Het weigeren van de hostie aan homoseksuelen binnen de katholieke kerk zat mijn moeder (bijna 77) zo hoog dat ze dreigde actie te gaan voeren. Ze was druk bezig haar katholieke familie en vriendenkring te mobiliseren. Vooral als ze net als zij een lesbische of homoseksuele dochter of zoon hebben.

Gooi daarbovenop de tegelijkertijd naar buiten gebrachte onthulling over het jarenlange misbruik van jongens in katholieke internaten in ons land en je hebt een explosief mengsel aan verontwaardiging. De ogen van mijn moeder beginnen vuur te spuwen als ik erover begin. ‘Een schande is het waar de kerk mee bezig is!’ Ik schenk snel een kopje thee in om haar tot bedaren te brengen, maar er is geen beginnen aan. ‘Ik kreeg gisteren Gerda overstuur aan de lijn (mijn tante, ook katholiek, die een homoseksuele zoon heeft). ‘We moeten wat doen Roos’, zegt ze tegen mijn moeder. ‘Dit is toch erg. Dit kan toch niet.’

In gedachten zie ik mijn moeder met haar bridgevriendinnen met spandoeken in de trein zitten richting Den Bosch, onderwijl druk bellend met haar Brabantse familie. ‘We verzamelen bij de Bossche kerk, dames. Thermoskan heb ik mee, en Ger, hedde gij de worstenbroodjes bij u?’ Mijn eigen moeder. In actie. Tegen de kerk waar zij, mijn vader en allebei hun families zodanig mee vergroeid zijn dat het uit hun poriën komt zogezegd. De Doop. De Heilige Communie. Het bidprentje boven mijn bed met rozenkrans. De zondagse kerkbezoeken en het wakker maken ’s nachts voor de Nachtmis, waarna thuis de geuren van ontelbare kaarsen en verse broodjes in je neus bleven hangen en het ‘Stille Nacht’ uit jongenskeeltjes vanuit onze jaren-zeventig-boxen kweelde. Ik heb het allemaal meegekregen en bewaar er goede herinneringen aan. En dan ineens die protestactie. Hier is iets Goed Mis.

Het idee dat de hostie exclusief voor heteroseksuele gelovigen gereserveerd zou zijn komt ook mij wat onzinnig over. Is er misschien ook een aparte homo-hostie?

Vroeger moest mijn moeder op het meisjesinternaat net als alle andere meisjes gehuld in een lang, wit gewaad in bad gaan. God was immers toeschouwer van dit alledaagse, maar in de ogen van de kerk klaarblijkelijk toch mogelijk zondige handeling. Boven de ouderwetse badkuip was een enorm oog geschilderd, het Oog van God, ‘dat alles ziet’. En hoewel diezelfde God volgens de R.K. leer wel degelijk de Schepper is van het menselijke lichaam, mocht hij zijn eigen kunstwerk niet zien.

Mijn vader daarentegen liet weinig los over zijn kostschooltijd, die hij als traumatisch beschouwde. Of hij wist van misbruik op grote schaal in het internaat kan ik hem niet meer vragen, maar ik heb hem er nooit over gehoord. Wel over het kille, liefdeloze klimaat dat op zijn jongensinternaat in Limburg heerste en dat hem zo ziek maakte dat hij een jaar in een sanatorium terecht kwam. Toch zwoor hij het geloof niet af. Hij bracht het ons met veel liefde bij, omdat hij vond dat geloof een zaak is van vergeving en simpelweg liefde. Je wang aanbieden als een ander je slaat, zoiets. Het katholieke geloof dat ik meekreeg had niets van doen met dogma’s en bekrompen opvattingen.

Ik vraag me af wat mijn vader gevonden zou hebben van al die verhalen over misbruik, die ook nog eens curieus genoeg samenvallen met de aanzwellende onrust over het weigeren van de communie aan homoseksuele katholieken. ‘Hij zou zich niet één, maar twee keer omgedraaid hebben in zijn graf’ vat mijn moeder het kort en bondig samen als ik haar ernaar vraag.

Of ze er zelf ook iets van gehoord of gemerkt heeft? ‘Op mijn kostschool heb ik er niets van gemerkt, ook niet over gehoord trouwens, maar van oom Ad heb ik wel verhalen gehoord over paters die hun handen niet thuis konden houden.’ Ze kijkt wat zorgelijk naar de krantenberichten erover op het tafeltje naast haar stoel, die ze heeft uitgescheurd. Een stuk met als kop ‘Seksuele wandaden priesters’ ligt gebroederlijk naast een artikel over de hostie-affaire, ‘Bisdom niet te spreken over protestactie homo’s.’

Zou het Oog dat ook gezien hebben?

Terwijl ik de laatste hand aan het weblog leg, belt mijn moeder op. ‘Groot nieuws! Ik heb om 1 uur op de radio gehoord dat de kerk en Henk Krol een verzoenend gesprek hebben gehad. Iedereen kan gewoon weer ter communie gaan, ook homoseksuelen. Ik heb Gerda al een half uur aan de telefoon gehad. Ze was ook helemaal opgelucht. We gaan door hoor. Dag schat!’ Ze was me net voor. Ook ik had op de radio gehoord dat het kerkbestuur van de St. Janskathedraal in Den Bosch zich verzoend heeft met de homoseksuele achterban. Voortaan morgen homoseksuelen zelf afwegen of zij wel of niet ter communie gaan. Zware zonden zouden volgens de verklaring eerst gebiecht moeten worden. Nu is de biecht al sinds jaar en dag niet meer in gebruik, maar vooruit: het wordt dus zoals het altijd was binnen de katholieke kerk.

Behalve dan die internaten.

‘We zullen alles moeten veranderen om alles te laten blijven zoals het was”, ooit gelezen in het beroemde ‘ Tijgerkat’ van Lampedusa, zal meer dan ooit van toepassing blijken voor de kerk.

Wel een beetje jammer dat ik mijn moeder nu niet met spandoeken zie afreizen naar de kathedraal in Den Bosch.

Mijn moeder en de homo-hostie

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.