meer NPO start

Opvallen tijdens de vrijmarkt op Koningsdag: zo doe je dat

Opvallen tijdens de vrijmarkt op Koningsdag: zo doe je dat
Emma Groot en haar moeder tijdens de vrijmarkt vorig jaar in hun woonplaats Almere
Bron: eigen beeld

Komende week is het weer zover: door het hele land zullen mensen hun kleedjes en kramen weer inrichten voor de vrijmarkten op Koningsnacht en -dag. Maar hoe zorg je dat jij opvalt tussen al die andere verkopers? We zetten het voor je op een rijtje.

Op haar 10de stond Emma Groot (23) voor het eerst op de vrijmarkt, samen met haar moeder. Eerst in Lemmer, waar ze toen woonden, daarna in Almere waar ze naartoe verhuisden. Geen jaar sloegen ze over sindsdien, met uitzondering van de coronajaren.

Zorg voor een QR-code

"Ik hou van spulletjes, maar ik ben ook iemand die er na een tijdje weer vanaf wil. Daar is de vrijmarkt een ideale plek voor." Met inmiddels meer dan 10 jaar verkoopervaring op de vrijmarkt en op andere tweedehandsmarkten deelt Emma graag haar geheimen, want er zijn wel degelijk manieren om te zorgen dat je zoveel mogelijk spullen verkoopt. Daar is ze van overtuigd.

Zo is het tegenwoordig slim om te werken met een uitgeprinte QR-code, zodat mensen met hun smartphone kunnen betalen. "Mensen hebben tegenwoordig lang niet altijd cash op zak, ook niet als ze naar de markt gaan."

Genoeg contant geld

Aan de andere kant is het belangrijk dat je als verkoper wel altijd genoeg contant geld bij je hebt, zodat je wisselgeld hebt voor mensen die nog wél met munt- of briefgeld betalen, benadrukt Emma. Want die zijn er altijd.

"En het is slim om als iemand vraagt hoeveel iets kost net wat hoger in te zetten dan wat je voor je product wil hebben. In mijn ervaring bieden mensen meestal wat lager dan wat je voorstelt, dus dan krijg je alsnog het bedrag dat je voor je product wil hebben."

Bekijk ook

Kleding op een rek en op tijd komen

Naast spullen voor in huis verkopen Emma en haar moeder ook altijd kledingstukken die ze niet meer dragen. "Als je kleding verkoopt is het slim om dat op een rek te hangen, dan zien potentiële klanten het beter." Daarnaast raadt ze aan om een zeil mee te nemen, zodat je spullen droog blijven tijdens een flinke regenbui, iets wat zeker niet ondenkbaar is in april.

"En kom op tijd. Als je echt een goede plek wil, kun je het beste een paar uur van tevoren al aanwezig zijn. Vorig jaar waren mijn moeder en ik om 15.00 ter plaatse, terwijl de vrijmarkt - in Almere is die traditiegetrouw altijd de avond voor Koningsdag - om 17.00 begon."

info

Vrijmarkt op nummer één

Ongeveer drie op de tien mensen gaan op Koningsdag niets doen dat met de dag te maken heeft. Maar voor de mensen die het wél vieren, staat rondlopen op een vrijmarkt, samen met op televisie naar de koninklijke familie kijken, op nummer één. 20 procent zegt van plan te zijn om over een vrijmarkt te lopen en daar misschien iets te willen kopen. Dat blijkt uit onderzoek onder bijna 28.000 leden van het Opiniepanel.

Het is dit jaar niet zo dat meer mensen naar de vrijmarkt willen vanwege de hoge inflatie. Twee derde (64 procent) zegt dat ze ondanks de hoge prijzen niet meer of minder geneigd zijn iets te kopen of verkopen. 16 procent wil wel minder kopen door de hoge prijzen en 6 procent is juist meer geneigd iets te kopen of verkopen. Die willen door de inflatie op hun portemonnee letten en gebruiken de vrijmarkt echt voor koopjes of om geld te verdienen.

Eigen bedrijfje voor een dag

Emma heeft er in elk geval weer ontzettend veel zin in: "Voor een dag run je je eigen bedrijfje." In haar dagelijks leven werkt Emma als contentmanager bij een modebedrijf en in haar vrije tijd geeft ze via Instagram en TikTok tips aan jongeren over goed met geld omgaan.

