De vergoeding voor twee obesitasmedicijnen is een uitkomst voor mensen met fors overgewicht. Maar sommige patiënten vallen nog buiten de boot, ziet arts Arianne van Bon. "Ik wil graag maatwerk kunnen leveren."

Twee obesitasmedicijnen zitten sinds dit jaar in de basisverzekering. "Het is een heel groot probleem, de helft van de Nederlanders is te zwaar", zegt internist Arianne van Bon. Ze werkt in het Rijnstate Ziekenhuis en bij Vitalys, een kliniek voor de behandeling van overgewicht. "We moeten hier echt iets aan doen en voor sommige mensen is dit medicijn een enorme kickstart voor een ander leven en een betere gezondheid."

'Ik viel maar niet af'

Een van die mensen is de 49-jarige Fleur van der Klei. Ze gebruikt het obesitasmedicijn Saxenda nu 1 jaar. Eerst betaalde ze het zelf, maar sinds april dit jaar wordt het vergoed. "Er is een wereld voor me opengegaan. Door de medicatie denk ik nu niet meer de hele tijd aan eten."

Nadat Fleur was gestopt met roken, ging haar gewicht van 70 naar 115 kilo en dat is er nooit meer afgegaan. "Destijds heb ik er zelf 10 kilo afgekregen door slechte diëten te volgen. Daarna ben ik gaan jojo'en. Ik ben gestopt met alcohol en ging sporten, maar ik viel maar niet af. Uiteindelijk kwam ik terecht bij de internist en die zei: 'We hebben ook Saxenda. Dat kun je gebruiken als je daarnaast een cursus voor een gezonde levensstijl volgt.'"

Bekijk ook

Niet meer de hele dag bezig met eten

Niet alleen door haar overgewicht komt Fleur in aanmerking voor het obesitasmedicijn. Ze ontwikkelde ook hart- en vaatklachten. "Het was zo'n strijd, ik kreeg 10 kilo eraf en 12 er weer aan. Ik was diep ongelukkig", vertelt ze. "Maar nu ben ik 20 kilo afgevallen en spring ik weer uit de auto in plaats van dat ik eruit kruip als een oude man."

De medicijnen werken als een eetlustremmer, legt Van Bon uit. "In het eetcentrum ontstaat door het medicijn een verzadigingsgevoel dat deze mensen vaak niet meer hebben. Ze kunnen dus rust ervaren en zijn niet meer de hele dag bezig met eten." Veel mensen ontwikkelen volgens Van Bon niet alleen ernstig overgewicht door leefstijl maar ook door hormonale invloeden, medicatie of stress.

Strenge regels

"Ik weet dat het medicijn geen wondermiddel is", zegt Fleur. "Ik sport ook wekelijks en loop heel veel. Je moet dit medicijn ook in combinatie met een gezonde levensstijl doen en het meer zien als een ondersteuning van duurzaam afvallen. Niet meer dat gejojo met mijn gewicht."

Maar het medicijn is niet voor iedereen met overgewicht beschikbaar. De regels zijn streng. Zo moet je een jaar lang een cursus voor een gezonde levensstijl hebben gevolgd, een te hoog BMI hebben en bijkomende lichamelijke problemen. En als je dan met het medicijn mag beginnen, wordt er na 16 weken gekeken of je minstens 5 procent van je gewicht bent afgevallen. Is dat niet gelukt, dan stopt de behandeling.

Bekijk ook

'Zij zijn ermee geholpen'

Van Bon ziet vaak patiënten aan wie ze het middel graag zou voorschrijven, maar die net niet aan de regels voldoen. "Dat zijn bijvoorbeeld mensen die een iets te lage BMI hebben, maar die al wel een aantal leefstijlcursussen hebben gevolgd en veel diëten hebben geprobeerd", vertelt de internist. "Het is voor mij als arts soms best lastig om tegen die mensen te zeggen: volg nog maar een cursus, want voor het medicijn komt u niet in aanmerking."

Sommige mensen met een BMI van boven de 35 zouden volgens Van Bon goed geholpen zijn met het medicijn. "Die mensen hebben bij wijze van spreken al 80 keer de leefstijlcoaching gedaan en worden heel verdrietig als ze dat weer moeten doen. Ik denk echt dat die mensen snel een medicijn moeten krijgen, zij zijn gewoon geholpen daarmee."

Maatwerk leveren

Aan de andere kant pleit de arts niet voor een te soepele toepassing van het medicijn. "Mensen met een BMI van 30 wil ik niet zien. Behalve als ze een hartritmestoornis hebben, waardoor het voor hen lastig is een cursus te volgen. Ik wil gewoon graag maatwerk kunnen leveren", besluit Van Bon.

Inmiddels ziet Van Bon ook een groep patiënten die ervoor kiest het medicijn zelf te betalen. Zij moeten daarvoor 120 tot 150 euro per maand opzijzetten.

Bekijk hier de reportage

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.