Margriet Vroomans is presentator van het radioprogramma TROSKamerbreed

Wat kunnen we in Nederland toch ongelooflijk inhalig uit de hoek komen. Deze week weer: tegenover de erven Goudstikker (van de schilderijencollectie) en tegenover Taïda Pasic, het Bosnische meisje dat hier zo graag haar school wil afmaken.

Wat dat eerste betreft: het werd tijd. De zaak is simpel: die schilderijen zijn niet van ons, dus die moeten terug. Had al jaren geleden moeten gebeuren, maar het gebeurde niet. De joden die naar huis terugkeerden, na de gruwelkampen of de onderduik, stonden zestig jaar geleden ook al voor een dichte deur. Wat ze bij ‘bewariërs’ (buren of vrienden) hadden afgegeven, kregen ze meestal niet terug. De spaartegoeden, verzekeringsgelden, pensioenen: ze konden er naar fluiten. Een ‘kille ontvangst’ noemde premier Kok het in 2000, nadat de commissie Van Kemenade het allemaal had uitgezocht. Dat rapport legde de georganiseerde roof door particulieren, instellingen en overheid genadeloos bloot. Kok bood excuses aan, namens de samenleving en namens de regering. Niet direct van harte, maar goed, hij zei het.

En dat het dan toch nog tot 2006 moet duren voor de regering zo’n collectie teruggeeft. En dan ook nog gaat plussen en minnen over welke schilderijen wél en welke niet. En ze tot slot slechts teruggeeft op ‘morele gronden’, want stel je voor dat je de jurídische gronden erkent, dan schep je een precedent en komen nog veel meer mensen hier hun rechten opeisen.

Zo’n houding is eigenlijk nog erger dan inhalig; het is een gotspe. Net zo’n gotspe is de behandeling van Taïda Pasic, het meisje dat hier haar vwo-opleiding wil afmaken. Haar familie ontvluchtte de oorlog in Bosnië en vroeg hier asiel aan. Na zes jaar wachten werd hun aanvraag afgewezen. De jaren tussen aanvraag en afwijzing waren niet gemakkelijk, maar Taïda heeft ze op school goed gebruikt. Toch werd ze, met de haven van haar diploma in zicht, opgepakt, vastgezet en deze week door de minister zelf publiekelijk als fraudeur te kijk gezet. Want stel je voor dat we haar hier laten blijven, dan schep je een precedent en willen nog veel meer mensen hier hun diploma halen!

Het lijken misschien ongelijke grootheden: Taïda Pasic of de erven Goudstikker. Maar hoe verschillend ook: allebei zijn ze slachtoffer van een oorlog. En in beide gevallen stelt Nederland zich vrekkig op, in plaats van gul, want het zou eens gevolgen kunnen hebben, het zou ons eens geld kunnen kosten!

Kunnen we nou eindelijk eens ruimhartiger worden, die Nederlandse inhaligheid afschudden. ‘Het spijt ons’ zeggen betekent ook je leven beteren, geen kille ontvangsten meer, voor niemand. Gun de erven Goudstikker hun complete collectie, gun Taïda Pasic haar toekomst. We verliezen de schilderijen, misschien kost haar opleiding een beetje geld. Laten wij blij zijn met de morele winst.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.