Of het in financieel opzicht zin heeft om je spullen te verkopen op de vrijmarkt? "Het verschilt per jaar. Toen ik nog in Lemmer woonde verdiende ik zo'n 100 tot 150 euro, maar vorig jaar in Almere stond de teller einde dag op 300 euro."

Van tevoren een doel bedenken

"Dat was wel een bijzonder jaar, omdat het de eerste keer was na corona en ook nog eens lekker weer. Het was daardoor hartstikke druk in de stad."

Het grootste deel van wat ze verdient zet Emma apart, daarmee lost ze dan bijvoorbeeld wat extra's af op haar hypotheek. "Eigenlijk probeer ik van tevoren altijd een doel te bedenken voor het geld dat ik ga verdienen."

Emma Groot op de vrijmarkt vorig jaar
Bron: eigen beeld
Emma Groot op de vrijmarkt in haar woonplaats Almere vorig jaar

Tips van professional

Emma vertelt uit ervaring, maar voor Roosmarijn Jonker is zorgen dat een product zo goed mogelijk onder de aandacht komt haar dagelijkse werk. Zij is art director bij Beekwilder, een bedrijf dat 'organisatie ondersteunt op het gebied van productpresentaties en sfeerondersteuning', zoals ze dat zelf omschrijven.

Hoewel ze zich normaal gesproken dus richt op professionele verkopers, kunnen ook mensen die af en toe een marktkraam huren of een kleedje neerleggen iets aan haar adviezen hebben.

Kaderen en hoogteverschillen

Kaderen is het toverwoord, vertelt ze. "Stel je hebt een item dat net wat bijzonderder is dan de rest van je spullen, dan is het leuk om dat onder de aandacht te brengen. Door het in een mooi opvallend doosje te doen, of door het wat hoger te plaatsen dan de rest."

"Met verschillende hoogtes werken, zoals we dat noemen, is sowieso een goed idee. Dat betekent dat je niet alles direct op de grond zet en legt, maar dat je verschillende kleine podia creëert, bijvoorbeeld met (schoenen)dozen." Vooral voor de wat kleinere producten raadt Roosmarijn aan om ze wat hoger te plaatsen, zodat mensen ze beter zien.

Bekijk ook

Netjes en met communicatie aan de gang

Wat Roosmarijn en haar collega's ook aanraden aan klanten die hun etalage of een ander deel van hun winkel aantrekkelijk willen inrichten, is spelen met de compositie van hun verschillende producten. "Werken met een piramidevorm en leuke doorkijkjes bijvoorbeeld, dat kan ook in je kraam of op je kleedje."

Iets anders waarmee je je kunt onderscheiden is kleurgebruik, vertelt Roosmarijn. "Gebruik kleuren die elkaar versterken, die het liefst lijnrecht tegenover elkaar staan. Stel, je hebt een rood artikel en een groen artikel, zet die dan naast elkaar, dan vallen ze meer op." Ze verwijst naar de 'kleurencirkel', die online makkelijk te vinden is en waar ze zelf veel gebruik van maakt in haar werk.

Schoon stoepje

Wat ze verder nog kan adviseren? "Houd je kraam of kleed een beetje netjes. Zorg dat het stoepje schoon is, dat er geen rondzwervend vuil ligt."

"Daarnaast kun je beter wat minder neerleggen en aanvullen op het moment dat je iets verkocht hebt, dan ziet het er wat overzichtelijker uit. En een laatste tip: ga met communicatie aan de gang, maak van karton een bordje met daarop een actie, of andere leuke tekst."

Tweedehands in trek

Verkopers op de vrijmarkt hebben de trend in elk geval mee, ziet Roosmarijn. "Tweedehands en vintage spullen zijn mega in trek, dat zie je aan de grote hoeveelheid tweedehandswinkels en -markten. Het is hip en we zijn ons er steeds meer van bewust dat we echt niet alles nieuw hoeven te kopen."

