radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Peter fotografeerde jarenlang lichamen van bij misdaad omgekomen mensen: 'Voor anderen is het intrigerend, voor mij is het gewoon mijn baan'

Peter fotografeerde jarenlang lichamen van bij misdaad omgekomen mensen: 'Voor anderen is het intrigerend, voor mij is het gewoon mijn baan'
Sectiefotograaf Peter Varkevisser
Bron: NFI

De afgelopen 15 jaar fotografeerde Peter Varkevisser bijna dagelijks de lichamen van mensen die door een misdrijf om het leven kwamen. Onder anderen de MH17-slachtoffers. Nu hij binnenkort met pensioen gaat, blikt hij terug op een bijzondere baan.

Podcasts, series, films, boeken: als ze over moord en doodslag gaan is de kans groot dat ze goed beluisterd, bekeken en gelezen worden. Het thema is populair, altijd al geweest eigenlijk.

'Iets ongrijpbaars'

Dat merkt Peter Varkevisser (66) ook. Hij is medisch forensisch fotograaf bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), het wetenschappelijk instituut dat forensisch sporenonderzoek doet voor strafzaken. Als hij over zijn beroep vertelt aan mensen die hij voor het eerst spreekt, willen die daar alles over weten.

"Ik denk omdat het iets ongrijpbaars is, iets wat - voor de meeste mensen - altijd op een zekere afstand zal blijven. Ze hebben denk ik geen idee wat ik fotografeer", zegt hij.

'Secuur werk'

In zijn werk fotografeert Peter de lichamen van mensen die door een misdrijf om het leven zijn gekomen. Of van wie dat wordt vermoed. Als 's ochtends in de krant staat dat er een levenloos lichaam is gevonden, dat door een misdaad om het leven is gekomen, weet Peter dat dat het lichaam is waarover hij zich die dag zal buigen.

Zodra het lichaam door de politie wordt binnengebracht bij het NFI en de patholoog het intakegesprek heeft gevoerd, is het Peters taak om afwijkingen op het lichaam te fotograferen. Van kogelgaten en steekletsel tot blauwe plekken. "Dat is secuur werk," vertelt hij, "die plekken zijn soms piepklein en kunnen overal zitten, op de handen, in het gezicht, onder de voetzolen." En als de buitenkant van het lichaam is vastgelegd, is het werk niet klaar. Dan volgt de binnenkant van het lichaam, want ook daar kunnen sporen zichtbaar zijn van het misdrijf.

De sectietafel bij het NFI
Bron: NFI
De sectietafel bij het NFI

Lichaam als stilleven

Peter blijft er nuchter onder: "Voor anderen is het intrigerend, voor mij is het gewoon mijn baan." Zo heeft hij het altijd al gezien. "Het is me altijd gelukt om mijn werk niet mee naar huis te nemen. Dat moet ook wel, anders houd je het niet vol. Natuurlijk denk ik soms: 'Wat is hier in godsnaam gebeurd?' maar daar blijft het dan ook bij."

Het helpt om het lichaam dat hij fotografeert te bekijken als een stilleven, vertelt hij, niet als een mens. Hoe hij dat doet? "Ik kijk niet constant naar het hele lichaam, maar naar een klein deel ervan."

Waardering

Hoewel hij in zijn werkende leven altijd bezig is geweest met fotografie, kwam Peter op zijn 52ste 'pas' bij het NFI terecht. Daarvoor werkte hij als freelance fotograaf voor verschillende dagbladen en andere opdrachtgevers. Iets wat hij aan geen enkele beroepsfotograaf nog zou aanraden, vertelt hij. "Dat werk ging me tegenstaan. Iedereen kan fotograaf zijn tegenwoordig, het is geen ambacht meer. Er is geen donkere kamer meer nodig of veel vakkennis."

