo beleven we een dag van gemengde gevoelens. De Georgiërs zijn blij dat Tbilisi grotendeels gevrijwaard is gebleven van de verschrikkingen van Tskhinvali, Gori, Poti, Senaki. Toch lijkt een groot feest niet aan de orde. Men denkt aan de verloren geliefden. Men denkt aan de zware tijden die komen gaan. Onzekerheid alom. De expats zijn verdeeld. Een groot deel verblijft in Armenië, wachtend op wat komen gaat. Sommigen zijn al teruggekeerd naar hun moederland. Zij die zijn achtergebleven toosten. Op het gevallen Georgië.
De 27-jarige René Engels verblijft op dit moment in Tiblisi, Georgië en is student Conflicts, Territories, and Management aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Voor een onderzoek naar ondernemerschap als middel tot conflictpreventie en oplossing heeft hij de afgelopen maanden rondgereisd in Georgië, Zuid Ossetië, Abchazië, Armenië en Nagorno Karabach.
http://zomerlog.blogvandaag.nl/page/home
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.