Heb jij nog een mooi paar schoenen of een bijzonder tasje van je oma in de kast, dan raadt ze ook zeker aan om ze mee te nemen naar de vrijmarkt. "Wie weet wat je ervoor krijgt."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

In gesprek gaan over het oorlogsverleden van je familie: waarom dat moeilijk is en hoe je daar hulp bij kunt krijgen

In gesprek gaan over het oorlogsverleden van je familie: waarom dat moeilijk is en hoe je daar hulp bij kunt krijgen
Bron: ANP

Op 4 mei herdenken we oorlogsslachtoffers. Ook komen pijnlijke erfenissen van oorlog naar boven. Hoewel de Tweede Wereldoorlog 80 jaar geleden eindigde, werkt de nasleep in veel families nog altijd door. Maar daarover praten, kan moeilijk zijn.

Begin 2025 werden historische dossiers openbaar over mensen die na de Tweede Wereldoorlog werden verdacht van collaboratie. Sindsdien krijgt EenVandaag berichten van mensen die worstelen met het oorlogsverleden van hun familie. Een verleden dat soms beladen is door stilte en schaamte, en dat generaties lang kan doorwerken.

Oorlog werkt door in volgende generaties

"Je kan oorlog zien als een serie schokkende gebeurtenissen in een context zonder ruimte om daarvan te herstellen. Het is zo heftig om mee te maken dat mensen het de rest van hun leven meedragen en vaak doorgeven aan volgende generaties", vertelt psycholoog Anne Marthe van der Bles.

Van der Bles houdt zich bij ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum bezig met de psychosociale impact van oorlog, vervolging en geweld.

In de opvoeding

"Oorlogservaringen kunnen doorwerken in families op een manier die niet meteen problematisch hoeft te zijn. Zo leren mensen die de Hongerwinter meemaakten hun kinderen soms om zuinig te zijn met eten", vertelt Van der Bles verder.

"Maar oorlogservaringen kunnen ook negatieve sporen nalaten in de opvoeding. Ouders met trauma's zijn vaak minder emotioneel beschikbaar voor hun kinderen. Ik hoor van mijn behandelende collega-psychologen bijvoorbeeld dat Holocaustoverlevenden emotioneel vlak kunnen zijn. Niks is voor hen meer zo erg als dat wat ze hebben meegemaakt. Dus als een kind dan bijvoorbeeld een knie stoot, kunnen ze niet meer invoelen dat dat voor het kind erg is."

Bekijk ook

'Mijn ouders hebben het al zo zwaar, ik moet niet teveel zijn'

"Kinderen van oorlogsgetroffenen gaan soms zorgen voor hun ouders, vanuit het idee: er moet geen aandacht naar mij uit gaan, want mijn ouders hebben het al zo zwaar. Ik moet vooral niet teveel zijn."

"Het lastige is alleen dat een kind zelf niet doorheeft dat het zich zo gedraagt, en waar dat vandaan komt. Vaak komen kinderen in de naoorlogse generatie er pas later in hun leven achter dat hun gedrag in relatie tot de ouders gevormd is door het oorlogsverleden waar de ouders mee worstelden."

Identiteit: wie ben ik in relatie tot mijn ouders?

"Niet iedereen uit de naoorlogse generatie krijgt psychische klachten, maar veel mensen uit de naoorlogse generatie worstelen met vragen over hun identiteit: wie ben ik in relatie tot mijn ouders? Het verschilt dan per persoon of en in hoeverre die identiteitsvragen leiden tot bijvoorbeeld angst, depressieve gevoelens of psychosomatische klachten."

"Het is daarbij ook belangrijk om te beseffen dat het best een diverse groep is die last kan krijgen van het oorlogsverleden van de ouders", gaat de psycholoog verder. "Het gaat om mensen die zelf kind waren in de oorlog en daar ervaringen hebben, maar ook om wie decennia later is geboren en zich op een andere manier tot dat verleden moest verhouden."

Bekijk ook

'Fout zijn'

Onlangs onderzocht Van der Bles samen met collega-psychologen en historici hoe een familiegeschiedenis van collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog doorwerkt op kinderen en kleinkinderen van (vermeende) collaborateurs. Zij hielden interviews, en namen vragenlijsten af bij een panel van bijna 6.000 Nederlanders.