Toen hij 15 jaar geleden de vacature tegenkwam bij het NFI, waarin gevraagd werd naar een fotograaf met een technische achtergrond, besloot hij te reageren en werd hij aangenomen. "Dat was een hele goede keuze. Voor het eerst in jaren had ik weer het idee dat mijn werk gewaardeerd werd."

Bekijk ook

Werk veranderd

Terugkijkend heeft Peter zijn vak zien veranderen, vertelt hij. "Toen ik begon bestond mijn baan pas een jaar, voor die tijd fotografeerde de politie zelf de lichamen. In het begin maakte ik enkele tientallen foto's van een lichaam. Tegenwoordig maak ik er veel meer, soms wel 500 of 600."

Het onderzoek wordt steeds gedetailleerder, vertelt hij. En dat maakt het werk niet makkelijker, vindt Peter. "Soms ben je uren gefocust op je werk in de sectiekamer. Fysiek gezien is dat pittig."

MH17-ramp

Wat hem het meeste bijstaat van al zijn jaren als medisch forensisch fotograaf bij het NFI? "Dat is toch wel de ramp met de MH17. Ik was een van de fotografen die de opdracht had om in de kazerne in Hilversum de lichamen van de slachtoffers vast te leggen. Het was een hete zomer en wij waren helemaal ingepakt in beschermende kleding en maskers om ons te beschermen tegen formaline dampen. Dat maakte het moeilijk."

Hoewel de slachtoffers die hij fotografeert vaak onderdeel van het nieuws zijn, was er nog nooit zoveel media-aandacht voor een zaak als de MH17-ramp. Dat de hele wereld meekeek over zijn schouder en die van zijn collega's maakte veel indruk op hem. Daarbij zaten er ook mensen in het neergestorte vliegtuig die hij kende. Maar ondanks dat het een heftige situatie was, kijkt de fotograaf met trots terug op deze dagen. Dat hij er was, en van betekenis kon zijn met zijn foto's, betekent veel voor hem.

Bekijk ook

Laatste stukje in de keten

Wat hij soms weleens jammer vindt, is dat hij lang niet altijd hoort wat de uitkomst is van een zaak, nadat hij de foto's heeft gemaakt. "Vaak lezen we in de krant dat een dader celstraf heeft gekregen. Zelf krijgen wij meestal geen terugkoppeling, mede doordat er veel tijd kan zitten tussen een misdrijf en de behandeling van een zaak. Toch zou ik dat wel fijn vinden, omdat dat het laatste stukje in de keten is. Dan voel je wat de waarde is van je werk, wat je betekend hebt voor de zaak."

Afronden is sowieso een belangrijk thema voor Peter, nu zijn pensioen voor de deur staat. Wat hij gaat doen weet hij nog niet. "Ik realiseer me ook wel dat het op een gegeven moment genoeg is geweest, ook hierna komt er wel weer iets moois op mijn pad."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Afgelopen maanden gingen zeker 3.000 azc-plekken toch niet door, vaak na protesten: 'Gemeenten komen zo tegenover inwoners te staan'

Afgelopen maanden gingen zeker 3.000 azc-plekken toch niet door, vaak na protesten: 'Gemeenten komen zo tegenover inwoners te staan'
Spandoek tegen de komst van een asielzoekerscentrum in Berlicum
Bron: ANP

Uit een inventarisatie van EenVandaag blijkt dat aanhoudende protesten er vaak toe leiden dat de geplande opvangplekken voor asielzoekers tijdelijk of definitief worden geschrapt.

Door deze aanhoudende en succesvolle protesten raakt het Centraal Opvang Asielzoekers (COA) steeds verder af van het doel van 96.000 opvangplekken. Dit zijn het aantal plekken dat de spreidingswet voorschrijft en moet voor 1 juli worden behaald.

Ophef om azc

In zeker veertien gemeenten, die samen goed zijn voor de opvang van bijna 3.000 vluchtelingen, is de afgelopen maanden een tijdelijke of definitieve streep gezet door de plannen voor een asielzoekerscentrum.

