Er moeten meer begeleiders komen voor de baby-groepen op kinderdagverblijven. Het kabinet maakt er extra geld voor vrij, maar dat zorgt niet bepaald voor blije gezichten. Kinderdagverblijven en hun branchevereniging vrezen dat ouders het grootste deel van die extra kosten zelf moeten betalen.
Bovendien is er een tekort aan nieuwe begeleiders, die in de crisisjaren vaak voor een andere opleiding kozen. Sommige kinderdagverblijven vrezen daarnaast voor onrustige toestanden bij kinderen en begeleiders. Ze stelden een petitie op om de voorgenomen maatregelen niet door te laten gaan. De Brancheorganisatie Kinderopvang stapte zelfs uit het overleg met het ministerie.
Na jaren van bezuinigingen en een terugloop van ouders die hun kind naar de opvang brengen ging het juist beter met de branche. Sterker, waar vier jaar geleden veel begeleiders hun werk kwijtraakten, zijn ze nu niet aan te slepen. Er zijn zo'n 2500 vacatures. Toch vreest directeur Wilma Hendrix van kinderopvang KID in Dongen dat sommige kleinere LOCATIES de deuren moeten sluiten als de opvang straks duurder wordt door de verplichte extra begeleiders. “Het kan ouders tientallen euro's extra gaan kosten. Dan gaan ze op zoek naar een andere oplossing. De overheid veroorzaakt een prijsstijging van wel tien procent voor ons en gaat daar maar een deel van betalen”, stelt Hendrix.
Babynorm: Van drie naar 4 begeleiders op een groep
Zelfstandige opvanglocaties die geen onderdeel zijn van een grotere organisatie willen vaak geen extra verplichte kracht op hun baby-groepen. Wat bedoeld is als een paar extra ogen en oren om kindermisbruik te voorkomen werkt volgens begeleiders in de praktijk juist als een verstoring. Begeleidster Moniek Brants: "Meer volwassenen op een groep met kleine, kwetsbare kinderen betekent meer onrust. Er ontstaat meer overleg en dus rumoer, bovendien zijn die kleintjes gehecht aan vaste gezichten.”
Haar directeur Hendrix maakt zich vooral boos over het wisselende beleid van het kabinet: “Vier jaar geleden waren er enorme bezuinigingen door de crisis, toen moesten we een hoop mensen ontslaan. Mensen vonden kinderopvang veel te duur en kwamen niet meer. Nu gaat het eindelijk een beetje beter en wordt weer alles omgegooid.”
Ruzie met de staatssecretaris
De nieuwe wet voor de kinderopvang zou al dit jaar ingaan om kinderdagverblijven voor te bereiden op de veranderingen, maar een deel van de maatregelen zijn doorgeschoven naar 2019. Volgens de Brancheorganisatie Kinderopvang omdat eerst onderzocht moest worden hoe haalbaar en noodzakelijk de maatregelen zijn. Voorzitter Felix Rottenberg is uit het overleg gestapt. De regeling is nu veel te complex, organisaties gaan de prijs betalen. Met name kleine locaties kunnen zo’n kostenstijging niet betalen.”
‘Geen rampzalige effecten’
Gjalt Jellesma, voorzitter van Oudervereniging BOinK, wil vooral de positieve kanten van de kinderopvang nieuwe stijl benadrukken. Eén begeleider voor drie en niet - zoals nu - voor vier baby's is volgens hem beter. “Wij vrezen dat lage inkomens een andere oplossing gaan zoeken als de overheid niet bereid is meer te betalen voor die extra kracht op een groep."
Jellesma vindt de reactie van de brancheorganisatie overtrokken en verwacht ook geen rampzalige effecten voor kleinere dagverblijven. Hij stelt dat kinderopvang het prima kan opvangen door geen nul-urencontracten meer aan te bieden en iedereen tien procent meer te laten werken. Rottenberg ziet dat anders: “In de kinderopvang werken ook veel moeders. Die willen helemaal niet extra werken.”
Onderzoek van het ministerie
Het ministerie en de branche lieten dit jaar onderzoeken wat de gevolgen van de nieuwe maatregelen zouden zijn voor de kosten van kinderopvang. Daaruit bleek dat de meeste kinderopvangaanbieders vijf á tien procent kostenstijging zullen ervaren.
In een reactie laat staatssecretaris Tamara van Ark weten:
“Het is ontzettend belangrijk dat baby’s voldoende aandacht krijgen. Ik zie ook bij de sector de wil om de kwaliteit nog verder te verbeteren. Door extra geld van het kabinet voor kwaliteit én een verhoging van de kinderopvangtoeslag van 248 mln zijn bijna alle werkende ouders goedkoper uit en krijgen pedagogisch medewerkers meer tijd per baby. Ik snap dat er zorgen zijn over het vinden van voldoende medewerkers. Dat is lastig in deze tijd. Het kabinet helpt door de belasting op werk flink te verlagen, door er voor te zorgen dat werk en zorg beter samen gaan en met programma’s waardoor werkzoekenden en werkgevers elkaar beter vinden. Ik hou de vinger aan de pols en blijf graag in gesprek met de sector."
Lees hier de volledige reactie
Praktijktoets kosteneffecten verandering babynorm kinderopvang 2018