"Het grote verschil in hoe oorlog bij hen doorwerkt: het gaat om mensen die 'fout' waren of zo werden gezien. Een kind is niet verantwoordelijk voor de daden van de ouders, maar worstelt wel met het gevoel zelf ook 'fout' te zijn. Hoe verhoudt je je tot je ouders als zij dingen hebben gedaan waar jij moreel niet achter kunt staan?"

Verzwegen familiegeschiedenis en angst om veroordeeld te worden

"In gezinnen werd vaak gezwegen over de collaboratiegeschiedenis. Kinderen groeien dan op mét de ervaring van emoties - angst, boosheid of stress - maar zónder kader om te verklaren waar die emoties vandaan komen. Een kind internaliseert dan de gedachte: het zal wel aan mij liggen, er is iets mis met mij. En draagt dat gevoel met zich mee."

Je ziet ook dat veel kinderen van collaborateurs - zodra ze hun familiegeschiedenis weten - een angst houden om veroordeeld of buitengesloten te worden, vertelt Van der Bles. "Die angst is niet geheel onterecht, want in onderzoek zagen we dat 18 procent van de deelnemers zich niet prettig voelt bij het idee dat mensen in publieke functies, zoals politici of burgemeesters, het kind van een collaborateur zouden zijn. Dat is een minderheid, maar wel een met een sterk oordeel."

Meer begrip voor ingewikkelde last

Toch is er in de maatschappij meer begrip gekomen voor de ingewikkelde last die kinderen van collaborateurs ervaren. "Wij zijn al jarenlang welkom bij de Nationale Dodenherdenking", vertelt bestuurslid Hulpverlening bij de Stichting Werkgroep Herkenning José van de Kerkhof. Die stichting zet zich in voor nakomelingen van personen die verdacht werden van collaboratie met de bezetter.

"Er zijn mensen die niet aan ons gelieerd willen zijn, want dan erkennen ze dat ze deel uitmaken van die groep", vertelt Van de Kerkhof. "Het opengaan van de archieven heeft ook tot veel onrust geleid: oude pijn en ervaringen komen naar boven. Toch komen er sinds die opening wel veel verhalen naar buiten en is er meer aandacht."

info

Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR)

Sinds januari 2025 kunnen dossiers van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) worden bekeken in de studiezaal van het Nationaal Archief. De digitale openbaarheid van archief is voorlopig uitgesteld, na dwingend advies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).

"Als stichting zijn wij van mening dat openbaarheid goed is", zegt Van de Kerkhof hierover, "want het archief geeft inzicht in de geschiedenis en naoorlogse rechtspraak. Wel zetten wij ons in voor zorgvuldigheid in het digitaal beschikbaar maken van informatie: zonder enige bescherming en voorwaarden is dat verre van wenselijk."

Dubbel gevoel

Tegelijkertijd blijft er een dubbel gevoel, zeggen Van de Kerkhof en Van der Bles. Hoe kan het praten over de last die kinderen van (vermeende) collaborateurs ervaren, samengaan met het herdenken van de slachtoffers in de oorlog en met het verdriet van hún kinderen?

"Sommige kinderen van collaborateurs voelen die spanning zeker", zegt Van der Bles. "Ze vragen zich af: heb ik wel recht op hulp, want het zou eigenlijk moeten gaan om de slachtoffers en hun kinderen. Maar leed vergelijken, helpt niet. Op een maatschappelijke dag als 4 mei is dat ingewikkeld, maar psychologisch gezien kun je ieder mens als individu benaderen en aandacht geven aan diens pijn zonder die steeds af te zetten tegen het leed van anderen."

Leed niet vergelijken, maar dialoog aangaan

"De nabestaanden van onder meer Joodse mensen hebben ontzettend veel pijn, en dat is heel evident", zegt Van de Kerkhof hierover. "En ook de nabestaanden van mensen die in het verzet zaten, kunnen een grote psychologische last ervaren. Je kunt en mag leed niet vergelijken maar je kunt wel naar elkaar luisteren en elkaar zien."

"Juist daarom proberen we een dialoog te starten in de samenleving", gaat ze verder. "Zo organiseerden we in het najaar een symposium, waar naast wijzelf ook mensen uit de Joodse gemeenschap en mensen met een familiegeschiedenis in het verzet aanwezig waren. We stoken de hand uit naar elkaar."

info

Wie herdenken we op 4 mei?