Deze inventarisatie is gedaan op basis van berichtgeving van de afgelopen maanden over opvang die geannuleerd is. Er is gekeken naar de protesten en de daaropvolgende reactie vanuit het gemeentebestuur.

Zoeken naar nieuwe opvanglocaties

Het werkelijke aantal kan nog hoger liggen, omdat ook veel gemeenten waar protest is geweest nog geen besluit hebben genomen. Zoals bijvoorbeeld in de gemeente Maashorst, waar een informatieavond over drie mogelijke opvanglocaties uit de hand liep. De avond werd beëindigd met charges van de mobiele eenheid.

De locatie in Maashorst moest in totaal 750 asielzoekers opvangen. Of dit plan kan worden doorgezet is nu nog maar de vraag. Uit de rondgang van EenVandaag blijkt dat er de komende weken op nog meer plekken wordt gesproken over nieuwe opvanglocaties.

Bekijk ook

Geen azc na protesten

In sommige gevallen zegt de gemeente zelf dat ze de beoogde locatie voor een azc annuleren vanwege de protesten. Dit was bijvoorbeeld het geval in de gemeente Sint Michelsgestel.

"Na de maatschappelijke en politieke onrust die is ontstaan in de gemeente, is de primaire inzet van het college gericht op nazorg en depolarisering", schrijft de gemeente op hun website.

'We zijn niet gezwicht'

In andere gevallen zijn er wel protesten geweest, maar ontkennen raadsleden daar aan toe te hebben gegeven. Zo kondigde de gemeente Hardenberg in maart aan te kijken naar zeven potentiële locaties voor een nieuwe opvang. Na dit bericht volgde er twee informatieavonden en een protest.

Daarna maakte de coalitie bekend de zoektocht naar een locatie te staken. Raadslid Simone Hof (Christenunie) zei toen tegenover RTV Oost: "We zijn niet gezwicht voor de druk van een luidruchtige groep tegenstanders." Zij wijst juist naar het wankelende beleid van asielminister Marjolein Faber. Ook blijkt dat stikstof besluitvorming in de weg zit, of als argument wordt gebruikt om een azc niet te gaan bouwen.

In deze gemeenten werd een asielopvang geannuleerd

Weinig draagvlak

Verschillende gemeenten geven na het schrappen van een locatie wel aan verder te zoeken naar een andere locatie. Dat moet ook volgens de spreidingswet. Toch hebben ze nog weinig tijd om dit voor 1 juli te regelen, omdat ze vaak al veel locaties in beeld hebben gehad.

In de gemeente Dinkelland is de beoogde locatie van de baan, maar zegt de gemeente wel verder te zoeken naar een andere locatie. CDA-raadslid Marc Smelink hoopt dat dat voor 1 juli nog lukt, maar merkt ook weinig draagvlak. Het helpt volgens hem niet mee dat Faber geen regie pakt op de spreidingswet.

Asielminister Faber moet regie pakken

Op vragen - die EenVandaag eerder aan de asielminister stelde - over de consequenties die het heeft als gemeenten geen opvang regelen, zegt Faber dat op 1 juli opnieuw te bekijken.

"Maar als de landelijke overheid geen regie pakt dan staan we als gemeente tegenover de inwoner, terwijl we daar juist naast willen staan", reageerde Smelink toen.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Een derde van 55-plussers vindt dat ze te groot wonen, maar zoektocht naar toekomstbestendig huis duurt vaak jaren

Een derde van 55-plussers vindt dat ze te groot wonen, maar zoektocht naar toekomstbestendig huis duurt vaak jaren
Bron: ANP

Een derde van 55-plussers vindt hun woning te groot voor wat ze nodig hebben. Veel van hen willen wel ruimte maken voor jonge huizenzoekers, maar doorstromen blijkt lastig: 30 procent zoekt al ruim 2 jaar naar een geschikte woning.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder bijna 30.000 leden van het Opiniepanel. Onder alle ondervraagde 55-plussers zoekt 15 procent op dit moment naar een toekomstbestendige woning, en wil nog eens 27 procent dat op termijn gaan doen. Onder de 55-plussers die op dit moment te groot wonen, is dat aandeel nog groter.

