Minister Donner van Binnenlandse Zaken heeft bijzonder slecht werk geleverd met zijn onderzoek naar het afluisteren van voicemails van ministers en staatssecretarissen.

Dat stelt Ronald van Raak (SP) in EenVandaag. Donner heeft zijn onderzoek naar het afluisteren van de Vodafone voicemails bij de overheid net af. Na het schandaal, waarbij EenVandaag moeiteloos voicemails van onder andere staatssecretarissen en ministers kon afluisteren, kondigde Donner aan dit tot op de bodem uit te zullen zoeken. Donner concludeert nu dat er “geen aanleiding is om nader te onderzoeken of de staatsveiligheid in het geding is geweest.” Ronald van Raak (SP) is verbijsterd over de conclusie van de minister van Binnenlandse Zaken: “Donner zegt; de staatsveiligheid is niet in gevaar geweest, dus er hoeft helemaal geen onderzoek te komen. Maar dan wil ik wel weten hoe hij dat weet. Hij heeft een brief naar de kamer gestuurd maar daar kan ik het niet uit opmaken. Je moet eerst onderzoeken of de staatsveiligheid in gevaar is geweest, dan moet je weten wie er heeft afgeluisterd en wat voor soort informatie er naar buiten is gebracht. Dan pas weten we of de staatsveiligheid in gevaar is geweest of niet. Donner moet het niet in doofpot stoppen. Donner moet het onderzoeken.”

Onjuistheden in brief Donner

Minister Donner stelt verder dat uit zijn onderzoek is gebleken dat van slechts twee bewindslieden de voicemail is afgeluisterd. Dit is aantoonbaar onjuist, aldus de betrokken programmamakers van EenVandaag. Er is van meer dan twee bewindslieden de voicemail afgeluisterd met de standaardcode 3333. Van Raak wil dat Donner opnieuw onderzoek doet maar is sceptisch: “Donner wil geen verder onderzoek, terwijl er gewoon pertinente onjuistheden instaan. Er zijn veel meer mensen afgeluisterd. En ik moet weten als kamerlid of er ook geheime informatie is afgeluisterd, over politieke onderhandelingen en dergelijke. Ik vind het heel vreemd dat de minister daartoe niet bereid is.”

Nieuw onderzoek naar afluisteren voicemails

Het ministerie van Binnenlandse Zaken laat weten dat voor het onderzoek de gegevens van ruim honderdduizend abonnees die onder het contract van de rijksoverheid vallen, zijn opgevraagd. Daaruit bleek dat er gedurende vier maanden, tweehonderdvijftig keer op afstand een voicemail was beluisterd. Het ging hierbij om de voicemails van honderdzevenenveertig verschillende telefoonnummers. Deze zijn vergeleken met die van de bewindspersonen waarbij de nummers van staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Henk Bleeker en van minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal naar voren kwamen. Tijdens het onderzoek zijn geen voicemails beluisterd. Waar de conclusie vandaan komt dat de staatsveiligheid niet in het geding is geweest valt niet te rijmen met het feit dat er geen berichten zijn beluisterd, aldus EenVandaag. Van Raak (SP) vindt het onderzoek zo slecht dat hij een nieuw en degelijk onderzoek eist. Hij zal de minister daarop aanspreken

EenVandaag niet betrokken in onderzoek

De redactie van EenVandaag is verder op geen enkele manier benaderd vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken of andere partijen om openheid van zaken te geven over wie er afgeluisterd is en wat daaruit naar voren gekomen is.

REACTIE MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Eén van de diensten die bij mobiele telefonie hoort, is de mogelijkheid om op afstand vanaf een willekeurige telefoon de voicemail van de eigen mobiele telefoon te beluisteren. Om misbruik te voorkomen is dit afluisteren beveiligd met een pincode. Bij Vodafone is deze pincode standaard ingesteld op 3333. De gebruiker kan deze pincode zelf met zijn mobiele telefoon wijzigen in een eigen pincode.

Vodafone had sinds 2007 voor grootzakelijke klanten de mogelijkheid afgeschermd om met deze standaard ingestelde pincode via een willekeurige andere telefoon voicemailberichten op afstand af te luisteren. Echter door een fout bij Vodafone is het sinds november 2010 mogelijk geworden om deze standaard pincode daarvoor wel te gebruiken en is het misbruik dat door Een Vandaag is aangetoond, mogelijk geworden. Vodafone was niet op de hoogte van deze fout totdat Een Vandaag dit publiekelijk maakte. Ook de overheid was van deze fout niet op de hoogte.

Het ministerie van BZK heeft naar aanleiding van de EenVandaag uitzending op 23 maart 1011 onderzocht in hoeverre misbruik is gemaakt van de tijdelijke kwetsbaarheden in het voicemailsysteem van Vodafone.

Voor het onderzoek heeft BZK bij Vodafone de gegevens opgevraagd van de abonnees die onder het contract vallen van de rijksoverheid met Vodafone (meer dan 100.000) en van wie de voicemailboxen op afstand zijn beluisterd. De opgevraagde verkeersgegevens beslaan de periode vanaf 1 december 2010 tot de uitzending van EenVandaag. Het bleek om een zeer beperkt gebruik van deze voorziening te gaan voor een zeer beperkt aantal telefoonnummers (minder dan 0,2%). Of voor dit beluisteren van de voicemailboxen de standaard pincode of een persoonlijke is gebruikt kon niet worden vastgesteld, omdat deze informatie niet wordt geregistreerd. Het gaat zowel om legitiem gebruik van deze voorziening als om mogelijk misbruik. Vervolgens is onderzocht of de zakelijke nummers van bewindslieden en topambtenaren op deze lijst voorkwamen.

Geconstateerd is dat van twee ministers de voicemail op de zakelijke mobiele telefoon door derden is beluisterd. De inhoud van de voicemailberichten wordt door Vodafone niet bewaard en is ons dus onbekend. Omdat er geen concrete aanwijzingen waren, dat de staatsveiligheid in het geding zou kunnen zijn geweest, is geen nader onderzoek verricht.

Voor het bellen over staatsgeheimen beschikken de bewindslieden over beveiligde toestellen.

Het Onderzoek heeft zich gericht op de zakelijke abonnementen bij Vodafone onder het contract van OT2010 en niet op abonnementen bij andere providers of privé abonnementen.

Download

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.