Veel mensen weten een kleine maand voor de Tweede Kamerverkiezingen niet op wie ze gaan stemmen. "Dat is eigenlijk een luxeprobleem", zegt politicoloog Roderik Rekker. Volgens de expert weet zo'n 20 procent zeker welk bolletje ze rood gaan inkleuren.

Weet jij al op wie je je stem gaat uitbrengen op 22 november bij de Tweede Kamerverkiezingen? Grote kans dat het antwoord 'nee' is. Je bent dan een zogenoemde zwevende kiezer. En die groep is de afgelopen decennia flink gegroeid.

Keuze uit veel partijen

"25 jaar geleden zag je nog dat rond deze tijd, dus een maand voor de verkiezingen, ruim de helft van de kiezers al gewoon wist waar ze op gingen stemmen", vertelt politicoloog Rekker. "Nu lijkt het erop dat ongeveer maar 20 procent weet op wie ze gaan stemmen."

Daar zijn een aantal redenen voor. Ten eerste zijn er veel partijen om uit te kiezen: in totaal staan er 26 partijen op de kieslijst. "En er zijn dus meer partijen waar kiezers het mee eens zijn. Dat is eigenlijk een luxeprobleem. Waar er vroeger gewoon één partij was die bij je standpunten paste, zijn dat er nu vaak wel drie, vier of vijf."

De zin en de onzin over de zwevende kiezer uitgelegd

Komst van BBB en NSC

Normaal gesproken twijfelen kiezers vooral tussen partijen binnen hun eigen stroming. Dus rechtse kiezers twijfelen tussen rechtse partijen en linkse kiezers tussen linkse partijen. Maar daar ziet de Rekker bij deze verkiezingen iets in veranderen.

"Wat interessant is, is dat er nu nieuwe partijen zijn zoals BBB en NSC (de partij van Pieter Omtzigt, red.), die linkse en rechtse kiezers aanspreken. En soms ook radicaal-rechtse kiezers, waardoor die traditionele logica over dat mensen twijfelen tussen partijen die op elkaar lijken, minder geldt."

'Zweven is positief'

Een zwevende kiezer heeft misschien het imago van besluiteloos zijn, maar het is helemaal niet erg om nu nog te twijfelen, zegt Rekker. "Het feit dat kiezers twijfelen tussen meerdere partijen, betekent dat ze gretig zijn en dat ze een kritische keuze maken. En dat is op zich iets heel positiefs."

"70 jaar geleden zag je vaak dat verkiezingen een soort volkstellingen waren. Kiezers stemden altijd op dezelfde partij, ongeacht wat er gebeurde", vertelt hij. "En dat lijkt me eigenlijk helemaal niet zo wenselijk. Want je wil dat kiezers echt een keuze maken en partijen ook afrekenen als ze het ergens niet mee eens zijn."

Bekijk ook

Laatste fase van campagne

Uiteindelijk moeten kiezers op 22 november toch een keuze maken. "Psychologisch zie je dan vaak dat mensen een aantal partijen overwegen die dicht bij hun standpunten liggen", weet Rekker.

Maar in de laatste fase van de campagne gaan bij veel kiezers ook andere factoren een rol spelen, vervolgt de politicoloog. Daarbij moet je volgens hem bijvoorbeeld denken aan strategische overwegingen die dan doorslaggevend kunnen zijn voor iemand. "Zoals wie de grootste kan worden, maar ook welke leiders het goed doen in de debatten."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.