Wereldwijd groeien 149 miljoen kinderen op in oorlog. Vaak wordt er na de oorlog niet over trauma's gepraat. 75 jaar na de Tweede Wereldoorlog vraagt War Child daar aandacht voor de met de campagne 'Doorbreek het zwijgen'.
In de campagne helpen oorlogskinderen van toen de oorlogskinderen van nu. Musicus en cabaretier Diederik van Vleuten was zo'n oorlogskind. Hij groeide op in een gezin waarin de Tweede Wereldoorlog werd verzwegen. "Uit angst, woede of schaamte of met het idee om ons, de kinderen, juist te beschermen. Een jeugd zoals ik heb meegemaakt gun ik niemand. Ik werk mee aan de campagne om anderen te helpen, omdat het nu nog steeds gebeurt", legt Van Vleuten uit.
149 miljoen kinderen
Ook oud-politicus en schrijver Jan Terlouw draagt een steentje bij. Terlouw maakte als 13-jarige zelf de Tweede Wereldoorlog mee. Zijn vader werd meerdere keren opgepakt en hij wist niet of hij hem ooit zal terugzien.
"Voor mij is dat inmiddels 75 jaar geleden. Al 75 jaar leven wij in Nederland in vrede en vrijheid, al is die door het coronavirus wel weer iets veranderd. Maar 149 miljoen kinderen wereldwijd zitten op dit moment middenin een oorlogssituatie. Het is heel belangrijk om deze kinderen te helpen."
Kinderen zijn veerkrachtig
Helpen kun je tijdens een oorlog, maar vooral ook in de jaren erna. Ernst Suur, al 17 jaar werkzaam bij War Child, werkt jarenlang als hulpverlener in Kosovo, Sierra Leone, Oeganda en Soedan met door oorlog getroffen kinderen.
"Kinderen die een oorlog meemaken zijn veerkrachtig als je hen ondersteunt om zich sociaal en emotioneel weer 'veilig' te voelen. Zodat ze in staat zijn hun vaak vreselijke ervaringen een plek te geven", zegt Ernst.
Trauma's generaties lang doorgeven
Ernst ziet in Afrika hoe schadelijk het 'oorverdovend zwijgen' over oorlogservaringen is. "Omdat de oorlog en het trauma er niet mee weggaat, maar juist groter wordt. Door de verhalen van kinderen die na de Tweede Wereldoorlog opgroeiden met ouders die niet konden praten over wat hen was aangedaan weten we dat trauma's generatie op generatie kunnen worden doorgegeven."
"Wat na de oorlog veel kinderen in Nederland overkwam, gebeurt nu met miljoenen kinderen in oorlogsgebieden. We moeten deze cirkel doorbreken. De onzichtbare littekens en wonden moeten we aandacht geven. Als je mensen helpt om het zwijgen te doorbreken dan zie je dat ze weer bij het kind-zijn kunnen", zegt Ernst.
Lees ook
Strijd in je hoofd
De 26-jarige Nilab Yonousi is zo iemand met onzichtbare littekens. 20 jaar geleden vluchtte zij met haar moeder en paar maanden oude broertje uit Afghanistan. Ze kwamen terecht in Nederland en bouwden daar een toekomst op. Over de oorlog werd niet gesproken. Waarom ze zijn gevlucht weet Nilab daarom nu nog niet. "Ik durf het niet aan mijn moeder te vragen. Het ligt allemaal zo gevoelig en ik wil haar geen pijn doen."
"Ik weet dat ze het me wel gaat vertellen als ik het haar zou vragen, maar dan ben ik bang dat ze na het gesprek de hele nacht wakker ligt. En dat wil ik haar niet aandoen. Als ik alleen al naar de ogen van mijn moeder kijk, voel ik haar pijn. Je denkt dat de oorlog voorbij is, maar dan blijkt er nog een hele strijd gevoerd te moeten worden. In je hoofd", vertelt Nilab.
Reizen naar oorlogsgebied
Andere bekende Nederlanders die meewerken aan de War Child-campagne zijn Adriaan van Dis, Philip Freriks, Jeroen Krabbé, Hedy d'Ancona en Hanneke Groenteman. De laatste twee, zelf ook oorlogskinderen, reisden naar Afrika waar ze kinderen met een recent oorlogsverleden hebben ontmoet.
"We merken dat het heel belangrijk is voor kinderen dat ze erachter komen dat ze niet de enige zijn met verschrikkelijke herinneringen. En dat het mogelijk is om een leven op te bouwen ondanks alle trauma's", vertelt Ernst over deze reis.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.