Annette Oudejans is tien jaar oud als ze op de zolder van haar oma een vergeelde krant vindt met vier portretten van familieleden. Wat blijkt: het is haar overgrootvader Jan Klingen en zijn kinderen Josef, Leo en Tilly. Vermoord door de Duitsers omdat ze in het verzet zitten. Nu, jaren later, dook Oudejans in de verzwegen geschiedenis van het verzetsgezin en dat het hele dorp er niet over durft te spreken.

Ongeveer 45.000 Nederlanders zitten tijdens de bezetting in het georganiseerde verzet. Zo ook de Alemse dorpsonderwijzer Jan Klingen en zijn kinderen. Pas wanneer de zoon van Oudejans vijfentwintig jaar later vragen stelt over de Tweede wereldoorlog wordt haar nieuwsgierigheid opnieuw aangewakkerd.

Een familie in verzet

Oudejans zoekt anderhalf jaar in archieven en spreekt met overlevenden, familieleden en historici. Over haar speurtocht schrijft ze het boek Een familie in verzet. Moed en verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. “Het was voor de familie te pijnlijk om er over te praten”, zegt ze. “Vaak zie je dat mensen er pas aan het einde van hun leven over willen hebben. Zo heb ik heb de buurjongen van mijn overgrootvader gesproken, die heeft gezien hoe overgrootvader Jan Klingen met zijn dochter werd weggevoerd. Buurjongen Theo Hanegraaf is nu 92 en hij is erg opgelucht dat hij er eindelijk over kon praten.”

Eerste spion

De bijzondere zoektocht naar de familiegeschiedenis begint bij de oudste zoon, Josef. Hij is in de leer als onderwijzer in een klooster in Heemstede. Als fanatiek zendamateur staat hij in contact met de gevluchte Nederlandse regering die in Londen verbleef. Hij heeft een code gekregen van de eerste spion die vanuit Engeland in Nederland was gedropt om contact te zoeken met het verzet.

“In zijn groep zit een infiltrant van de Duitsers. Josef wordt opgepakt in 1941”, vertelt Annette. Josef krijgt vijftien jaar gevangenisstraf, die later wordt omgezet in de doodstraf. In de gevangenis, het beruchte Oranjehotel in Scheveningen, put hij moed uit zijn gebedenboek, dat hij vol krabbelt met zijn gedachten. Op de laatste bladzijde schrijft hij aan zijn jongere zusje Tilly: ‘Blijf aan me denken en bid veel voor me. Ik zal tot op het laatste moment bij jullie zijn. Hou je sterk. Ik doe het ook. Dag.’

info

Na de capitulatie van Nederland in de Tweede Wereldoorlog wordt het Oranjehotel, het Scheveningse huis van bewaring, in gebruik genomen door de Duitsers. Nederlanders die verdacht worden van verzetsactiviteiten werden daar opgesloten in afwachting van hun proces voor de Duitse nazi-rechtbanken. Maar ook worden er joodse Hagenaars vastgezet voordat zij op transport naar Duitsland werden gesteld.

Feller in verzet

Na de dood van Josef wordt de familie Klingen feller in hun verzet tegen de Duitsers. Ze wonen in het dorpje Alem, een schiereilandje in de Maas. Ze helpen Joodse kinderen met onderduiken, verspreiden illegale blaadjes, brengen clandestien geslacht vlees naar onderduikers en helpen gestrande piloten.

Eind 1944 komen twee Duitsers naar het dorp die zich voordoen als Engelse piloten. Ze vermoeden dat Jan Klingen Engelse piloten helpt. Ze praten Engels, maar een dorpsgenoot ontmaskert hen als Duitsers. In de chaos die ontstaat worden Jan en zijn dochter Tilly weggevoerd. Een Nederlandse veldwachter vertelt later dat ze gefusilleerd zijn en begraven liggen aan de weg naar Alem. Die weg heet nu Jan Klingenweg en er staat een klein herinneringsmonument.

‘Tilly werd levend begraven’

Uit rapporten weet Annette te ontrafelen dat haar overgrootvader is doodgeslagen en zijn dochter vermoedelijk levend begraven. “Daarvan ben ik flink van slag geweest’’, vertelt ze. “Ik vind ook dat zulke misdaden nooit moeten kunnen verjaren.” Wie Jan Klingen uiteindelijk heeft verraden, heeft ze niet kunnen achterhalen. “In een klein dorp als Alem wordt daar niet over gesproken.”

Net voor de bevrijding overlijdt ook Leo, de jongste broer uit het gezin Klingen. Hij verdrinkt in de Waal als hij illegale documenten wil overbrengen naar bevrijd gebied. De overgrootmoeder van Annette verloor tijdens de oorlog haar man en drie van haar zes kinderen. “Ik herinner mij haar als een hele lieve vrouw. Ze heeft er nooit over gepraat. Ze moet gedacht hebben ‘hier stopt het leed.’ Ze stond heel positief in het even. Misschien komt het door haar geloof. Dat gaf haar veel kracht en hoop.”

Onbeantwoorde vragen

Oudejans heeft al veel kunnen ontdekken over de geschiedenis van haar familie, maar ze is nog steeds op zoek naar antwoorden. “Waarom kwamen de Duisters precies naar het huis van mijn familie. Leo zei in de oorlog al dat er verraad is geweest en dat daarom de duisters zo doelbewust de familie hebben meegenomen. Hij zei ook dat Iedereen in het dorp wist wie de familie had verraden, maar niemand sprak erover.”

Oudejans hoopt dat er nu nog mensen zijn die weten wat er die fatale nacht is gebeurd. “Ik hoop dat die mensen gewoon contact met mij opnemen. Deel die informatie, stuur je archiefmateriaal. Het is nu zo lang geleden, het zou mooi zijn als het verhaal eindelijk rond komt.”

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.