Ouders van kinderen met een beperking staan voor een enorme uitdaging. Door een tekort aan personeel en een beperkt aantal woonplekken is het bijna onmogelijk om een geschikt onderkomen te vinden voor hun kind. "Dan doen we het zelf wel."

"We wilden de reguliere zorg anders", zegt Colette Evers. Haar dochter Noor heeft een verstandelijke beperking. Colette wilde maar wat graag een goede plek voor haar vinden, als ze uit huis zou gaan.

'We doen het zelf wel'

Maar dat bleek bepaald niet makkelijk, vertelt de moeder. "Een zorginstelling kan opeens zeggen: 'Deze locatie verdwijnt, je gaat naar een ander huis met een andere samenstelling.' Of er is geen geld voor voldoende zorg", legt ze uit. "Dus toen dacht ik: nou dan doen we het zelf wel."

Ze sloeg de handen ineen met ouders van twaalf andere jongvolwassenen met een verstandelijke of meervoudige beperking. 8 jaar geleden ging de groep ouders voor het eerst rond de tafel zitten om hun plannen te bespreken. "Veel van ons hadden slechte ervaringen met de reguliere zorg", vertelt Colette.

Zelf de regie houden

"We merkten bijvoorbeeld bij de weekendopvang dat de grote zorginstanties zelf de regie willen houden, zonder te praten met de ouders. Dat voelde niet goed", vertelt Gert Klein Kranenbarg. Ook zijn dochter Marit woont in het huis. "We kenden de ouders en de kinderen al heel lang. Vonden het geweldig dat de kinderen bij elkaar konden blijven wonen. Daarbij vonden we het belangrijk zelf de regie te kunnen houden over hoe de zorg wordt ingericht."

Colette: "Dat zelf doen is natuurlijk een heel proces. Je hebt een idee en je weet hoe je het zou willen, maar dat is dan nog niet zomaar gerealiseerd. Het gaat om de kinderen, maar die groep ouders is in de fase van realisatie net zo belangrijk. Dat je op een lijn zit en het samen doet. Daar valt of staat het bij", vertelt Colette.

Dan doen we het zelf maar, dachten deze ouders, die zelf een woonplek realiseerden voor hun kinderen met een verstandelijke beperking

Bekijk ook

Lang traject

De groep richtte in 2017 een stichting op. Ze vonden een oud huis in het centrum van Wijchen. "Maar ja, hoe krijg je dat geld bij elkaar? Dat was nog wel een ding", zegt Colette. "Via private investeerders, mensen met een groot hart die de doelgroep en de kinderen kennen, hebben we het kunnen kopen", vertelt ze.

"Je hebt om je heen een omgeving nodig die je support geeft", vult Gert aan. "Gemeenten, mensen in de buurt. De eigenaren van dit perceel, die 1,5 jaar lang op hun geld moesten wachten, gaven ons het gevoel: we gaan dit doen. Hoe moeilijk het financieel ook was, we zijn met niks begonnen."

Geen instelling maar een thuis

Inmiddels is het huis af en wonen de jongeren er zo'n 2 maanden. "Het klinkt als een cliché, maar het is een droom die uitkomt", zegt Gert trots. "We wilden geen instelling, we willen dat onze kinderen zich thuis voelen en ik kan wel zeggen dat dat gelukt is."

De mate van zorg die de jongvolwassenen nodig hebben, verschilt. "Sommigen hebben meer zorg nodig dan anderen. Bij sommige ouders zie je dat er nu een zorg minder is en ze een heel ander leven krijgen", vertelt Gert. Vooral naar de toekomt toe is het voor hem een enorme geruststelling dat zijn dochter een fijne plek heeft.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.