De Nationale Dodenherdenking is zowel een aanjager van discussies, als onderhevig aan discussie over wie herdacht moet worden en welke verhalen verteld moeten worden. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft de taak om hier richting aan te geven.

Volgens de officiële tekst herdenken wij 'tijdens de Nationale Herdenking alle burgers en militairen die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord; zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog en de koloniale oorlog in Indonesië, als in oorlogssituaties en bij vredesoperaties daarna.'

Praten zet dingen in beweging

"Praten over het oorlogsverleden kan spannend zijn, zeker binnen de familie", zegt Van der Bles. "Toch raden we het vanuit ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum sterk aan. Er is zoveel gezwegen: praten zet iets in beweging."

Algemene tips zijn er niet, want elke familiegeschiedenis is anders. "Maar luisteren zonder oordeel is altijd belangrijk", zegt ze. "We zien ook dat kleinkinderen het gesprek vaak makkelijker openen. De afstand helpt: het is toch anders als je opa 'fout' was dan je vader. Zij voelen meer ruimte om nieuwsgierig te vragen: wie staat er op deze foto? Of: wat weet u over dat NSB-verleden?"

Hulplijnen

Lukt praten met familie niet meteen, dan zijn er verschillende plekken waar je terechtkunt, zegt Van der Bles. "De Luisterlijn is 24/7 bereikbaar. Het Contactpunt Naoorlogse Generaties kent de historische context goed. En bij de Stichting Werkgroep Herkenning zit veel ervaringsdeskundigheid."

Van de Kerkhof van die stichting: "Mensen kunnen bij ons terecht met algemene vragen, wij bieden een luisterend oor. Over je gevoelens en ervaringen praten helpt. Als kinderen van collaborateurs advies zoeken hoe ze met hun ouders kunnen praten, dan vraag ik bijvoorbeeld of ze al precies weten wat er destijds gebeurd is. We geven ook altijd het advies het dossier te lezen, zodat je zo min mogelijk verrast wordt."

Bekijk ook

Doorverwijzen en gespreksgroepen

"Wij kunnen geen therapeutische behandeling bieden, maar als in het telefoongesprek blijkt dat je meer hulp zoekt, kunnen we je verwijzen naar de juiste plekken", gaat Van de Kerkhof verder. Bij behoefte aan meer zorg en hulp, kan dit ook besproken worden met de huisarts.

Ook organiseert de stichting gespreksgroepen en contactmiddagen. "Daar is steeds meer behoefte aan. Vaak kunnen kinderen moeilijk praten met ouders die collaboreerden of daarvan verdacht werden. Families vallen ook uit elkaar: de een wil het er wel over hebben, de ander niet. Dan is het fijn om je schaamte, schuld en andere gevoelens te kunnen delen met andere lotgenoten. Dan krijg je herkenning in elkaar."

Waarom het zwijgen doorbreken

"Ik hoor dat mensen het onwijs spannend vinden om te praten over het oorlogsverleden met familie, maar weet ook dat veel mensen die het tóch hebben gedaan daar heel blij mee zijn", zegt Van der Bles. "Zij zeggen dat het veel rust geeft om de feiten te kennen, dat het puzzelstukjes op zijn plek kan laten vallen."

Van de Kerkhof: "Kinderen van collaborateurs vinden het heel erg als er in de familie nooit over gesproken is, en ze er dan pas na overlijden van de ouders achterkomen wat er is gebeurd. Dan blijf je met vragen achter, die je niet meer kunt stellen. Als je dus nu al met vragen zit, kan het toch fijn zijn om daar antwoorden op te zoeken."

Dichter bij elkaar komen

"Wat je soms ook ziet gebeuren, en wat je ook hoopt, is dat mensen dichter bij elkaar komen", zegt Van der Bles tot slot.

"Dat ze begrijpen waarom dingen zo gelopen zijn, waar bepaalde houdingen of gedrag vandaan komen. En op een groter maatschappelijk niveau: dat we lessen kunnen leren uit het samen praten over verschillende ervaringen met de oorlog."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant