In Noord-Brabant stoppen veel boeren met hun bedrijf. Over 10 jaar staat een kwart van de stallen leeg. Veeboer Rijkers had geen opvolging en te hoge kosten. "Ik zag het niet meer zitten."
"We gingen met de kinderen om tafel zitten. 'Heeft iemand in de toekomst zin om dit bedrijf over te nemen?', vroeg ik." Op dat moment had derde generatie melkveehouder Marcel Rijkers nog 80 koeien en 330 vleesvarkens.
Onder bestaansniveau
"Mijn oudste dochter deed de pabo, de tweede dochter het vwo en de jongste de havo: alledrie te jong." Uiteindelijk nam niemand het bedrijf van Marcel over. "Tussen de 100.000 tot 150.000 euro kostte het me om de stallen aan te passen. Dat zouden we er niet meer uit krijgen."
Hij hakte begin dit jaar de knoop door en verkocht zijn koeien en schapen. "Ik zag het niet meer zitten. We zouden eindigen met minder geld dan wanneer we nu stoppen", vertelt Marcel. "Daarom weet ik dat het een verstandige beslissing is."
Zorgen over kaalslag
Marcel is een van de vele veehouders in Noord-Brabant die stopt met zijn boerenbedrijf. In zijn gemeente, Sint Anthonis, is de kaalslag het grootst: ruim 90 veehouders sluiten binnenkort hun stallen. De reden? Ze hebben geen geld om te investeren in vergunningen, en geen opvolging. De afname van het aantal boerenbedrijven is al jaren gaande. Waren er in 2000 nog bijna 100.000, vorig jaar was er nog maar iets meer dan de helft van over.
De gemeente Sint Anthonis, of Tunnis zoals ze het in Brabant noemen, maakt zich er zorgen over en praat met alle 330 boeren die overwegen te stoppen. Speciale ambtenaren zoeken met boeren naar een oplossing voor een doorstart. "In Tunnis wordt het verdwijnende boerenbedrijf zichtbaarder", zegt Jos Verstraten van De Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO). "Dat wordt nu geïnventariseerd. Het ZLTO wil zichtbaar maken waar de boeren terecht kunnen." Verstraten is bang dat vooral kleinere boeren verdwijnen.
Niet weerbaar meer
Relatiebeheerder van het ZLTO Herman Heuver legt uit dat er verschillende factoren meespelen waardoor veehouders ervoor kiezen er in Brabant mee op te houden. "Veel boeren hier zijn boven de 55 jaar, slechts de helft heeft een opvolger. Dat is al 50 jaar zo."
Het is volgens Heuver geen makkelijk beroep: "Boeren lezen dat ze veel verkeerd doen, ze maken insecten dood en vervuilen het water. De dieren vragen veel aandacht. We zijn als boeren best wel einzelgängers, met weinig echte collega's, geen arbodienst en we kunnen niet ziek worden. En vakanties zijn ook schaars. Boeren zijn weerbaar, maar kunnen nu niet meer."
Nog 10 jaar?
"Nu komen er meer dingen bij: provincie Noord-Brabant is, wat vergunningen voor uitstoot betreft, nog strenger dan de rest van Nederland. In 2022 moeten de oudere veestallen voldoen aan strenge emissie-eisen", vertelt Heuver. "Het gaat om stikstof, ammoniak, methaan."
"Boeren moeten luchtwassers, roosters, etcetera in hun oude koeienstallen zetten om aan die eisen te voldoen. Dat kost veel geld terwijl ze niet weten of ze nog 10 jaar door zullen gaan. Dat geld verdienen ze niet terug. Daarom stoppen de boeren er vaak mee, ze zien het niet meer zitten. De grotere vee en varkenshouders kunnen de investeringen wel betalen."
Derde generatie breekt af
"Het taboe wordt doorbroken", denkt Jos Verstraten van ZLTO. "De boeren zijn de schaamte voorbij. Ze mogen nu toegeven dat ze het niet meer trekken. En dat is een zware last: het levenswerk van je voorouders te vernietigen."
Ook voor Marcel Rijkers voelde het goed om te stoppen met het familiebedrijf. "Ze zeggen: 'De eerste bouwt op, de tweede breidt uit, en de derde breekt af.' Ik weet zeker dat mijn vader het ermee eens zou zijn geweest." Hij ziet het inmiddels wel weer zitten. "Onze laatste dieren zijn een maand geleden vertrokken. We gaan het anders aanpakken hier: nu zijn we van plan om een paardenrusthuis te beginnen."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.