'Gezinnen kunnen ruimte beter gebruiken'

Een derde (33 procent) van alle 55-plussers in het onderzoek laat weten op dit moment meer woonruimte in gebruik te hebben dan nodig. Voor de meesten van hen gaat dat om een woning van 100 vierkante meter of groter. Sommigen willen graag naar een woning met minder trappen, minder tijd kwijt zijn aan de schoonmaak, of ruimte bieden aan jonge huizenzoekers.

"Ik ben alleenstaand in een eengezinswoning, het onderhoud wordt me een beetje te veel", vertelt een gepensioneerde deelnemer. "Er zijn gezinnen die de ruimte veel beter kunnen gebruiken."

Hoe denken jongeren en 55-plussers over de grootte van hun woning?

Jongeren komen ruimte tekort

Die opvatting kunnen veel jongeren beamen. Waar 55-plussers vaker woonoppervlakte over hebben, moet een vijfde (21 procent) van 18- tot en met 34-jarigen het doen met een woning die te klein is voor hun situatie. Van hen woont 40 procent momenteel in een woning van minder dan 50 vierkante meter.

"We willen eigenlijk kinderen, maar stellen dat al jaren uit omdat we geen geschikte woning kunnen vinden", laat een jongere in zo'n woning weten. "Ik ben bang dat het voor ons al te laat is tegen de tijd dat de woningmarkt weer hersteld is."

Zijn 55-plussers van plan te verhuizen naar een toekomstbestendige woning?

Zoektocht naar woning

Een flinke groep van 55-plussers met een te grote woning is best bereid om plaats te maken voor woningzoekende jongeren en daarbij ruimte in te leveren.

Een derde van hen (34 procent) is op dit moment al op zoek naar een woning die beter geschikt is om op latere leeftijd in te wonen. Nog eens 40 procent zou dat op termijn willen.

Minder woning, hogere huur

Toch is het voor een ruime meerderheid (85 procent) van de 55-plussers die nu op zoek zijn, lastig om iets te vinden. 30 procent geeft aan al minstens 2 jaar bezig te zijn met het vinden van de juiste woning. Zij zien weinig geschikte opties en lange wachttijden in de sociale huur, maar zouden er vaak ook financieel flink op achteruit gaan.

"Ik wil graag kleiner wonen, maar kan alleen een appartement krijgen van 1.500 euro", laat iemand weten. "Dan zou ik een tuin én ruimte inleveren voor ruim 500 euro per maand meer."

Hoe lang zijn 55-plussers al op zoek naar toekomstbestendige woning?

Niet iedereen wil verhuizen

Bovendien zou ongeveer een vijfde (21 procent) van 55-plussers ondanks een te grote woning helemaal niet willen verhuizen. Voor sommigen is hun woning al voldoende geschikt om ook later nog te kunnen wonen.

Anderen hebben daarvoor aanpassingen laten doen, zoals het plaatsen van een traplift of het bouwen van een badkamer op de begane verdieping om langer in hun huis te kunnen blijven.

Gehecht aan woning

Daarnaast spelen er, ook onder ouderen die hun huidige woning eigenlijk te groot vinden, sentimentele redenen mee om niet weg te willen.

Bijvoorbeeld omdat ze gehecht zijn aan hun huis of niet weg willen uit hun sociale omgeving. "Een fijne buurt en een riant huis, daar kan geen appartement tegenop", besluit een deelnemer.

Bekijk ook

info

Over dit onderzoek

Het onderzoek is gehouden van 14 maart tot en met 3 april 2025. Er deden in totaal 29.827 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee, onder wie 3.490 deelnemers van 55 jaar en ouder, die een woning voor latere leeftijd zoeken. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant