Mezak Bekarbessy (91), een Molukse oorlogsveteraan, is eregast tijdens het militair defilé op Nationale Veteranendag. Dat is opmerkelijk, want 68 jaar na opheffing van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger is het morgen voor het eerst dat de Molukse KNIL-militaren er bij zijn. Voor de Molukse gemeenschap betekent het eerherstel. Het ministerie van Defensie heeft spijt dat het zo lang heeft moeten duren.
Mezak krijgt voorafgaand aan de plechtigheden in de Ridderzaal en op het binnenhof een officieel ontvangst bij premier Mark Rutte in het Torentje. Zijn dochter Orpa is trots. “Het is belangrijk. Ook voor de veteranen die er niet meer zijn. Dat mijn vader bij het defilé mag zijn vind ik heel bijzonder.”
Als jullie kunnen vluchten, doe het dan
Mezak woont al jaren in Elst, bij Nijmegen. Met zijn zachte stem vertelt hij zijn heftige levensverhaal. Als Bakarbessy 15 jaar oud is vallen de Japanners het toenmalig Nederland-Indië binnen. De vader van Bakarbessy wordt gevangen genomen omdat hij als onderofficier dient bij het Koninklijk Nederlands Indisch Leger. De militair wordt samen met twee zoons gevangen genomen.
In de gevangenis roept vader Bakarbessy zijn zoons bij zich. “Als jullie de kans hebben om te vluchten, doe het dan.” Als de Japanners de celdeur vergeten te sluiten vluchten de twee zoons. De gevolgen zijn verschrikkelijk. Als vergelding wordt hun vader onthoofd.
Koninklijk Nederlands Indisch Leger
Na de Japanse capitulatie neemt zoon Mezak dienst in het KNIL, net als z’n vader. Onder luitenant Raymond Westerling dient hij bij het KNIL tot 1951. Na de Japanse capitulatie wil hij terug naar zijn dorp, maar de Nederlandse staat beslist anders: alle militairen krijgen orders om in te schepen en naar Nederland te komen.
Bij aankomst in Nederland krijgt Mezak te horen dat hij -net als alle KNIL-militairen op het schip- ontslagen is. “Ik kreeg een brief en daarin stond dat ik geen militair meer was. Het kamp waarin we verbleven werd omsingeld door drie pantserwagens. Ik zei: wat heb ik gedaan? Is het niet genoeg dat ik voor Nederland heb gevochten? Ik was boos en verscheurde de foto van koningin Juliana.”
Treinkaping de Punt
De pijn van Mezak Bakarbessy is de pijn van veel Molukse kinderen. Leo Reawaruw (58) is ook zo’n kind. Vijf jaar geleden start Reawaruw een lobby die uiteindelijk leidt tot het eerherstel orgen op Veteranendag. De vernedering van de KNIL-veteranen is uiteindelijk de drijfveer voor de kapingen bij de Punt en de gijzeling bij Bovensmilde. “Ik heb één van de treinkapers gesproken en hij zei letterlijk tegen mij: jij maakt het werk af waarom wij de trein zijn ingestapt”, aldus Reawaruw.
Defensie heeft spijt
De vraagt blijft waarom nu, 68 jaar na opheffing van het KNIL, Defensie besluit de Molukkers zo’n prominente plaats te geven bij de Nationale Veteranendag. Minister van Defensie Ank Bijleveld heeft spijt dat het zo lang heeft moeten duren. “Er zijn allerlei omstandigheden waarom het zolang heeft moeten duren. Mensen moeten de erkenning zelf aanvragen en dat geldt voor alle veteranen die in oorlogen hebben gevochten. Er zijn waarschijnlijk veel persoonlijke omstandigheden waarom dat niet is gebeurd en dat spijt mij oprecht.”
Ereschulden
Mezak Bakarbessy kijkt uit naar de Veteranendag en is blij met de erkenning, maar volgens Leo reawaruw van Maluku 4 maluku is er nog een strijd te gaan. “En dat is het vereffenen van de militaire ereschulden. Het gaat dan om achterstallig loon en pensioenen van oud veteranen. Daarom heeft de stichting Muluku 4 Muluku drie facturen gestuurd namens drie gezinnen naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het gaat dan om ongeveer 72.500 euro. En dan zijn we nog heel coulant richting de Staat.”
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.